Hoofdstuk 14 - ieder mens is uniek - deel 3

Communicatie- periode 2
 les 7
0MZ4E
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Communicatie- periode 2
 les 7
0MZ4E

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van de les
  1. Theorie 30 min.
  2.  Opdrachten 60min. 

Slide 2 - Tekstslide

Hoe ontstaat jouw temperament?
A
Genen
B
Vriendenkeuze
C
Opvoeding
D
Zelfbepaling

Slide 3 - Quizvraag

Bezit, kennis, beroep, plaatselijke afkomst... dit zijn een paar....
A
Zelfbepaling van de identiteit
B
Gekozen identiteit
C
Bouwstenen van de identiteit
D
Normen en waarden van de identiteit

Slide 4 - Quizvraag

Ontwikkeling van de identiteit
Puberteit en in de  adolescentiefase (12 t/m 25 jaar):
  • Wat wil ik?
  • Wat kan ik?
  • Wie ben ik?

  • Cliënten met een verstandelijke beperking
  1. Vertraagde ontwikkeling
  2. Zij kunnen zich op latere leeftijd nog bezig houden met hun identiteit
  3. Wisselwerking met hun sociale omgeving
  4. Besef van beperking --> bepaald type gedrag vertonen zoals roken, bier drinken etc.





Slide 5 - Tekstslide

Identiteitsproblemen / zelfbeeld
Identiteitsproblemen
  • Grote onzekerheid wat betreft belangrijke bouwstenen van je identiteit
  • Veel aan de orde met mensen met dementie --> verdriet en onzekerheid

Zelfbeeld
  1. Het totaalbeeld wat jij van jezelf hebt
  2. Ideaalbeeld --> wie of wat je wilt zijn
  3. Lage zelfwaardering / negatief zelfbeeld
  4. Weinig verschil met het  ideaalbeeld = positief zelfbeeld

  • Negatief zelfbeeld --> Onzeker, nadenken wat anderen zeggen
  • Positief zelfbeeld --> Zelfverzekerd, zelfrespect en zelfvertrouwen

Slide 6 - Tekstslide

Zelfbeeld is de basis van gedrag
  • Zelfbeeld is de basis van je gedrag --> Als MZ'er erg belangrijk. 

  • Voorbeeld uit jullie boek:
  • Katrine werkt al vijftien jaar als begeleider verslavingszorg. Ze vindt zichzelf deskundig en erg ervaren. Als er een nieuwe collega in het team komt, biedt Katrine zich al snel aan om deze in te werken. Ze zegt: ‘Laat mij dat maar doen. Ik heb ervaring genoeg en ik vind het leuk mijn kennis over te dragen.’


  • In dit voorbeeld zie je dat er een directe relatie is tussen zelfbeeld en gedrag. 
  1. Iets kunnen is aan de slag gaan
  2. Denk je dat je iets niet kunt, dan vraag je om hulp

Slide 7 - Tekstslide

Zelfbeeld
Ontwikkeling zelfbeeld
  • Geen vast gegeven
  • Jezelf verassen of juist niet --> ergernissen over je eigen onzekerheid

Ontwikkeling zelfbeeld
  • Begin al vroeg
  • Ouders die veel kritiek hebben dragen bij aan een negatief zelfbeeld van hun kinderen

  1. Je bemoeit je ook overal mee;
  2. Jou moet ik ook alles honderd keer zeggen;
  3. wat kun jij zeuren;
  4. Ik krijg de zenuwen van jou.





Slide 8 - Tekstslide

Hoe zou jij bijdragen aan een positief zelfbeeld van cliënten?

Slide 9 - Woordweb

Tips en zelfkennis
  1. Complimenten op de juiste manier
  2. Leren doorzetten incasseren
  3. Durf een cliënt teleur te stellen
  4. Gevoel voor oorzaak gevolg  

  • Voorbeeld 3: Niet mee mogen als jij ergens naar toe gaat
  • Voorbeeld 4: Houd je aan afspraken  en wees consequent 

Zelfkennis en zijn functies:
  • Gedrag en beroepshouding sturen
  • Contacten met anderen regelen
  • jezelf presenteren bij anderen
  • Anderen kunnen helpen

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld beroepshouding bijsturen


Marja, beroepskracht MZ, weet van zichzelf dat ze snel aan zichzelf begint te twijfelen, ook als er feitelijk geen reden voor is. Als een cliënt een vervelende bui heeft, denkt ze bijvoorbeeld al snel dat zij iets verkeerds heeft gezegd of gedaan. Marja neemt zichzelf voor niet te snel de oorzaak bij zichzelf te zoeken wanneer er weer iets vervelends gebeurt.

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld zelfkennis nodig om contacten met anderen te regelen

Jacques, beroepskracht MZ, weet van zichzelf dat hij soms te fel uit de hoek kan komen. Na een hevige discussie merkt hij dat zijn collega Myrthe erg koel tegen hem doet, niets voor haar. Hij zegt tegen haar: ‘Hé Myrthe, ik was toch niet te fel bij de discussie? Als dat zo is, moet je het zeggen.’ Myrthe geeft aan dat ze inderdaad moeite had met zijn felle manier van reageren. Jacques biedt hierop zijn excuses aan en legt haar uit, hoe dat bij hem werkt.

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
Lees zelf de andere voorbeelden op blz. 214 en 215

Rond de opdrachten van 7.14 af. Als je klaar bent mag je de les verlaten. 

Slide 13 - Tekstslide