Biologie mavo2 Verbranding en Ademhaling 1.4 Ademhalen

1.4 Ademhalen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.4 Ademhalen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Gaswisseling
De wanden van de longblaasjes en de longhaarvaten zijn heel dun, zuurstof en koolstofdioxide kan er doorheen. 

Bij inademing komt er veel lucht met zuurstof in de longblaasjes. De zuurstof wordt dan afgegeven aan de longhaarvaten. 

In de longhaarvaten zit bloed, dat vervoert het zuurstofrijke bloed naar alle lichaamscellen. In de cellen vindt verbranding plaats, daarbij wordt de zuurstof gebruikt en ontstaat koolstofdioxide. 
De bloedvaten vervoeren het zuurstofarme / koolstofdioxide rijke bloed terug naar de longen. Via de longhaarvaten vindt er uitwisseling plaats met de longblaasjes. 
De gebruikte lucht wordt uitgeademd.
Longhaarvat
Longblaasje
Gaswisseling: 
Er kan zuurstof en koolstofdioxide door de wanden van de longblaasjes en de haarvaten. 
De longblaasjes hebben samen een enorme oppervlakte.

Slide 4 - Tekstslide

                                 
In de longblaasjes vindt uitwisseling plaats van zuurstof en koolstofdioxide.
Het zuurstof wordt door het bloed naar alle cellen vervoerd. 
In de cellen vindt verbranding plaats waardoor koolstofdioxide vrij komt.
Om de longblaasjes liggen hele dunne bloedvaatjes, de longhaarvaten.
Zuurstof wordt via de longen opgenomen. Als het in de longblaasjes aankomt, wordt het in de longhaarvaten opgenomen. Koolstofdioxide gaat vanuit de longhaarvaten terug naar de longblaasjes en adem je uit.
De uitwisseling van gassen noem je gaswisseling
1
Ingeademde lucht met

Slide 5 - Tekstslide

Inademen
Longen
Longblaasjes
Bloedvaten
Cellen
Zuurstof

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Link

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

buik-en borstademhaling tegelijk

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Stelling: Bij een gewone ademhaling (borst- en buikademhaling tegelijkertijd) bewegen de ribben en het borstbeen omhoog en naar voren en het middenrif omlaag en beweegt de buikwand naar voren
A
Waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Bij inademing gaat bij buikademhaling
A
de borstkas naar boven waardoor de longen worden opgerekt
B
de borstkas naar beneden waardoor de longen in elkaar worden gedrukt
C
het middenrif naar beneden waardoor de longen in elkaar worden gedrukt
D
het middenrif naar beneden waardoor de longen worden opgerekt

Slide 14 - Quizvraag

wat hoort niet bij de ademhaling
A
longen
B
slokdarm
C
luchtpijp
D
zuurstof

Slide 15 - Quizvraag

Welke spieren zorgen voor de buikademhaling (in ontspannen toestand)?
A
buikspieren
B
middenrif
C
tussenribspieren
D
longspieren

Slide 16 - Quizvraag

Je hebt twee soorten ademhaling, borst- en buikademhaling. Bij welke ademhaling speelt de middenrif een grote rol?
A
Borstademhaling
B
Buikademhaling

Slide 17 - Quizvraag

Bij inademing door buikademhaling....
A
Trekken de buitenste tussenribspieren samen
B
Trekken de binnenste tussenribspieren samen
C
Trekt het middenrif samen
D
Trekken de buikspieren samen

Slide 18 - Quizvraag

Bij buikademhaling gebruik je de volgende spieren:
A
Tussenrib spieren
B
Middenrif

Slide 19 - Quizvraag

Borstademhaling wordt ook wel.......... genoemd
A
Middenrifademhaling
B
Ribademhaling
C
Buikademhaling
D
Longademhaling

Slide 20 - Quizvraag

Borstademhaling bewegen :
A
Het middenrif en borstbeen
B
Het borstbeen en ribben
C
Het middenrif en ribben
D
Het middenrif

Slide 21 - Quizvraag

De borstademhaling begint met
A
samentrekken tussenribspieren
B
samentrekken middenrif
C
luchtdruk daling in de longen
D
vergroting van de longen

Slide 22 - Quizvraag

Bij gewone ademhaling vindt alleen borstademhaling plaats.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Door welke manier van ademhalen kun je tijdens het sporten de longen zo groot mogelijk maken?
A
Buikademhaling
B
Borstademhaling
C
afwisselend buik- en borstademhaling
D
Tegelijkertijd buik- en borstademhaling

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde van de borstademhaling
A
Tussenribspieren > borstvolume wordt groter > longen worden groot > lucht stroomt naar binnen
B
Longen worden groter >adem stroomt naar binnen> je ademt in > borstvolume wordt groot
C
Lucht stroomt naar binnen > spieren spannen zich aan, > longen vullen zich met lucht
D
deze is het sowieso dus niet

Slide 25 - Quizvraag

Bewegen bij een borstademhaling de ribben en het borstbeen
omhoog bij een inademing?
A
ja
B
nee

Slide 26 - Quizvraag

Bij buikademhaling bewegen
A
ribben en borstbeen
B
het middenrif

Slide 27 - Quizvraag

Bij de buikademhaling beweegt/bewegen ...
A
De ribben
B
Het middenrif

Slide 28 - Quizvraag

Huiswerk



maken opdr. 1 t/m 8




Slide 29 - Tekstslide