13.4 Impulsoverdracht tussen neuronen 5V 2223

13.4 Impulsoverdracht tussen neuronen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

13.4 Impulsoverdracht tussen neuronen

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud hoofdstuk
13.1 Bouw centraal zenuwstelsel (onderdelen hersenen) 2 lessen
13.2 Cellen in het zenuwstelsel
13.3 Impulsgeleiding (hoe gaan signalen door een zenuwcel) 2 lessen
13.4 Impulsoverdracht tussen neuronen 
13.5 Autonoom zenuwstelsel (onbewuste deel van het zenuwstelsel)

Slide 2 - Tekstslide

De Na+-K+-pomp pompt (1) de cel in en (2) de cel uit. Dit kost (3). Dit transport draagt bij aan het handhaven van de (4).
Vul de woorden Na+-ionen, K+-ionen, rustpotentiaal, energie, drie en twee in en maak de zin kloppend.

Slide 3 - Open vraag

Doel 13.4
Je leert hoe de overdracht van impulsen van het ene op het andere neuron plaatsvindt

Slide 4 - Tekstslide

Impulsoverdracht tussen neuronen
Gebeurt met behulp van neurotransmitters.
Lijst met belangrijkste neurotransmitters staat in Tabel 88I.

Slide 5 - Tekstslide

Bekijk Tabel 88i, vooral de laatste kolom. Wat valt je op?

Slide 6 - Open vraag

Impulsoverdracht tussen neuronen
Gebeurt altijd één richting op.


Slide 7 - Tekstslide

Impulsoverdracht tussen neuronen
Exciterende neurotransmitters
Stimuleren het volgende neuron
bv Acetylcholine
Inhiberende neurotransmitters
Remmen het volgende neuron
bv GABA

Slide 8 - Tekstslide

Impulsoverdracht tussen neuronen
Elk neuron maakt maar één type neurotransmitter en kan dus ook alleen maar óf exciterend zijn óf inhiberend.

Slide 9 - Tekstslide

Wat gebeurt er in de synaps? Tabel 88G

Slide 10 - Tekstslide

Exciterende neurotransmitter
Stap 1a: Impuls komt aan bij de synaps (presynaptisch membraan)

Slide 11 - Tekstslide

Exciterende neurotransmitter
Stap 1b: Ca2+ poorten gaan open, Ca2+ ionen stromen de cel in

Slide 12 - Tekstslide

Exciterende neurotransmitter
Stap 2: Neurotransmitterblaasjes worden gemobiliseerd (klaargezet)

Slide 13 - Tekstslide

Exciterende neurotransmitter
Stap 3: Blaasjes fuseren met presynaptisch membraan – neurotransmitter in synaptische spleet

Slide 14 - Tekstslide

Exciterende neurotransmitter
Stap 4: Neurotransmitter bindt aan receptoren op het post-synaptisch membraan

Slide 15 - Tekstslide

Exciterende neurotransmitter
Stap 5: Na+ poorten openen: depolarisatie, actiepotentiaal bij voldoende prikkeling

Slide 16 - Tekstslide

Exciterende neurotransmitter
Stap 6: Neurotransmitter wordt afgebroken door enzymen, poorten sluiten

Slide 17 - Tekstslide

Exciterende neurotransmitter-> EPSP
Exciterende postsynaptische potentiaal (EPSP):
de membraanpotentiaal van het postsynaptisch neuron wordt tijdelijk minder negatief

Slide 18 - Tekstslide

Inhiberende neurotransmitter
Stap 5: K+ poorten openen (K+ naar buiten!), dus hyperpolarisatie!
X
X

Slide 19 - Tekstslide

Inhiberende neurotransmitter-> IPSP
Inhiberende postsynaptische potentiaal (IPSP):
de membraanpotentiaal van het postsynaptisch neuron wordt tijdelijk  negatiever

Slide 20 - Tekstslide

EPSP + IPSP = summatie
Elk neuron heeft contact met meerdere andere neuronen.

Slide 21 - Tekstslide

EPSP + IPSP = summatie
De EPSP als gevolg van één stimulerende neurotransmitter is meestal te gering om een actiepotentiaal op te wekken.

Slide 22 - Tekstslide

EPSP + IPSP = summatie
De optelsom (summatie) van alle EPSP's en IPSP's op een bepaald moment bepalen of er in het postsynaptisch neuron een actiepotentiaal optreedt.

Slide 23 - Tekstslide

Doel 13.4
Je hebt geleerd hoe de overdracht van impulsen van het ene op het andere neuron plaatsvindt

Slide 24 - Tekstslide

Begrippen 13.4
synaps, presynaptisch/ postsynaptisch membraan, synapsspleet, neurotransmitter, exciterende/ inhiberende postsynaptische potentiaal, summatie

Slide 25 - Tekstslide