12.5 - Hard water

§12.5 - Hard water
Benodigheden
- Boek en schrift
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§12.5 - Hard water
Benodigheden
- Boek en schrift
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Slide 1 - Tekstslide

1. Geef de oplosvergelijking van bariumfosfaat. 

2. Geef de oplosvergelijking van nikkel(III)hydroxide.

3. Geef de indampvergelijking van titanium(IV)oxide. 

Herhaling hoofdstuk 10 en 12

Slide 2 - Tekstslide

fosfaationen vormen een neerslag met calciumionen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Waar denk je aan bij
hardheid van water?

Slide 4 - Woordweb

DH betekent
A
Deense Hardheid
B
Duitse Hardheid

Slide 5 - Quizvraag

De hardheid van water druk je uit
in Duitse Hardheidsgraden (DH):
1 DH = 7,1 mg Ca2+ per liter 

Wat zegt de hardheid over water? 

Slide 6 - Tekstslide


1 Duitse hardheid komt over een met ...... mg Ca2+
A
5,1
B
6,1
C
7,1
D
8,1

Slide 7 - Quizvraag


Bereken hoeveel Ca2+ mg er zit in 8,5 DH 
A
51,85
B
59,5
C
60
D
60,35

Slide 8 - Quizvraag

Hard water kan aanslag geven op onderdelen van bijvoorbeeld wasmachines, dit is calciumcarbonaat.
Hoe noem je deze aanslag?
A
ketelsteen
B
krijtaanslag
C
Duitse hardheid
D
waterontharder

Slide 9 - Quizvraag

            Hard water
 *Water met veel opgeloste    
   calciumionen / magnesiumionen
*geeft kalkaanslag op     verwarmingselementen                                
Eenheid:
-Duitse Hardheid (DH)
-1 DH = 7,1 mg opgeloste calcium per liter water
            Zacht water
   *zit weinig kalk.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

De concentratie chloor in een monster van zwembadwater is 200 mg per liter.

Bereken hoeveel mg kwiknitraat je moet toevoegen om alle chloride ionen te verwijderen?

- Tip bereken eerst hoeveel kwik ionen je nodig hebt, daarna hoeveel kwiknitraat.


Slide 13 - Tekstslide