1.2 De bouw van een organisme

1.2
De bouw van een organisme
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

1.2
De bouw van een organisme

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les
  • Weet je wat een cel, weefsel, orgaan, orgaanstelsel en een organisme is
  • Kan je dit rijtje van groot naar klein en van klein naar groot opschrijven
  • Kan je uitleggen wat er met een torso bedoeld wordt en voorbeelden van organen geven uit de borst- en buikholte

Slide 2 - Tekstslide

?
Schrijf voor jezelf het antwoord op van de volgende vragen:
1. Wat is een organisme?
2. Wanneer zeggen we in de biologie dat iets leeft? (waar moet het organisme aan voldoen?)

Slide 3 - Tekstslide

7 levenskenmerken
Een organisme is een levend wezen. Alle levende wezens vertonen de volgende levensverschijnselen:
  1. ademhalen 
  2. eten / voeden 
  3. uitscheiden 
  4. groeien en ontwikkelen
  5. waarnemen en reageren op prikkels 
  6. voortplanten 
  7. bewegen

Slide 4 - Tekstslide

van groot naar klein
Het dierlijk lichaam is opgebouwd uit cellen. Groepjes cellen met dezelfde vorm en functie noemen we Weefsels

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

BB
Maak opdrachten 7 t/m 16


Resterende tijd:
timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

KBL
Maak opdracht 4 t/m 9



Resterende tijd:
timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide