Phaëton woont op aarde alleen met zijn moeder. Hij weet waarom zijn vader niet bij hen woont. Zijn vader is namelijk een van de goden, om precies te zijn de god van de Zon. De Zonnegod kan natuurlijk moeilijk op aarde wonen, want hij moet altijd opnieuw 's morgens zijn paarden inspannen voor zijn zonnewagen. Als het dan tijd is, rijdt hij naar buiten door de zeepoort, laat zijn paarden met de wagen snel stijgen, beschrijft daarna de duizelingwekkend hoge boog door de hemel, en stort zich daarna in een steile afgrond om weer te eindigen in zee.
Natuurlijk schept Phaëton op over zijn beroemde vader, maar zijn vrienden lachen hem uit. Dat vraagd om moeilijkheden...