6.3

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

6.3 Breuken en procenten

Doel: 

Je kunt breuken, procenten en decimale getallen in elkaar omzetten

Je kunt met procenten rekenen zonder rekenmachine 

Planning

Aantekening 6.3 

Voorbeeldopgave 

Werken aan 6.3 

Controle opdracht 

Afsluiting 

aantekening 6.3 

Procent = per 100 

Hoeveel procent hoort er bij

​10​​9​​

1. 9
2. 90
3. 10
4. 9

Welk decimale getal hoort erbij 40%?

1. 0,50
2. 0,20
3. 0,25
4. 0,40

Welke breuk hoort erbij 37,5%?

1. 3/8
2. 3/4
3. 1/8
4. 1/4

Welk decimaal getal hoort erbij

​4​​3​​

1. 0,75
2. 0,25
3. 0,34
4. 0,40

Aantekening 6.3 

Kortingsbedrag uit rekenen 

1. Bedenk welke breuk bij het kortingspercentage hoort 

2. Bereken de korting met behulp van de breuk

3. Haal de korting van de prijs af

Damon krijgt 60% korting op een T-shirt van 20 euro. Hoeveel moet Damon betalen?

1. 12
2. 14
3. 6
4. 8

Terri koopt een sjaal van 32 euro. Bij de kassa krijgt ze 12,5% korting. Hoeveel moet ze betalen?

1. 28
2. 4
3. 30
4. 12,50

Werken aan 6.3 

Wat: Kies je eigen leerroute 

Opdracht 37 t/m 56 (blz. 68 t/m 74)

Hoe: samen, overleggen op fluistertoon

Hulp: GEEN rekenmachine, handige breuken

Tijd: 15 minuten 

Ben je eerder klaar? Maak de leerdoelopgaven

Welke breuk hoort er bij 10%?

1. 1/10
2. 1/5
3. 10/100
4. 10/50

Welke breuk hoort er bij 50%?

1. 1/2
2. 1/5
3. 50/100
4. 10/50

Welke breuk hoort er bij 25%?

1. 1/25
2. 1/4
3. 25/100
4. 2,5/10