Partizip Perfekt 1. Klasse

Dienstag, den 5. Januar 2021
Online Unterricht

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Dienstag, den 5. Januar 2021
Online Unterricht

Slide 1 - Tekstslide

Lies den Text und finde das Partizip (voltooid deelwoord) der Verben. Wähle aus.
Lieber Tom,
ich habe gestern die neue Schule besucht. Ich bin mit meiner Mutter da gewesen. Wir haben alle Klassenzimmer gesehen,  wir sind zum Chemielaboratorium gegangen: es hat viel Spaß gemacht! 
Aber am besten hat mir der Sportsaal gefallen!
Ich habe mit den anderen Mitschülern auch Fußball gespielt und wir haben getanzt.
Das war echt toll! Krasse!
Tschüß
Sabine

Slide 2 - Tekstslide

schreibe hier die Partizipien (voltooid deelwoord) op

Slide 3 - Open vraag

maken - gemaakt
zien - gezien
bezoeken - bezocht
dansen - gedanst
gehen - gegangen
machen - gemacht
sehen - gesehen
besuchen - besucht
tanzen - getanzt
gaan - gegaan

Slide 4 - Sleepvraag

wat is een zwak werkwoord?
A
een werkwoord waarvan de klinkers in de verleden tijd niet veranderen
B
een werkwoord waarvan de klinkers in de verleden tijd wel veranderen

Slide 5 - Quizvraag

zwak werkwoord-voorbeelden in NL

Slide 6 - Woordweb

Wie mache ich den Partizip (voltooid deelwoord) bei einem schwachen Verb?
1 - ik zoek de stam. Hoe?
hele werkwoord min EN = stam
voorbeeld: stam van machen = mach
2 - Ik plak er "ge" aan het begin en een "t" aan het einde. NOOIT een "d"!



ge + stam + t

Slide 7 - Tekstslide

Wat gebeurt er bij werkwoorden met 't' of 'd' als laatste letter van de stam?
warten > stam is 'wart'. Dat betekent dat je in sommige gevallen een 'e' moet toevoegen.
(tegenwoordige tijd: du arbeit-est; er arbeit-et; ihr arbeit-et)
voltooid deelwoord: ge-arbeit-e



ge + stam + et

Slide 8 - Tekstslide

Ausnahmen  - uitzonderingen!
telefonieren - stam:  telefonier  Partizip: telefoniert
studieren - stam: studier
reparieren - stam: reparier
trainieren - stam: trainier

Slide 9 - Tekstslide

NL werkwoorden die met be-/of ver- beginnen

Slide 10 - Woordweb

Wat is het voltooid deelwoord van de werkwoorden die jij hebt gevonden in het NL?

Slide 11 - Open vraag

bezoeken - bezocht
verkopen - verkocht
verzorgen - verzorgd
besuchen - besucht
verkaufen - verkauft
versorgen - versorgt

Slide 12 - Sleepvraag

Hoe wordt dus het voltooid deelwoord van een werkwoord gevormd dat met be- of ver- begint?

Slide 13 - Open vraag

starke Verben (unregelmäßig)
moet je gewoon leren
vaak hetzelfde als in het NL

Slide 14 - Tekstslide

ik heb gehoord
A
ich habe hört
B
ich habe gehört
C
ich habe gehören

Slide 15 - Quizvraag

jij hebt georganiseerd
A
du hat organisiert
B
du hast georganisiert
C
du hat georganisiert
D
du hast organisiert

Slide 16 - Quizvraag

Hij heeft Tom begroet.
A
Er hast Tom begrüßt.
B
Er hat Tom gegrüßt.
C
Er hat Tom begrüßt.
D
Er hat Tom begegrüßt.

Slide 17 - Quizvraag

Jij hebt te veel gepraat.
A
Du hat zu viel geredet.
B
Du hast zu viel geredt.
C
Du hat zu viel geredt.
D
Du hast zu viel geredet.

Slide 18 - Quizvraag

Heeft zij geantwoord?
A
Hat sie antwortet?
B
Hat sie geantwort?
C
Hat sie geantwortet?
D
Hast sie geantwortet?

Slide 19 - Quizvraag

wat gebeurt er met werkwoorden die op t of d eindigen? hoe vorm je het voltooid deelwoord?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide