BOL 1.2.7 Skills - Gezonde voeding, diëten en ondersteuning

Skills
1.2.7
Gezonde voeding, diëten en ondersteuning
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Skills
1.2.7
Gezonde voeding, diëten en ondersteuning

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
Door gezond te eten, kan je ziekten (als diabetes en hart- en vaatziekten) voorkomen.
Alles wat je in je lichaam stopt, heeft effect op de werking van je lichaam.
Daarom is het goed om zorgvragers te ondersteunen in het maken van gezonde voedingskeuzes.

Je leert deze week meer over gezonde en ongezonde voeding en over diëten, zodat je de zorgvrager de juiste adviezen kan geven.
Als zorgprofessional is het belangrijk dat je verschillende dieten kent zodat je zorgvragers goed kunt ondersteunen. Tot slot is het van belang dat je de juiste hulpmiddelen in kan zetten om o.a. ondervoeding te voorkomen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
• Je kan de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum uitleggen.
• Je kan de voedingsbehoefte van verschillende doelgroepen beschrijven.
• Je weet waar je op moet letten bij het kopen van voedingsproducten.
• Je kan aan de zorgvrager uitleggen welke rol zijn of haar omgeving heeft bij het aanleren van gezonde eetgewoonten, en welke zorgprofessionals hierbij een rol kunnen spelen.
• Je kan uitleggen wanneer zorgvragers een bepaald dieet moeten volgen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Je kan je de Schijf van Vijf voorstellen als een cirkel die in vijf vakken is onderverdeeld, namelijk:
  • groenten en fruit;
  • brood, graanproducten en aardappelen;
  • zuivel, noten, vlees, peulvruchten, vis en ei;
  • smeer- en bereidingsvetten;
  • dranken.
In elk vak zijn bepaalde voedingsmiddelen opgenomen. Je eet gezond en krijgt voldoende voedingsstoffen en energie binnen als je:
Schijf van vijf
De Schijf van Vijf is een hulpmiddel voor het kiezen van gezonde voedingsmiddelen.

Dag- en weekkeuzes: voedingsmiddelen die niet in de Schijf van Vijf zelf staan (omdat ze bijv. te weinig vezels of te veel zout of vet in zich hebben). 

De richtlijn voor het eten van deze voedingsmiddelen is:

  • maximaal drie tot vijf keer per dag een kleine dagkeuze (bijvoorbeeld een klein koekje);
  • maximaal drie keer per week een grotere weekkeuze (bijvoorbeeld een muffin of een stuk pizza).

Slide 5 - Tekstslide

Sinds kort zijn ook de zogenoemde dag- en weekkeuzes aan de Schijf van Vijf toegevoegd.

Deze keuzes bestaan uit voedingsmiddelen die niet in de Schijf van Vijf zelf staan, omdat ze bijvoorbeeld te weinig vezels of te veel zout of vet in zich hebben.
Toch mag je ze af en toe eten.

De richtlijn voor het eten van deze voedingsmiddelen is:
  • maximaal drie tot vijf keer per dag een kleine dagkeuze (bijvoorbeeld een klein koekje);
  • maximaal drie keer per week een grotere weekkeuze (bijvoorbeeld een muffin of een stuk pizza).
Koolydraten
Koolhydraten
Vetten

Koolhydraten

eiwitten
eiwitten

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

GROENTEN & FRUIT
Het lichaam haalt veel belangrijke voedingstoffen uit groenten en fruit, zoals

  • vitaminen;
  • mineralen;
  • vezels.

Advies per dag:
  • minimaal 250 gram groenten 
  • minimaal 200 gram fruit

Afwisseling  in de typen groenten en fruit die je eet zorgt voor een combinatie van verschillende soorten vitaminen en mineralen die je binnenkrijgt. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedingsbehoeften
ADH: Aanbevolen dagelijkse hoeveelheden. 

Doelgroepen die extra voedingsstoffen nodig hebben: 
  • Ouderen : vitamine D
  • Zwangere vrouwen: Foliumzuur en vit. D
  • Jonge kinderen: vit. D

Slide 9 - Tekstslide

Je kan je vast voorstellen dat een volwassene andere voeding nodig heeft dan een baby. Dit geldt niet alleen voor de hoeveelheid calorieën die ze nodig hebben, maar ook voor de hoeveelheid vetten en eiwitten.

De aanbevolen dagelijkse hoeveelheden (ADH) maken duidelijk welke voeding en hoeveel voeding per persoon nodig is: dit heet de voedingsbehoefte. 


We hebben normaal gesproken geen voedingssupplementen nodig, want we krijgen meestal al voldoende voedingsstoffen binnen door afwisselend te eten. Alleen voor speciale groepen die extra voedingsstoffen nodig hebben, is het duidelijk goed om voedingssupplementen te gebruiken.
Het kopen van voedingsproducten.

Waar let je op? 
- Verpakking: blik / glas / ingevroren of vers. 
- Etiketten: 
  1. verleidende begrippen
  2. tabel met voedingswaarden. 
  3. ingrediënten
  4. allergenen
  5. bewaaradvies en houdbaarheidsdatum

Slide 10 - Tekstslide

Zelfs iets simpels als erwten kan op meerdere manieren verpakt zijn. Je kan ze in blik of glas krijgen, maar ook ingevroren en vers.
Bij de meeste groenten en fruit is de verse of ingevroren vorm het beste.

Aan producten die verpakt zijn in blik of glas is namelijk vaak extra suiker of zout toegevoegd. 

Verleidende begrippen op verpakkingen

fabrikant van een product jou wil verleiden om zijn product te kopen. 
  • titel van het product, bijvoorbeeld ‘magere melk’;
  • eventuele keurmerken;
  • gezondheidsclaims, bijvoorbeeld: ‘calcium is goed voor je botten’ of ‘cholesterolverlagend’;
  • voedingsclaims, bijvoorbeeld: ‘light’ of ‘suikervrij’;
Tabel met voedingswaarden

Op de zijkant of achterkant van het product staat een tabel met voedingswaarden. De fabrikant is verplicht om de volgende zaken te vermelden:
  • energie (meestal in kilocalorieën);
  • vetten en percentage verzadigde vetzuren;
  • koolhydraten en de hoeveelheid daarvan die uit suikers bestaat;
  • eiwitten;
  • zout.
Vaak per 100 gram  --> als je wilt weten wat in het hele product zit, moet je dat dus zelf uitrekenen.

De ingrediëntenlijst

verplicht.
ingrediënt waarvan de hoeveelheid in het product het grootst is wordt als  eerste genoemd. 
Op de verpakking een afbeelding van  een paar kersen? --> moet bij de ingrediënten worden vermeld hoeveel procent kersen in het product zit.


Allergenen

verplicht om allergenen op een etiket te noemen. Dit staat bijvoorbeeld op deze manier op het etiket: ‘Dit product kan sporen van noten bevatten’. 

Denk hierbij ook aan allergieën van je zorgvrager, dat je die in kaart hebt!

Bewaaradvies en houdbaarheidsdatum

Bewaaradvies: op welke manier het product het beste bewaard blijft. (gekoeld bijv.)

Houdbaarheid, verschil tussen:
  • te gebruiken tot (t.g.t.) en
  • ten minste houdbaar tot (t.h.t.).

T.g.t.-producten zijn niet meer goed na de datum die op de verpakking staat.  Deze producten moet je daarna weggooien. (bijv. vlees) 

T.h.t.-datum, bijvoorbeeld zilvervliesrijst >   kwaliteit van het product na de datum die op de verpakking staat achteruit gaan, wel veilig om het product te eten.

Vraag:
Als een zorgvrager wil afvallen of gezonder wil leven,
welke tips zou je dan geven?

Slide 11 - Woordweb

Soms is het lastig om af te vallen of aan te komen. Als zorgprofessional kan je de zorgvrager hierin motiveren. Je kan de volgende tips gebruiken om een zorgvrager te helpen met afvallen:
Aanleren van gezonde eetgewoontes
Tips om een zorgvrager te helpen met afvallen/gezonde eetgewoontes ontwikkelen: 

  • Realistisch doel bepalen, bijv: de zorgvrager wil over tien weken vijf kilogram afgevallen zijn.
  • Subdoelen, 2 stuks fruit eten per dag, 3x per week half uur intensief bewegen, max 1800 kilocalorieën eten. 
  • Bijhouden van informatie, elke maandagochtend wegen en dit opschrijven  
  • Werk met een beloning, (geen eten)
  • Betrek naasten/familie/omgeving, kunnen stimulerend werken, geen verleidingen aanbieden, meegaan met sport
  • Geef tips/adviezen, haal geen ongezonde dingen in huis, ga wandelen of fietsen als je niet intensief wilt bewegen. 
  • Zorg voor continuïteit na behalen doel, zodat het gewicht op peil blijft. 


Voor advies en voorlichting, gebruik goede informatiebronnen; website voedingscentrum of een diëtist.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Hoe gezond zijn de voedingsmiddelen in je koelkast en voorraadkast? 

  • Kijk eens bewust naar wat jij in huis hebt aan voedingsmiddelen, let op de manier van verpakken, bekijk de vormgeving en lees de etiketten.
    Scan eventueel met de app 'kies ik gezond?' of er gezondere alternatieven zijn. 
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer spreek je van een dieet?
A
als iemand zijn eetgewoonten aanpast wegens hoge bloeddruk
B
Op voorschrift van een arts of diëtist eetgewoonten aanpassen
C
Als iemand zijn eetgewoonten aanpast wegens overgewicht
D
Als iemand zijn eetgewoonten aanpast wegens een te hoog cholesterol

Slide 14 - Quizvraag

Mensen leggen zichzelf vaak een 'dieet' op, maar dat is geen echt dieet. We spreken pas van een dieet als een arts of diëtist dit voorschrijft. Als vpk kun je een zv-er ondersteunen bij het volgen van een dieet
Drinkvoeding
Sommige zorgvragers hebben drinkvoeding nodig waar extra voedingsstoffen inzitten, zoals eiwitten, vetten, vitamines, mineralen en calorieën. Wanneer kun je dit adviseren als vpk? 

Slide 15 - Tekstslide

Als zorgvragers weinig eetlust hebben, ondervoed zijn of kauwproblemen hebben kun je dit adviseren. Een arts of diëtist  schrijft dan drinkvoeding voor. Sommige nemen drinkvoeding ter vervanging van een maaltijd, anderen nemen het als bijvoeding, als aanvulling op hun normale voeding. 
Niet alle zorgvragers vinden drinkvoeding lekker, hoe kun je het aantrekkelijker/aangenamer maken?

Slide 16 - Open vraag

-je kan drinkvoeding rustig opwarmen
- laat drinkvoeding langzaam opdrinken
-verdunnen als iemand het te zoet vindt
- wanneer iemand het niet lekker vindt, probeer een andere smaak uit of een ander merk
- als men last van slijm heeft, laat dan iemand iets water drinken na het nemen van drinkvoeding. 
Welke diëten ken je?

Slide 17 - Woordweb

natriumarm, natrium beperkt.
dieet met minder cholesterol.
Energierijk en energiearm dieet. Diabetes dieet. Eiwitrijk en eiwitarm dieet, glutenvrij dieet, 
Consistentie
We noemen vastigheid of stevigheid ook wel consistentie. plaats de volgende voedingsmiddelen bij de juiste consistentie:

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dun vloeibaar
helder vloeibaar
zacht
gemalen
helder vloeibaar
dik vloeibaar

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer moet je als vpk hulp inschakelen van de                                                     (huis)arts
  • Je vermoedt een voedselallergie of intolerantie
  • zv-er is ondervoed 
  • zv-er heeft obesitas
  • zv-er heeft slik- of kauwproblemen
  • zv-er krijgt een operatie of een bestraling in het gebied van de mond of heeft het reeds ondergaan

Slide 20 - Tekstslide

ondervoeding stel je vast dmv een snaq-vragenlijst of een bmi
Wie mag zich een voedingsdeskundige noemen?
A
logopedist
B
ergotherapeut
C
diëtist
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer welke discipline?
Kijk in je boek op p. 185-186 wanneer je een diëtist, een logopedist of een ergotherapeut inschakelt. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
  • Vragen / aanvullingen / opmerkingen? 

  • Zelfstudie - Persoonlijke verzorging, wonen en huishouden

    Boek:  - Hoofdstuk 14 & 16
    Elearning: e-Xpert mbo: 14. Pvwh – Gezonde voeding
    Elearning: e-Xpert mbo: 16. Pvwh – Diëten en ondersteuning 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vond je de les nuttig/leerzaam?
0100

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies