11.4

Welkom! 
Welkom
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom! 
Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Welkom! 
Planning:
Opstarten les
05 min
Samen lezen paragraaf 11.4
10 min
Maken paragraaf 11.4
15 min
Klassikaal bespreken opdrachten
10 min
Maken opdracht 69 t/m 73
10 min
Pubquiz
15 min
Lesafsluiting
05 min

Slide 2 - Tekstslide

Planning tot aan SO:
Vrij 26 jan:          Paragraaf 11.1          Magnetisme
Ma 29 jan:          Toetsbespreken
Woe 31 jan:        Paragraaf 11.2          Elektromagneten
Vrij 2 feb:            Paragraaf 11.3         Inductie 
Ma 5 feb:            Paragraaf 11.4          Typen spanningsbronnen
Woe 7 feb:         Paragraaf 11.5-1       De transformator deel 1 (transformeren)
Vrij 9 feb:           Paragraaf 11.5-2      De transformator deel 2 (Vermogen)
Ma 23 feb:         Herhalingsles H11
Woe 14 feb:        Toets H11 Paragraaf 1 t/m 5
Vrij 16 feb:          Studiedag
Week erna:         VAKANTIE!

Slide 3 - Tekstslide

Je leert ...
  • spanningsbronnen onderverdelen in bronnen voor wisselspanning en voor gelijkspanning;
  • dat bij wisselspanning de richting van de stroom verandert;
  • een condensator voor opslag van energie in een schakeling herkennen;
  • de functie van condensatoren en diodes herkennen bij het omzetten van wisselspanning naar gelijkspanning.

Slide 4 - Tekstslide

Discussie!
Welke eigenschappen verschillen bij deze twee spanningsbronnen?

Slide 5 - Tekstslide

Spanningsbronnen
gelijkspanning vs wisselspanning 

Slide 6 - Tekstslide

Condensator
Een condensator moet je aansluiten op een gelijkstroom
Deze laadt dan op tot deze vol is en is dan gedurende korte tijd bruikbaar als spanningsbron.


Symbool; 

Elke condensator heeft een bepaalde capaciteit. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Een schakeling met condensator
Wat gebeurt er als de schakelaar wordt gesloten?

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
  • Wat? Maak 11.4 opdracht 60 t/m 64 + 66
  • Hoe? Zelfstandig, in je werkboek
  • Hulp? Lees 11.4 nogmaals door
  • Tijd? 15 minuten
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Maak 11.4 opdracht 65 en 67
timer
15:00

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
  • Wat? Maak 11.4 opdracht 60 t/m 64 + 66 + 69 t/m 73
  • Hoe? Zelfstandig, in je werkboek
  • Hulp? Lees 11.4 nogmaals door
  • Tijd? 15 minuten
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Maak 11.4 opdracht 65 en 67
timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Wanneer je een magneet bij een spoel houdt, ontstaat er (inductie)spanning.
A
Ja, altijd.
B
Ja, wanneer je de magneet of de spoel beweegt.
C
Ja, wanneer je de magneet én de spoel beweegt.
D
Nee, nooit.

Slide 12 - Quizvraag

De inductiespanning die kan ontstaan is afhankelijk van...
A
De hoeveelheid wikkelingen van de spoel.
B
De sterkte van het gebruikte magneetveld.
C
De grootte van een wikkeling van de spoel.
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 13 - Quizvraag

Welke stoffen worden aangetrokken door een magneet?
A
Alle metalen
B
IJzer
C
IJzer en nikkel
D
IJzer, nikkel en cobalt

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een spoel?
A
Een ingewikkeld stukje ijzer
B
Een stroomdraad
C
Een stroomdraad die ergens omheen gewikkeld zit
D
een dynamo

Slide 15 - Quizvraag

Een luidspreker zet
A
geluid om in elektrische stroom
B
elektrische stroom om in geluid

Slide 16 - Quizvraag

Welk onderdeel van de luidspreker wordt een elektromagneet?
A
de permanente magneet
B
de conus
C
de spoel

Slide 17 - Quizvraag

Wanneer je een magneet bij een spoel houdt, ontstaat er (inductie)spanning.
A
Ja, altijd.
B
Ja, wanneer je de magneet of de spoel beweegt.
C
Ja, wanneer je de magneet én de spoel beweegt.
D
Nee, nooit.

Slide 18 - Quizvraag

Een microfoon zet
A
geluid om in elektrische stroom
B
elektrische stroom om in geluid

Slide 19 - Quizvraag

Hoe noemen we bij een fiets de magneet en de spoel?
A
Turbine
B
Generator
C
Dynamo
D
Motor

Slide 20 - Quizvraag

Hoe noemen we bij een windmolen de magneet en de spoel?
A
Turbine
B
Generator
C
Dynamo
D
Motor

Slide 21 - Quizvraag

Waaruit bestaat een dynamo?
A
een spoel
B
een spoel en een magneet
C
een spoel een magneet en een lampje
D
een spoel, een magneet, een lampje en een schakelaar.

Slide 22 - Quizvraag

Welk nummer heeft de condensator
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 23 - Quizvraag

Je kunt ...
  • spanningsbronnen onderverdelen in bronnen voor wisselspanning en voor gelijkspanning;
  • dat bij wisselspanning de richting van de stroom verandert;
  • een condensator voor opslag van energie in een schakeling herkennen;
  • de functie van condensatoren en diodes herkennen bij het omzetten van wisselspanning naar gelijkspanning.

Slide 24 - Tekstslide

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll