Ec. bekeken 4TL: H1.4

Hoofdstuk 1.2/1.3:
Wat weten we nog?
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1.2/1.3:
Wat weten we nog?

Slide 1 - Tekstslide

Nettowinst =
A
Bedrijfskosten - brutowinst
B
Brutowinst - bedrijfskosten

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de formule voor de brutowinst?
A
Brutowinst = Inkoopwaarde - Omzet
B
Brutowinst = Omzet - Inkoopwaarde
C
Brutowinst = Omzet - Bedrijfskosten
D
Brutowinst = Inkoopwaarde + Nettowinst

Slide 3 - Quizvraag

Hoe bereken je het nettoresultaat?
A
Brutowinst - omzet
B
Brutowinst - bedrijfskosten

Slide 4 - Quizvraag

De verkoopprijs bestaat uit:
A
Inkoopprijs + BTW
B
Inkoopprijs + Brutowinst + BTW
C
Brutowinst + BTW
D
Inkoopprijs + Brutowinst

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een afschrijving?

A
waardevermeerdering
B
boekwaarde
C
restwaarde
D
waardevermindering

Slide 6 - Quizvraag

Hoofdstuk 1:
1.4 De computershop

Slide 7 - Tekstslide

Wat weten we al?

Slide 8 - Tekstslide

Wat weten we al?
BTW percentages
0%, 9% en 21%

Slide 9 - Tekstslide

Wat weten we al?
verkoopprijs exclusief btw = ?? %
verkoopprijs inclusief 9% btw = ?? %

Slide 10 - Tekstslide

1.4 de computershop
Om winst te kunnen maken moeten een bedrijf zijn inkoopprijs verhogen. Dat doet hij door een extra bedrag boven op de inkoopprijs toe te voegen.

Slide 11 - Tekstslide

Vanaf nu is het wenselijk om mee te schrijven (of typen)

Slide 12 - Tekstslide

1.4 de computershop
Inkoopprijs
Brutowinstopslag    (€)                              +
= verkoopprijs excl. btw (100%)           
btw (9% of 21%)                                          +
= verkoopprijs incl. btw (109% of 121%)

Slide 13 - Tekstslide

1.4 de computershop
Inkoopprijs
Brutowinstopslag    (€)                              +
= verkoopprijs excl. btw (100%)           
btw (6% of 21%)                                          +
= verkoopprijs incl. btw (106% of 121%)
Brutowinstopslag is altijd in €

Slide 14 - Tekstslide

1.4 de computershop
Voorbeeld

Inkoopprijs
                                                      € 4,50
Brutowinstopslag (€)                                      € 1,80 +
= verkoopprijs excl. btw (100%)                    € 6,30
btw (21%)                                                        € ??    +
= verkoopprijs incl. btw (121%)                     € ??

Slide 15 - Tekstslide

1.4 de computershop
Wanneer de brutowinstopslag niet is gegeven, maar je hebt wel de brutowinstmarge. Dan kan je het alsnog uitrekenen: 
Wanneer de brutowinstmarge niet is gegeven, maar je hebt wel de brutowinst en de inkoopwaarde. Dan kan je het alsnog uitrekenen: 
Brutowinstmarge = brutowinst : inkoopwaarde x 100
Brutowinstopslag = inkoopprijs : 100 x brutowinstmarge

Slide 16 - Tekstslide

PAUZE
timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

1.4 de computershop
Even oefenen: 
Maak de rekentrainer 1.4: brutowinstmarge en brutowinstopslag.

Na 10 min kijken we gezamenlijk na
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 19 - Tekstslide

De inkoopprijs van een toetsenbord is € 15. De brutowinstmarge is 34% van de inkoopprijs. Bereken de brutowinstopslag.

Slide 20 - Open vraag

Verkoopprijs excl btw bestaat uit:
A
Inkoopprijs + BTW
B
Inkoopprijs + Brutowinstmarge + BTW
C
Brutowinstmarge + BTW
D
Inkoopprijs + Brutowinstmarge

Slide 21 - Quizvraag

1.4 de computershop
Zelfstandig werken
Maak de volgende opdrachten.
H1.4: 6 t/m 8 en 10 t/m 12
rekentrainer 1.4: brutowinstmarge en brutowinstopslag.
Vragen? 
Eerst je buurman/-vrouw om hulp vragen, daarna de docent

Slide 22 - Tekstslide