les 6

Zorg en begeleiding 1
week 6 
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Zorg en begeleiding 1
week 6 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
bed complicaties testen
Mantelzorg
Tillift
Incontinentiemateriaal
Voorbereiding praktijkles

Slide 2 - Tekstslide

Er zijn echter redenen waarom zorgvragers niet voldoende kunnen bewegen, zelfs als zij dat zelf wel willen.
Noem er 3

Slide 3 - Open vraag

Waarom is de kans op het ontstaan van decubitus extra groot bij een zorgvrager die verlamd is?
A
De doorbloeding os slecht door de verlamming.
B
De verlamming veroorzaakt oedeem dat vervolgens leidt tot decubitus.
C
de zorgvrager voelt geen pijnprikkels die kunnen waarschuwen voor decubitus.
D
De verlamming geeft veel schuif- en drukkrachten op dezelfde plek.

Slide 4 - Quizvraag

Welke stoffen zijn belangrijk voor de genezing?
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Vitaminen
D
Zink

Slide 5 - Quizvraag

Nadat Jip acht weken gips heeft gehad om zijn linkerarm blijkt dat hij nog geen emmer water kan tillen met zijn linkerarm.
Waar heeft Jip last van?
A
Contracturen
B
Osteoporose
C
Spieratrofie
D
Trombose

Slide 6 - Quizvraag

Welke manier van bewegen is het meest effectief, zodat Jip de emmer zo snel mogelijk weer kan tillen?
A
Actief bewegen
B
Passief bewegen

Slide 7 - Quizvraag

Welke mogelijkheden zijn er om obstipatie te voorkomen bij iemand die bedlegerig is?
A
Passief bewegen
B
Veel drinken
C
Vezelrijke voeding eten
D
Wisselhouding toepassen

Slide 8 - Quizvraag

Op welke plaatsen is de kans op het ontstaan van smetten het grootst?
A
Bij het scrotum
B
In de knieholtes
C
In de liezen
D
Onder de oksels

Slide 9 - Quizvraag

Waarom heeft een traagschuimmatras goede drukverlagende eigenschappen?
A
Het bestaat uit compartimenten waar lucht doorheen wordt geblazen. Doordat de compartimenten wisselend met lucht worden gevuld, wisselt de druk op het lichaam ook steeds.
B
De matras wordt door de lichaamstemperatuur van de zorgvrager soepeler en vormt zich perfect om het lichaam. Hierdoor wordt de druk optimaal verdeeld.
C
De siliconenkorrels in de matras gaan zich door warme lucht als een vloeistof gedragen. Hierdoor drijft de zorgvrager als het ware op de matras waardoor hij weinig druk ervaart.
D
Een traagschuimmatras heeft geen drukverlagende eigenschappen

Slide 10 - Quizvraag

Waarom is een kussen met kersenpitten in het kader van decubituspreventie niet goed?

Slide 11 - Open vraag

Als zich een bloedstolsel vormt tegen een bloedvatwand, dan heet dit een:
Bij bedlegerige zorgvragers is de kans op:  
 groter, omdat er vaak resturine in de blaas achterblijft. Dit is een geschikte voedingsbodem voor bacteriën.
Botontkalking heet ook wel:         
Hierdoor worden de botten brozer en kunnen sneller breken. Ter preventie is het goed om voldoende vitamine D binnen te krijgen.
Zorgvragers die bedlegerig zijn, kunnen oppervlakkig gaan ademhalen. Hierdoor worden de longen onvoldoende:  
Dit kan leiden tot een:

Geventileerd
Blaasontsteking
Longontsteking
Trombose

Slide 12 - Sleepvraag

Waarom is het risico op smetten bij zorgvragers met contracturen groter?

Slide 13 - Open vraag

Mantelzorger
Als een persoon vrijwillig voor iemand zorgt in diens omgeving. Er is een sociale relatie met die persoon. Zoals met een familielid, vriend of buren.






Slide 14 - Tekstslide

Mantelzorg is meestal langdurig en kan intensief zijn. 

De hulp bestaat uit verzorging maar kan ook hulp bij dagelijkse activiteiten zijn. Denk aan:
  • hulp bij het huishouden zoals koken of schoonmaken;
  • geestelijke steun, bijvoorbeeld bij depressie;
  • verplegen van iemand met een handicap.

Soms verrichten mantelzorgers verpleegkundige handelingen.

Slide 15 - Tekstslide

Waarom mantelzorg
Door mantelzorg kan de ander zich redden, thuis blijven wonen en meedoen aan de samenleving. De hulp gaat verder dan vrijwilligerswerk of de hulp die huisgenoten aan elkaar geven.

Vijf miljoen Nederlanders zijn mantelzorger.

Bron: Rijksoverheid

Slide 16 - Tekstslide

Til & Transfer
  • Theorie Tilliften 
  • Oefenen
  • Evalueren

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Praktijkles
  • Eten en drinken!
  • Tandenpoetsen
  • Tillift
  •  katheterzak wisselen
  • condoom katheter
  • Uitleg simulanten praktijktoets

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

de bedoeling
•    wat incontinentie is
•    welke soorten incontinentie materiaal er is
•    welk incontinentie materiaal past bij incontinentie probleem van de cliënt. wanneer er besloten wordt voor een blaaskatheter.
•    wat de voor en nadelen zijn van een blaaskatheter
•    hoe je complicaties kan voorkomen
wat de gevolgen zijn voor een cliënt op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied.

Slide 35 - Tekstslide

                 wat kan een inco
Je schrijft op een velletje hoeveel jij denkt dat deze inco aan vocht kan bevatten
de winnaar wint een ...............................

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Link

Katherisatie
Blaaskatheterisatie is het inbrengen van een katheter in de urineblaas, zodat de blaas op kunstmatige wijze kan worden geledigd. Een blaaskatheter kan ook worden ingebracht om stoffen in de blaas te brengen. 

Slide 38 - Tekstslide

Indicaties
precieze monitoring van urineoutput (in acute situaties zoals shock)

langdurige chirurgische ingrepen, chirurgische ingrepen in urogenitaal gebied, behandelingen waarbij grote hoeveelheden diuretica worden toegediend, bepalen van urineresidu na spontane mictie
afname van een urinekweek (bij incontinentie, verminderde contractiliteit van de blaasspier)
toediening van een blaasspoeling





Slide 39 - Tekstslide

Indicaties voor soort katheterisatie

Eenmalige blaaskatheterisatie (intermitterend)
- urine steriel opvangen voor bacteriologisch onderzoek
- urineretentie bepalen








Slide 40 - Tekstslide

Indicaties voor soort katheterisatie
Indicatie verblijfskatheter:-  prostaatvergroting met risico op decubitus
- postoperatief, bijvoorbeeld na buik- of bekkenoperatie 
- blaasspoeling

Slide 41 - Tekstslide

contra indicatie
Zorgvragers met een vergrote prostaat. Er is een grote kans dat je de prostaat tijdens de blaaskatheterisatie beschadigt.
Zorgvragers bij wie het vermoeden bestaat dat de urethra is beschadigd, bijvoorbeeld door een eerdere traumatische blaaskatheterisatie.

Slide 42 - Tekstslide

Drie groepen opvangsystemen

De nachtzak (bedzak). De nachtzak heeft een groot opvangvolume (gemiddeld 2 liter). Deze zak wordt met een ophangrekje aan het bed van de zorgvrager gehangen.

De dagzak (beenzak). Deze zak werkt prima bij zorgvragers die mobiel zijn. De dagzak kan onder de kleding worden gedragen.








Slide 43 - Tekstslide

Drie groepen opvangsystemen
Het gesloten opvangsysteem. De katheter en de opvangzak vormen een gesloten afvoersysteem.
minimaliseert het risico op kathetergerelateerde urineweginfecties
heeft een terugslagklep, die voorkomt dat urine terugloopt van de zak in de slang kan een kraantje hebben, waardoor je minder vaak de urinezak hoeft te verwisselen
kan een urimeter hebben (een urimeter gebruik je wanneer je nauwkeurig moet meten hoeveel urine de zorgvrager per uur uitscheidt

Slide 44 - Tekstslide

Waarom hebben vrouwen een verhoogde kans op een blaasontsteking?
A
korte urinebuis
B
lange urinebuis
C
ontbreken prostaat
D
hormonen

Slide 45 - Quizvraag