VBC Lezen - Bijeenkomst 2

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Kort doornemen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

17.50 uur

Slide 6 - Tekstslide

De tekst als geheel. Gaan nu inzoomen op de alinea's. Belangrijk is dat je de kernboodschap uit de alinea kunt halen (hoofdgedachte van de alinea). Iets over hoe alinea's doorgaans zijn opgebouwd.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

18.05 uur
Hoe achterhaal jij de betekenis van een woord? Formuleer hier een tip.

Slide 16 - Open vraag

18.10 uur

Slide 17 - Tekstslide

18.15 uur migreren = verhuizen van een land naar een ander land / re = opnieuw, dus terugverhuizen
obesitas = veel / info
peer pressure - druk van peers leeftijdsgenoten
multi = veel tasken = taken veel taken
1 het unitarisme
A
Het afzetten tegen vegetarisme: overtuigd alles-eter.
B
Het neerkijken op studenten van een "minder" universiteit (uni).
C
Een stroming in het christelijke geloof die de leer van de goddelijke drie-eenheid of triniteit verwerpt.
D
X

Slide 18 - Quizvraag

isme =bep. levenbeschouwing of politieke stroming
2 paskwil
A
parodie, bespottelijk of belachelijk iets
B
preek van een filosoof
C
citaat van een geleerde
D
X

Slide 19 - Quizvraag

moes?
3 redetwisten
A
niet serieus nemen
B
over iets nadenken
C
met woorden strijden
D
X

Slide 20 - Quizvraag

toespraak = rede twist = ruzie
4 de wetmatigheid
A
wat overeenstemt met de wetten van een regeringsvorm
B
wat overeenstemt met de wetten van de wetenschap
C
wat overeenstemt met de wetten van een bond (NAVO of EU) of coalitie
D
X

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5 epibreren
A
Net doen of je iets heel belangrijks doet of gaat doen.
B
Het uitlijnen van de banden van de auto.
C
Het hart weer op gang brengen door een elektrische schok.
D
X

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

6 ‘Ik vind het belachelijk!’ riep Mariska, bij wie nu alle dijken begonnen door te breken.
‘Je hebt haar nooit gemogen,’ zei oom F.W.
‘Ze ergert me! Ik vind haar geëxalteerd. Ik vind gewoon....’
A
onhygiënisch
B
hysterisch
C
bewonderenswaardig
D
X

Slide 23 - Quizvraag

18.20 uur plus winnaar plus pauze half zeven

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

18.35 uur uitleg - t/m 18.55 uur tekst plus bespreken

Slide 27 - Tekstslide

19.00 uitleg plus oefeningen

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1 Tegen een collega wordt gezegd dat hij het Duracell-konijntje van de afdeling is.
A
sarcasme
B
tegenstelling
C
understatement
D
beeldspraak (vergelijking)

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2 Docent tegen leerling die te laat is: 'Je vindt het toch niet erg dat we maar vast begonnen zijn?'
A
sarcasme
B
ironie
C
hyperbool
D
paradox

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3 De titel van een cabaretshow: 'Kalm aan en rap een beetje'.
A
sarcasme
B
ironie
C
tegenstelling
D
paradox

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4 Een triatlonatleet die aan de marathon begint: 'Och, dat kippeneindje'.
A
hyperbool
B
understatement
C
tegenstelling
D
paradox

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5 'Ik ben binnen één seconde terug.'
A
hyperbool
B
understatement
C
tegenstelling
D
paradox

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

6 'Dat jij je opmaakt, is werkelijk verspilde moeite.'
A
ironie
B
sarcasme
C
tegenstelling
D
paradox

Slide 36 - Quizvraag

18.40/18.45 uur

Slide 37 - Tekstslide

In groepjes

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heeft nog aandacht nodig?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies