Unidad 3 ¿Qué te pasa?

¡Bienvenidos chicos y chicas!
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos chicos y chicas!

Slide 1 - Tekstslide

Plan de clase
- Revisar el ejercicio 10 (Verbos Reflexivos)
- Ejercicio extra VR
- trabajar en varios ejercicios del libro

Slide 2 - Tekstslide

Inhaalmomenten 
16 mei      16.00-17.30
30 mei     16.00-17.30
13 juni       16.00-17.30
27 juni      16.00-17.30

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Hacer ejercicios
11 a y b
12 a
13 a, b y c

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Mira el video y escucha la canción
Escribe las formas del verbo doler que canta Enrique Iglesia.
Schrijf alle vormen van het werkwoord DOLER die je hoort.

Slide 10 - Tekstslide

VERBO DOLER

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Vul de zin aan met het werkwoord doler 
...los pies

Slide 13 - Woordweb

vul het zinnetje met het werkwoord doler aan 
Si... el corazón

Slide 14 - Woordweb

Slide 15 - Video

¿Qué le duele?

Slide 16 - Tekstslide

¿Qué le duele?

A
Le duele la cabeza
B
Le duele la espalda
C
Le duele la rodilla
D
Le duele la garganta

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

¿Qué le duele?
A
Le duele la boca
B
Le duele la garganta
C
Le duele la cabeza
D
Le duelen la garganta

Slide 19 - Quizvraag

¿Qué te duele si tienes el virus?
Mira el folleto sobre el coronavirus y contesta la pregunta en español.
Por ejemplo: Si tengo el corona virus me duelen los pulmones (=longen)/ Si tienes el corona virus te duelen los pulmones.


Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

¿Qué te duele si tienes gripe?

Slide 24 - Open vraag

¿Tienes preguntas?

Slide 25 - Open vraag

Deberes
Hacer ejercicios 13a, 16 y 17
Usar Lenguateca B y aprenderse las frases

Slide 26 - Tekstslide

EXTRA

Slide 27 - Tekstslide

Herinner je je nog de vervoeging van het werkwoord Gustar? 
Doler vervoeg je net zo als GUSTAR
 Me gusta/
te gusta/
le gusta /
nos gusta (n)
os gusta(n)
les gusta (n)

Alleen bij  doler  wordt de o /  ue 
Hier kan je met andere werkwoorden als Gustar oefenen


https://www.spanishunicorn.com/los-verbos-del-tipo-gustar/

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Persoonlijk vornaamwoord als meewerkend voorwerp
onderwerp                                                                            meewerkend voorwerp
yo(ik)                                                                                                me (mij)
tú (jij)                                                                                                te  (jou)
él/ella/usted  (hij,zij, u)                                                             le/"se"  (hem,haar, u)
nosotros/nosotras (wij)                                                           nos    (ons)
vosotros/vosotras  (jullie)                                                       os      (jullie)
ellos/ellas/ustedes    (zij, u (m.v.)                                          les/"se " (hun, u (mv)
                                                     "Me ha dado un regalo"( a mí)

Slide 31 - Tekstslide