De rechtszaak

Finn
Lina
Keano
IIvié
Ellemijn
Mose
Pepijn
Kiumers
Asmaa
Saray
Illias
Akif
Julia
Asmaa
Yonah
Levi
Fleur
Naomi
Emirhan
Belinay
Lisa
Hannah S
Hannah G
Mickel
Scherm
Rechters
Getuige
Pers
Slachtoffer
Officier v Justitie
Verdachte
Advocaat
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolWOLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Finn
Lina
Keano
IIvié
Ellemijn
Mose
Pepijn
Kiumers
Asmaa
Saray
Illias
Akif
Julia
Asmaa
Yonah
Levi
Fleur
Naomi
Emirhan
Belinay
Lisa
Hannah S
Hannah G
Mickel
Scherm
Rechters
Getuige
Pers
Slachtoffer
Officier v Justitie
Verdachte
Advocaat

Slide 1 - Tekstslide

Identiteit & Maatschappij           mavo 3

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Rechtszaak voorbereiden 
  • De rechtszaak naspelen

Slide 3 - Tekstslide

Voorbereiden
  • Rechters (Lina, Finn en Keano)
  • Officier van Justitie (Hannah G., Mickel en Lisa)
  • Verdachte (Levi, Naomi en Asmaa)
  • Advocaat (Yonah, Akif en Julia)
  • Slachtoffer (Emirhan, Belinay en Hannah S.)
  • Getuige (Ivié, Ellemijn, Mose en Pepijn)
  • Pers (Illias, Sarah, Asmaa, Kiumers)

Slide 4 - Tekstslide

Finn
Lina
Keano
IIvié
Ellemijn
Mose
Pepijn
Kiumers
Asmaa
Saray
Illias
Akif
Julia
Asmaa
Yonah
Levi
Fleur
Emirhan
Belinay
Lisa
Hannah S
Hannah G
Mickel
Scherm
Rechters
Getuige
Pers
Slachtoffer
Officier v Justitie
Verdachte
Advocaat

Slide 5 - Tekstslide

In de wet staat het volgende over mishandeling:
 Wetboek van Strafrecht Titel XX
 Artikel 300
  1.  Mishandeling wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie.*
  2.  Indien het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenis straf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
  3.  Indien het feit de dood ten gevolge heeft, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.
  4.  Met mishandeling wordt gelijkgesteld opzettelijke benadeling van de gezondheid.
  5.  Poging tot dit misdrijf is niet strafbaar.

 * Toelichting op categorieën voor geldboetes: Voor elk strafbaar feit is in de wet een categorie bepaald. Er zijn in totaal zes categorieën. De categorie waar een strafbaar feit in valt geeft de maximale hoogte aan van de boete die door de rechter opgelegd kan worden. Mishandeling valt in de vierde categorie, wat betekent dat de rechter maximaal een boete van € 18.500, - op kan leggen.

Slide 6 - Tekstslide

8 stappen in een rechtszaak
  1. De opening (rechter)
  2. De aanklacht (OvJ leest beschuldiging voor)
  3. Getuigenverhoor (rechter, OvJ, advocaat)
  4. Verhoor van de verdachte (rechter, OvJ, advocaat)
  5. Requisitoir (OvJ)
  6. Pleidooi (advocaat) 
  7. Het laatste woord (verdachte)
  8. De uitspraak (rechter spreekt vonnis uit)

Slide 7 - Tekstslide

1. Opening
De rechter controleert of de persoon die als verdachte aanwezig is, ook daadwerkelijk de verdachte is.

Slide 8 - Tekstslide

2. Aanklacht
De officier van justitie spreekt uit waarvan de verdachte wordt verdacht. 

Slide 9 - Tekstslide

3. Verhoor van getuigen
De rechter stelt vragen aan getuigen. Ook de officier van justitie en de advocaat mogen vragen stellen.

Slide 10 - Tekstslide

4. Verhoor van verdachte
De rechter stelt vragen aan de verdachte. Ook de officier van justitie mag vragen stellen. (Let op: zwijgrecht)

Slide 11 - Tekstslide

5. Verklaring slachtoffer
Het slachtoffer geeft een verklaring aan de rechtbank over de geleden schade. Er mogen geen vragen gesteld worden aan het slachtoffer.

Slide 12 - Tekstslide

6. Requisitoir 
De officier van justitie legt uit waarom de verdachte volgens hem schuldig is en welke straf (de eis) hij gepast vindt.

Slide 13 - Tekstslide

7. Pleidooi
De advocaat van de verdachte vertelt het verhaal vanuit de kant van de verdachte.

Slide 14 - Tekstslide

8. Laatste woord
De verdachte heeft altijd het laatste woord in de rechtszitting. Hij kan zelf zijn verhaal toelichten of spijt betuigen over wat hij heeft gedaan.

Slide 15 - Tekstslide

9. Vonnis
De rechter moet ervan overtuigd zijn dat de verdachte daadwerkelijk schuldig is en spreekt vervolgens uit wat volgens hem een gepaste straf is.

Slide 16 - Tekstslide