Verwijdering van afvalstoffen

Verwijderen van afvalstoffen

Hoofdstuk 7 anatomie/ fysiologie




1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Verwijderen van afvalstoffen

Hoofdstuk 7 anatomie/ fysiologie




Slide 1 - Tekstslide

Defecatie

Slide 2 - Woordweb

Defecatie

Alle onverteerbare en onverteerde voedingsstoffen verlaten het lichaam in de vorm van feces (ontlasting)


Behalve feces worden nog enkele andere afvalstoffen verwijderd:

  • urine --> door de nieren en urinewegen
  • zweet --> door de huid
  • koolstofdioxide en waterdamp --> door de longen

Slide 3 - Tekstslide

Endeldarm (rectum)
  • Zorgt voor de stoelgang/  uitdrijven van de feces.
  • Is 15 tot 20 cm lang.
  • Wordt bij de anus afgesloten door twee sluitspieren (sfincters), de inwendige en uitwendige sluitspier.


Slide 4 - Tekstslide

Inwendige sluitspier


Is opgebouwd uit glad spierweefsel.

Niet te beïnvloeden door onze wil.

Blijft gesloten wanneer de endeldarm niet of nauwelijks is gevuld.

Slide 5 - Tekstslide

Uitwendige sluitspier


Is een dwarsgestreepte spier.

Te beïnvloeden door onze wil.

Is ontspannen wanneer de endeldarm niet of nauwelijks is gevuld.

Slide 6 - Tekstslide

Aandrang en defecatie

Wand van rectum wordt uitgerekt na binnenkomst feces.

Er komt een reflex op gang:

  • Via zintuigjes in de wand van het rectum wordt het uitrekken van de wand via gevoelszenuwen (sensibele zenuwen) doorgeseind naar het ruggenmerg.
  • In het ruggenmerg worden de berichten overgebracht op bewegingszenuwen (motorische zenuwen)
  • Deze staan in verbinding met de spieren in de wand van de endeldarm.
  • Deze spieren gaan samentrekken.
  • Binnenste sluitspier ontspant zich en gaat open.
  • Op een gewenst moment ontspannen we de buitenste sluitspier en vindt er defecatie plaats.

Slide 7 - Tekstslide

Hoelang is de endeldarm?
A
10 - 15 cm
B
20 - 25 cm
C
15 - 20 cm
D
5 - 10 cm

Slide 8 - Quizvraag

1. Een ander woord voor endeldarm is rectum.
2. Een ander woord voor rectum is anus.
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn juist
D
1 en 2 zijn onjuist

Slide 9 - Quizvraag

De binnenste sluitspier is opgebouwd uit:
A
Glad spierweefsel
B
Hartspierweefsel
C
Dwarsgestreept spierweefsel
D
Vetweefsel

Slide 10 - Quizvraag

De buitenste sluitspier is opgebouwd uit:
A
Glas spierweefsel
B
Dwarsgestreept spierweefsel
C
Vetweefsel
D
Hartspierweefsel

Slide 11 - Quizvraag

Wanneer de endeldarm niet of nauwelijks gevuld is, blijft de binnenste sluitspier....
A
Open
B
Gesloten
C
Half open
D
Half gesloten

Slide 12 - Quizvraag

Leg in eigen woorden het reflex uit wat op gang komt na aandrang.

Slide 13 - Open vraag

Nieren

Slide 14 - Woordweb

Urinewegen

Slide 15 - Woordweb

Nieren en urinewegen

Nieren zijn belangrijkste uitscheidingsorganen.


Nieren zijn filters die dag en nacht bezig zijn het bloed te zuiveren van stoffen die er niet in thuis horen.


Het product wat nieren maken heet urine.


Urine wordt door urineleiders (ureters) naar blaas vervoerd.

Blaas dient als tijdelijke opslagplaats.

Vanuit de blaas kan de urine naar buiten vervoerd worden via urinebuis (urethra)

Slide 16 - Tekstslide

Ligging van de nieren

Nieren liggen in de lendestreek aan weerszijden van de wervelkolom achterin de buikholte.

De holle zijde is naar de wervelkolom gekeerd.

Per etmaal stroomt er 1500 tot 2000 liter vloed door de nieren en wordt er 1.5 liter urine geproduceerd.


Slide 17 - Tekstslide

Bouw van de nieren


Iedere nier bestaat van buiten naar binnen uit de volgende onderdelen:

  • Nierschors
  • Niermerg
  • Nierbekken


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Iedere nier is opgebouwd uit ongeveer 1 miljoen nefronen.

Een nefron is de functionele eenheid van de nier.


Een nefron bestaat uit vijf onderdelen:

  • Nierkapseltje (kapsel van Bowman)
  • Eerste gekronkelde buisje
  • Lis van Henle
  • Tweede gekronkelde buisje
  • Verzamelbuis

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Wat is de functie van de nieren?

Slide 23 - Open vraag

Waar in ons lichaam liggen de nieren?

Slide 24 - Open vraag

Van buiten naar binnen bestaat de nier uit....
A
Nierschors, niermerg, nierbekken
B
Niermerg, nierbekken, nierschors
C
Nierbekken, niermerg, nierschors
D
Nierschors, nierbekken, niermerg

Slide 25 - Quizvraag

Uit welke vijf onderdelen bestaat een nefron?

Slide 26 - Open vraag

Werking van de nieren


In iedere nefron vinden twee processen plaats:

  • Filtratie
  • Terugresorptie

Slide 27 - Tekstslide

Filtratie

De haarvatenkluwen (de glomerulus) in het nierkapseltje ontvangt bloed van de nierslagader.

Het bloedplasma wordt vanuit de glomerulus naar het nierkapseltje geperst.

De vloeistof die in de nierkapseltjes komt heet voorurine.

Per etmaal wordt er ongeveer 180 liter voorurine gemaakt.

De hoeveelheid urine die wordt uitgescheiden bedraagt 1.5 liter.

Er moet dus 178.5 liter voorurine worden teruggeresorbeerd.

Dit gebeurt door de andere onderdelen van een nefron. Met name door het eerste gekronkelde buisje.


Slide 28 - Tekstslide

Terugresorptie

De voorurine gaat van het nierkapseltje naar het eerste gekronkelde buisje.

Vervolgens naar de lis van Henle en naar het tweede gekronkelde buisje.

Ten slotte naar de verzamelbuis.

In deze onderdelen wordt geleidelijk van de voorurine de uiteindelijke urine gemaakt.

Slide 29 - Tekstslide

In de voorurine zitten veel nuttige stoffen:

  • Glucose
  • Aminozuren
  • Water met daarin opgeloste zouten


Deze stoffen worden vanuit het nefron teruggebracht naar het bloed. Dit heet terugresorptie.

Slide 30 - Tekstslide

De stoffen die niet terug gaan naar het bloed zijn:

  • Afvalstoffen zoals ureum
  • Teveel aan zouten


Via de verzamelbuizen komen deze stoffen met een beetje water in het nierbekken terecht. Dit is urine.

Slide 31 - Tekstslide

Glucosurie:

Teveel aan glucose in het bloed zoals bij suikerpatienten kunnen de nieren niet aan.

De nefronen kunnen niet alle glucose terugpakken waardoor er toch glucose in de urine blijft zitten en wordt uitgeplast.

Doordat er veel suiker in de urine zit, zuigt dit extra water aan.

Een suikerpatient moet dus veel plassen (polyurie) en zal veel dorst hebben.

Slide 32 - Tekstslide

De nieren krijgen veel hulp van hormonen om de terugresorptie en de uitscheidingsprocessen goed te kunnen laten verlopen.


Aldosteron:

Helpt bij de terugresorptie van natrium.

Dit hormoon komt uit de bijnierschors.



Slide 33 - Tekstslide


Antidiuretisch hormoon:

Helpt bij de terugresorptie van water.

Gaat de diurese (vorming van urine) tegen door in het nefron altijd de juiste hoeveelheid water terug te pakken.


Heb je te weinig van dit hormoon dan zal er teveel urineproductie (polyurie) plaatsvinden.


Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Link

Urinewegen

De urinewegen zorgen voor de afvoer van de urine vanuit de beide nierbekkens.


Ze bestaan uit de volgende onderdelen:

- urineleiders (ureters)

- urineblaas

- urinebuis of plasbuis (urethra)

Slide 36 - Tekstslide

Het epitheel aan de binnenkant van de urineleiders (ureters) bezit een beschermend laagje tegen de inwerking van zuren.


De urineleiders bevatten veel glad spierweefsel.

De urine wordt door peristaltische bewegingen voortbewogen naar de blaas.


Het onderste deel van de urineleiders loopt door de wand van de urineblaas schuin naar beneden.

Bij een gevulde blaas wordt de urineleider afgesloten door een verhoogde druk in de blaas zelf.

Er is sprake van een ventielwerking.

Terugstroming van urine wordt voorkomen.

Slide 37 - Tekstslide

Ligging van de blaas:

- Onder het buikvlies in het kleine bekken, achter beide schaambeenderen. (lege blaas)

- Bij een gevulde blaas kan de top boven de schaambeenderen uitkomen.


Bij de blaasuitgang hebben we te maken met twee sluitspieren:

- Inwendige sluitspier

- Uitwendige sluitspier


Slide 38 - Tekstslide

Functie urineblaas:

- Dient als opslagplaats voor de gevormde urine.


Mictiedrang:

Als de blaas ongeveer gevuld is met 350 ml urine, ontstaat er drang om te plassen, dit heet mictiedrang.

Slide 39 - Tekstslide

Urinebuis of plasbuis (urethra) vormt de verbinding van de blaas met de buitenwereld.


Verschillen man/ vrouw:

- Urinebuis bij de man is 20 cm lang

- urinebuis bij de vrouw is 2.5 tot 4 cm

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Samenstelling van urine

Als normale bestanddelen treffen we in de urine aan:

- water

- zouten

- ureum

- vitaminen

- galkleurstoffen

- afgesloten epitheelcellen

- medicijnen

- onbruikbare stoffen


Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Link