H5.3 Onderwijs
1 / 20
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
In welk type verzorgingsstaat is de collectieve lastendruk het hoogste?
A
In een corporatistische verzorgingsstaat.
B
In een sociaaldemocratische verzorgingsstaat.
C
In een liberale verzorgingsstaat.
D
In een nachtwakersstaat.
Slide 4 - Quizvraag
Het maatschappelijke middenveld:
A
bestaat uit organisaties die tussen overheid en individuele burgers in staan.
B
heeft als taak het afsluiten van cao’s.
C
speelt een belangrijke rol in de liberale verzorgingsstaat.
D
bestaat alleen uit vakbonden en werkgeversorganisaties.
Slide 5 - Quizvraag
Een nachtwakersstaat is een staat waarin:
A
het economische stelsel gebaseerd is op het principe van de vrije markt.
B
de overheid zich sterk inzet om het welzijn en de welvaart van burgers te vergroten.
C
de economie door de overheid wordt bepaald.
D
de overheid verplicht is de sociale zekerheid van burgers uit te bouwen.
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Wat is burgerschapsvorming?
Slide 9 - Woordweb
Slide 10 - Tekstslide
In het Nederlandse onderwijs:
A
zijn jongeren tot hun twintigste jaar gedeeltelijk leerplichtig.
B
is spijbelen niet strafbaar.
C
zijn alle scholen opgericht door de overheid.
D
controleert de Onderwijsinspectie de prestaties van de scholen.
Slide 11 - Quizvraag
Welke uitspraak over onderwijs in Nederland klopt niet?
A
Met een startkwalificatie heb je meer kans op een baan en een inkomen.
B
Onderwijs is ook belangrijk voor je identiteitsvorming en sociale contacten.
C
Een leerplichtambtenaar kan ouders een boete geven als hun kind niet naar school gaat.
D
Door de Leerplichtwet en kwalificatie-plicht komt schooluitval niet voor.
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
I. Een goed opgeleide beroepsbevolking is
goed voor de Nederlandse economie.
II. Een goed opgeleide beroepsbevolking is hetzelfde als een hoogopgeleide beroepsbevolking.
goed voor de Nederlandse economie.
II. Een goed opgeleide beroepsbevolking is hetzelfde als een hoogopgeleide beroepsbevolking.
A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
I en II zijn beide juist.
D
I en II zijn beide onjuist.
Slide 14 - Quizvraag
De overheid vindt goed onderwijs om verschillende redenen belangrijk. Eén reden is dat iedereen daardoor zijn/haar talenten kan ontwikkelen. Een andere reden is dat:
A
dan de sociale ongelijkheid toeneemt.
B
goed opgeleide mensen de Nederlandse economie versterken.
C
daardoor de marktwerking toeneemt.
D
dan het aantal mensen dat gebruik-maakt van de sociale voorzieningen toeneemt.
