krachten

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

B 7  Transport van mensen

Doorlezen blz 52 tot en met 56

Krachten

Om een voorwerp te verplaatsen is een kracht nodig.

Een kracht heeft altijd een bepaalde grootte en richting waarin hij werkt.

Vectortekenen

De krachten kunnen we tekenen als een pijl, dit noemen we een vector.

Er zijn drie dingen te zien aan de pijl.

1. De richting (welke richting wijst de pijlpunt)
2. De grootte (hoe langer de pijl (inclusief punt) des te groter is de kracht.)
3. Het aangrijpingspunt (waar begint de kracht)

lesdoel:

Het bepalen van de nettokracht

nettokracht 

optelsom van alle krachten die op een voorwerp werken.

nettokracht positief (naar voren) => voorwerp versnelt ( eenparig versnelde beweging)

eenparige beweging

wrijvingskracht  en motorkracht zijn gelijk => nettokracht = 0

snelheid blijft gelijk!

vertraging of negatieve versnelling

de snelheid wordt kleiner omdat de nettokracht negatief is => motorkracht is kleiner dan de wrijvingskracht.

remkracht = extra wrijvingskracht

versnelling berekenen

traagheid => hoe snel reageerd een voorwerp op verandering van nettokracht. Dit heeft te maken met de massa vh voorwerp.

versnelling = nettokracht : massa

opdrachten B7

maken opdracht: 85, 86, 87, 88, 89, 90, 93, 94.

transport door planten B6

Transport van water en mineralen van wortel tot aan bladeren door:

• capillaire werking wortelcellen
• actief transport( en osmose) in endodermiscellen
• capillaire werking houtvaten
• verdamping in holtes van bladeren
• diffusie van waterdamp door huidmondjes