Mens en gezondheid hoofdstuk 3

Mens en gezondheid 
Hoofdstuk 3 Voeding 
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Mens en gezondheid 
Hoofdstuk 3 Voeding 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
Vandaag:
- Je weet wat goede gevarieerde voeding is
- Je kent de schijf van vijf (voedingswijzer)
Volgende les:
- Je kunt etiketten van voedingsmiddelen lezen en begrijpen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke punten waar je op moet letten bij gezonde voeding 
- Eet gevarieerd
- Eet niet te vet
- Eet niet teveel en beweeg 
- Eet veel groente, fruit en brood 
- Eet veilig
- Eet niet teveel zout 

Slide 3 - Tekstslide

Eet veilig. Let op bij het koken, wassen, scheiden, koelen en verhitten van voedsel.
Volwaardige voeding is zo min mogelijk bewerkt. 
Wat is dat, bewerkt voedsel?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies





Het volgende fragment hoort bij opdracht 3.06
Kijk mee en maak daarna 3.06

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak nu de vragen die horen bij opdracht 3.02 - 3.03 - 3.04
lezen blz. 156, 157, 158, 159 en 160 maken opdracht 3.05 - 3.06
Maken praktijkopdracht 2.1-2.2 blz. 29-30-31-32

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
Vorige les:
- Je weet wat goede gevarieerde voeding is
- Je kent de schijf van vijf (voedingswijzer)
Deze les:
- Je kunt etiketten van voedingsmiddelen lezen en begrijpen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Etiketten 
De warenwet bevat regels voor de Nederlandse voedselveiligheid 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet er op een etiket staan
- De naam van het product
- Lijst van ingrediënten  --> additieven - E nummers
- Allergenen 
- Voedingswaarde 
- Netto hoeveelheid 
- Houdbaarheid  --> THT/TGT/UVD
- Bewaarvoorschrift en indien nodig gebruiksaanwijzing 
- Naam en adres fabrikant/producent 
- Productcode 

Slide 14 - Tekstslide

UVD = Uiterste Verkoop Datum
Wat mag er op een etiket staan
- Extra informatie over bijvoorbeeld de achtergrond van het product 
- Hoe gezond het product is
- Extra vitamines, mineralen, eiwitten, vezels etc. 
- Geen toegevoegde suikers, vetpercentage 
- Of er statiegeld op de verpakking zit 
Het etiket mag niet misleidend zijn

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Het volgende fragment hoort bij opdracht 3.13
Kijk goed mee en maak 3.13 blz. 169

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Lezen blz. 161 t/m 169 
1. Maken opdr. 3.07 t/m opdr. 3.13
Lezen blz. 37 t/m 42
2. Maak Praktijkopdracht 3.1
3. knipblad keurmerken

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen
Je kent de afkorting UVD

Je weet wat het verschil is tussen voedselintolerantie en  voedselallergie

Je mening kunnen vormen over de voedingsindustrie

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

UVD
Uiterste Verkoop 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedselintolerantie/voedselallergie
Intolerantie = reactie van het lichaam, vervelend, wel te overzien
Allergie = reactie van het lichaam, gevaarlijk (epipen)

Slide 21 - Tekstslide

Bij een voedselintolleratie kan je lichaam 1 van de bestanddelen uit de voeding niet goed verteren. Een bekend voorbeeld is lactose-intolerantie, waarbij in de darmen de melksuiker niet (goed) verteerd kan worden. Een voedselintolerantie kunnen de volgende symptomen geven:

Misselijkheid, braken
Buikpijn
Diarree of juist verstopping

Een voedselallergie herken je aan de volgende symptomen. Voedselallergie treedt direct tot binnen 2 uur op:

Galbulten (jeuk, roodheid), zwelling van oogleden, lippen, tong, mond en/of keel.
Luchtwegproblemen zoals piepende ademhaling, hoesten en benauwdheid
Maagdarmklachten zoals buikpijn en/of krampen, diarree, misselijkheid braken
Duizeligheid, (neiging tot) flauwvallen.




De volgende 2 filmfragmenten horen bij opdracht 3.14 
Kijk goed en maak 3.14 blz 170

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak de opdrachten: 
3.15 , 3.16, 3.17, 3.18, 3.19, 3.20,3.21 en 3.22
Praktijkopdracht 3.2 a-b en 3.3 a-b (blz. 43-48)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.7 Organisaties 
Voedingcentrum --> Schijf van vijf

De gezonde schoolkantine

Brood.net 

Wakker dier

Zorg voor beter 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Wat vind jij? Maak tenslotte opdr. 3.18 t/m opdr. 3.22 en controleer of je alle begrippen hebt opgeschreven ;-). 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de voedingswijzer op deze afbeelding?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel gram groente moeten wij elke dag eten?
A
150 gram
B
200 gram
C
250 gram
D
300 gram

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van een volwaardig product (niet bewerkt)
A
zilvervliesrijst
B
pasta
C
wit brood
D
rijst

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vak wordt ook wel het eiwitrijke vak genoemd?
A
oranje
B
roze
C
geel
D
blauw

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee voedingsmiddelen die in het oranje vak voorkomen

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem minimaal twee onderdelen waar je op moet letten bij veilig eten

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een TGT datum moet je het voedingsmiddel uiterlijk tot deze datum hebben opgegeten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Restjes uit de koelkast moet je binnen vier dagen opeten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op een etiket moeten o.a. vermeld staan hoe gezond een product is en of er statiegeld op zit
A
Juist
B
Onjuist

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een gezondheidsclaim?
A
Dit geeft aan dat een product ongezond voor je is
B
Dit geeft aan dat het product uit de Schijf van vijf komt
C
Dit geeft aan dat een fabrikant een claim kan krijgen voor het maken van een product
D
Dit geeft aan dat een product goed voor je is

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom komt ondervoeding vaak bij ouderen voor?

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn additieven?

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn allergenen?

A
Bestanddelen die een allergisch reactie kunnen veroorzaken
B
Bestanddelen die een allergische reactie voorkomen
C
Medicijnen die direct moeten worden ingenomen bij een voedselvergiftiging
D
Een injectiemiddel die direct ingespoten moet worden tijdens een allergische reactie

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij de leerdoelen behaald?
Aan het einde van dit hoofdstuk: 
- Weet je wat goede voeding is 
- Ken je de voedingwijzer 
- Waarom voeding belangrijk is

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies