4.4: Transport en energie

4.4 Transport en energie                                                
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

4.4 Transport en energie                                                

Slide 1 - Tekstslide

Overleg eens met elkaar. Wat is energie?
Wat is energie?
A
Energie heb je nodig om iets te laten werken. Je verkrijgt het door hernieuwbare brandstoffen te verbranden.
B
Energie heb je nodig om iets te laten werken. je verkrijgt het door fossiele brandstoffen te verbranden.
C
Energie heb je nodig om iets te laten werken. Je verkrijgt dit door fossiele brandstoffen samen te persen

Slide 2 - Quizvraag

Eerst overleggen de leerlingen kort met elkaar. Waar hebben we het over als het gaat om energie? Welke energiebronnen zijn er zoal?

Welke beschrijving is juist?
Voorbeelden energie
Verbranden fossiele brandstoffen
Aardolie
Aardgas
Steenkool
Elektriciteit
Benzine, diesel en 
kerosine
Gas

Slide 3 - Tekstslide

- Kerosine is de brandstof die vliegtuigen gebruiken

-Wat doe je zoal met gas?

- Welke problemen komen zoal kijken bij het verbranden van fossiele brandstoffen?

- Wat zou een oplossing kunnen zijn om af te stappen van deze fossiele brandstoffen? Oftewel: waar kunnen we nog meer energie uithalen?
Atlasopdracht
Pak de atlas er eens bij. Welke landen zijn de leveranciers van deze brandstoffen? 

Wie is de hoofdleverancier van aardolie en aardgas voor Europa? 

Zou je een oplossing kunnen bedenken om minder afhankelijk te zijn van dat betreffende land?

Slide 4 - Tekstslide

De leerlingen zoeken met behulp van de atlas de landen op waar deze hulpbronnen afkomstig uit zijn. 

Klaar? De leerlingen denken na over iets wat opvalt.
Een probleem? 
Of wellicht een steun in de rug om over te stappen op hernieuwbare energiebronnen?  Want, wat is nu eigenlijk het probleem als gekeken wordt naar de verbranding van deze fossiele brandstoffen? Kan dat anders?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat leer je vandaag?
- Je weet dat het verbranden van fossiele brandstoffen zorgt voor meer Co2 in de lucht.

- Je begrijpt hoe een stijging van de Co2 deeltjes in de lucht zorgt voor klimaatverandering.

- Je kunt voorbeelden noemen van manieren waarop je duurzamer en klimaat neutraler kunt leven. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw van de les
-Voorkennis ophalen: Wat is energie?
-Ga jij wel eens met het vliegtuig?
-Lezen van de tekst
- Uitleg
- Aan de slag met de opdrachten

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Héééérlijk, zo'n week naar Spanje!
Ga jij wel eens op vakantie met het vliegtuig of met de auto? Wat is daarvan de invloed op het milieu en het klimaat?


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koolstrofkringloop
Je kent inmiddels de waterkringloop. Water verdampt op zee, condenseert, trek als wolken het land op om daar uit te regenen. Het water stroomt vervolgens weer richting zee.

Probeer nu eenzelfde kringloop te tekenen met CO2. Begin met de uitstoot van CO2 door vliegtuigen / de mens.
Klaar? 

Slide 11 - Tekstslide

Eerst mogen de LL samen overleggen. 

Vragen die je kunt stellen aan de LL:

- Wie van jullie heeft tenminste 1 reis gemaakt?
- Wie van jullie heeft wel meer dan 5 reizen gemaakt?
- Vooral met de auto? Of het vliegtuig?
- En wie buiten Europa?

Kleine koolstofkringloop
Grote koolstofkringloop

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We lezen de tekst
Paragraaf 4.4

Slide 13 - Tekstslide

Vragen bij de tekst:
 
- Welke gevolgen van klimaatverandering worden er genoemd?
- Waarom is het stijgen van de zeespiegel voor Nederland een probleem?
- Wat stond er in het klimaatakkoord van Parijs?
- Wat zijn voorbeelden van duurzame energiebronnen? Waarom zijn deze duurzaam?
Klimaatakkoord van Parijs
Na mislukte klimaatconferenties waarin landen als Japan, Rusland, China, VS en India aangaven geen wettelijk protocol te willen hanteren, kwam daar eindelijk het klimaatakkoord van Parijs.

- Geen netto-CO2 uitstoot vanaf 2050(niet meer uitstoten dan uit de lucht gehaald kan worden).
- Een temperatuurstijging van hoger dan 1.5 voorkomen.
- 40% minder CO2 uitstoten in 2030.
- Geld om gevolgen voor klimaatverandering in arme landen te beperken.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wek je dan energie op?

Slide 16 - Tekstslide

-Wat zijn nadelen van zonnepanelen en windmolens?

-Wat vind jij? Mogen deze in jouw omgeving staan?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen Energie NL
  1. Hoeveel procent van het Nederlandse energiegebruik is afkomstig van duurzame bronnen?
  2. Hoe wordt duurzame energie in Nederland vooral opgewekt?
  3. In welke sector wordt de meeste energie verbruikt?
  4. Waarom worden we steeds afhankelijker van gas?

Slide 18 - Tekstslide

Infographic afkomstig van website ebn
Een gevolg van klimaatverandering is....
A
Het opwarmen van de aarde
B
Dat het aantal CO2 deeltjes op aarde minder wordt
C
Door het smelten van landijs, stijgt de zeespiegel
D
Meer risico op overstromingen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In het klimaatakkoord van Parijs stonden...
A
Afspraken over hoeveel CO2 elk land uit mag stoten
B
Afspraken over het klimaat. Er moet minder CO2 worden uitgestoten. Per land worden regels bedacht.
C
Internationale regels waaraan landen zich moeten houden om de CO2 uitstoot te verminderen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn voorbeelden van duurzame energiebronnen?
A
Zonnepanelen en waterkracht
B
Zonnepanelen en verbranden fossiele brandstoffen
C
Fossiele brandstoffen en wind-en waterkracht

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je doen?
Je gaat aan de slag met de opdrachten.

Groep A (onvoldoende): Alle opdrachten + herhaling
Groep B (5.5-7.5): Alle opdrachten + herhaling OF verdieping
Groep C(7.6-10): Verkorte leerroute + verdieping

Onderstreept = verplicht
timer
20:00

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies