Nederlands & Burgerschap 08-02 | Luisteropdracht - Snel lezen - Reflecteren

1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederlands

1. Filmpje + vragen over de sneeuwstorm
2. Hoe snel te lezen?
3. Wat is reflecteren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Huiswerk
HUISWERK
NEDERLANDS
Oefenexamen deel 2 (zie teams)
Podcast opdrachten

BURGERSCHAP
Portfolio inleveren: n.haggenburg@novacollege.nl
Voor zondag 14 februari 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje + vragen over de sneeuwstorm    

De vragen
De vragen die gesteld gaan worden
1. Wat is een straalstroom? 
2. Waar of niet waar:
Naar New York vanuit Amsterdam vlieg je sneller dan van New York naar Amsterdam
3. Hoeveel km draai jij op 1 dag als je op de evenaar staat?
4. Wat voor wind is de straalstroom?
5. Waar of niet waar:
De straalstroom is een rechte lijn
De straalstroom is een kronkel


Luistertips
timer
15:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een straalstroom?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel km draai jij op 1 dag als je op de evenaar staat?
A
Ongeveer 10.000 km
B
Ongeveer 20.000 Km
C
Ongeveer 30.000 Km
D
Ongeveer 40.000 Km

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?
Naar New York vanuit Amsterdam vlieg je sneller dan van New York naar Amsterdam
A
(Waar) Naar New York sneller
B
(Niet waar) Naar A'dam is sneller

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor wind is de straalstroom?
A
Oostenwind
B
Westenwind

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bewering is waar?
A
De straalstroom is een rechte lijn
B
De straalstroom is een kronkel

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Klaar met dit onderdeel

Wacht nog even totdat de rest klaar is of 
totdat de les verder gaat.

Opdracht tussendoor: 
https://www.denksport.com/online-woordzoeker#
Schrijf de betekenis van de woorden die je nog niet kent op

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederlands

1. Filmpje + vragen over de sneeuwstorm
2. Hoe snel te lezen?
3. Wat is reflecteren
Wat weten jullie nog van vorige week?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Huiswerk
HUISWERK
NEDERLANDS
Oefenexamen deel 2 (zie teams)
Podcast opdrachten

BURGERSCHAP
Portfolio inleveren: n.haggenburg@novacollege.nl
Voor zondag 14 februari 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Lezen


Open bijlage 1 die ik heb gestuurd 
en ga klaarzitten. Het gaat om bladzijde 77
Wacht met lezen tot de stopwatch start.

timer
3:00

Slide 14 - Tekstslide

  • Lees de opdracht op de slide voor.
  • Zorg dat de leerlingen klaarzitten om te beginnen met lezen.
  • Klik door naar de volgende slide om de timer te starten. 
Extra informatie
Oefentekst 1 legt op een speelse manier uit hoe uitstelgedrag werkt in je hersenen. De inhoud is niet per se relevant voor deze les maar kan wel een leuk gesprek opleveren wanneer je er verder op in wilt gaan. Aan het eind van de les wordt oefentekst 2 gelezen. Die tekst is exact even lang als oefentekst 1 om een goede vergelijking te geven van de leessnelheid van de leerlingen aan het begin en aan het einde van de les. 



Wat was je tijd?
Er is geen goed of fout
A
Minder dan 60 seconden
B
Tussen 60 en 90 seconden
C
Tussen 90 en 120 seconden
D
Meer dan 120 seconden

Slide 15 - Quizvraag

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden. 
  • Onthoud welk antwoord het meest gegeven is. 
Extra informatie
Iedereen leest op een ander tempo. Dit heeft deels te maken met hoe snel je praat: Italianen lezen bijvoorbeeld gemiddeld sneller dan Nederlanders, omdat ze ook een stuk sneller praten. Het heeft echter ook te maken met je leesvaardigheid: hoe goed ben je in staat om de tekst te volgen, de woorden te begrijpen en de tekst te verwerken? Leerlingen met dyslectie of leerlingen die moeite hebben met concentreren zullen waarschijnlijk langzamer lezen. Let op: er is geen goed of fout. De oefening is slechts om een startpunt te bepalen en leerlingen het inzicht te bieden dat iedereen leest op een ander tempo.

Hoe heb het lezen aangepakt?

Slide 16 - Woordweb

  • Laat de leerlingen antwoord geven op de vraag, en klik op de ballonnetjes om de antwoorden weer te geven. 
  • Vraag twee tot vier leerlingen om hun antwoord toe te lichten. 
Extra informatie
Het is goed mogelijk dat leerlingen de antwoorden met: "Gewoon lezen", dit is niet gek. Ze lezen al minimaal tien jaar waardoor het echt een gewoonte is geworden. Dit zorgt ervoor dat leerlingen zich niet meer bewust zijn van het feit dat ze een strategie gebruiken. Echter valt er een hoop te leren over lezen, en omdat er veel tijd aan besteden kan een kleine verbetering in leessnelheid, retentie en efficiëntie een groot verschil maken!


Wie lezen er (gemiddeld) sneller?
Mensen uit...
A
Italië
B
Nederland

Slide 17 - Quizvraag

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden. 
  • Klik door naar de volgende slide voor de uitleg van het juiste antwoord. 


Antwoord

Italianen lezen het snelst!

Slide 18 - Tekstslide

  • Lees de tekst op de slide voor. 
Extra informatie
Italianen praten sneller dan mensen uit Nederland. Dat zorgt ervoor dat ze ook sneller lezen omdat de meeste mensen zichzelf hardop in hun hoofd voorlezen. 


Waarom denk je dat Italianen
gemiddeld sneller kunnen lezen?
A
Ze lezen vaker
B
Ze praten sneller
C
Ze zijn slimmer
D
Ze denken sneller

Slide 19 - Quizvraag

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden. 


Spreektempo

De meeste mensen lezen net zo snel 
als dat ze praten. Ze lezen namelijk 
hardop voor in hun hoofd. 

Slide 20 - Tekstslide

  • Lees de tekst op de slide voor. 
Extra informatie
Mensen denken gemiddeld met 800 tot 1400 woorden per minuut. We lezen daarentegen gemiddeld slechts tussen de 150 en 250 woorden per minuut. Doordat men als het ware de tekst voor zichzelf voorleest beperken we ons leestempo én laten we ruimte om aan andere dingen te denken (en dus afgeleid te raken!). Het leestempo opvoeren zorgt er daarom niet alleen voor dat je sneller door de tekst gaat, maar zorgt er ook voor dat je concentratie en tekstbegrip verbeteren!  


Slide 21 - Video

  • Klik op het filmpje om af te spelen. 
Extra informatie
Mark Tigchelaar heeft neuropsychologie gestudeerd. Hij houdt zich bezig met het begeleiden van mensen om hun prestaties te verbeteren. In deze video legt hij uit hoe sneller lezen bijdraagt aan een betere concentratie. 

Slide 22 - Tekstslide

Extra informatie
Tijdens het ervaren krijgen leerlingen wetenschappelijke theorie en slimme leertips uitgelegd waar ze volgens mee aan de slag gaan. Het doel is dat ze ontdekken hoe de aangeboden kennis, technieken en/of strategieën voor hen werken. Hierin is het belangrijk dat de leerlingen zelf gaan ervaren. Alleen dan kunnen ze zelf kiezen of en wat ze willen met de opgedane ervaring. Voor meer informatie over het ervaren kan je kijken op pagina 10 van het slim jezelf zijn boek of lezen over het ervaren in de quickstart guide.


Lees sneller

Lees sneller om de leegte in je 
hoofd op te vullen. Daardoor ben je 
sneller door je tekst heen én heb je meer concentratie!

Slide 23 - Tekstslide

  • Lees de tekst op de slide voor.
Extra informatie
Wanneer je leest op spreektempo houd je hersencapaciteit over. Daardoor dat er gedachtes op kunnen komen of je gemakkelijk afgeleid raakt door iets in je omgeving wanneer je aan het lezen bent. Door je tempo op te voeren gebruik je meer hersencapaciteit en kan je je beter concentreren. 


Opdracht

  • Iemand krijgt de beurt
  • De één maakt drie keer een zo groot 
mogelijk rondje met de ogen. 
  • De ander bekijkt de oogbeweging. 
  • Iemand anders krijgt de beurt en
    doet hetzelfde

Slide 24 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
  • Laat de leerlingen de opdracht uitvoeren. 
Extra informatie
Je ogen maken de hele tijd kleine sprongetjes als je ergens naar kijkt. Dat komt omdat we op die manier een compleet beeld vormen van de hele omgeving. Maar als je dit doet met lezen is dat niet handig want het kost tijd om steeds die sprongetjes te maken en het zorgt ervoor dat je ogen wegschieten van het stukje tekst waar je op dat moment bent. 


Hoe zag het rondje eruit?
A
Soepel en netjes rond
B
Schokkerig en hoekig

Slide 25 - Quizvraag

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.

Slide 26 - Video

  • Klik op de video om hem af te spelen. 


Uitproberen

Oefen het snellezen met je pen op 
de tekst op pagina 56 van de bijlage.
timer
3:00

Slide 27 - Tekstslide

  • Laat de leerlingen oefenen met de tekst op pagina 56 of werkblad 1.
  • Start de stopwatch.
  • Als er leerlingen al klaar zijn kunnen ze weer beginnen bij het begin van de pagina.
Extra informatie
Je ogen volgen graag een lijn dan schieten ze niet heen en weer. Het is daarom handig om een bladwijzer te gebruiken of de woorden aan te wijzen met je pen. Bovendien is zo lezen minder vermoeiend voor je ogen. 


Sneller lezen


Ga nu twee keer zo snel met je pen.
Oefen dit met pagina 57 uit je boek (bijlage 2). 
Wacht tot de timer wordt gestart. 
timer
1:30

Slide 28 - Tekstslide

  • Laat de leerlingen de tekst op pagina 57 nog een keer lezen maar dan twee keer zo snel.
  • Start de stopwatch.
  • Als er leerlingen al klaar zijn kunnen ze weer beginnen bij het begin van de pagina.
Extra informatie
Ondanks dat het lezen met een pen gelijk effect kan hebben is het ontzettend wennen. We zijn immers zo gewend aan de manier waarop we normaalgesproken lezen. Daarom kan het helpen om een steuntje in de rug te krijgen.


Sneller lezen

Door te oefenen word je steeds beter. 
De wereldkampioen snellezen leest 
met 3850 woorden per minuut! 

Slide 29 - Tekstslide

Extra informatie
Om op een andere manier te oefenen met snellezen kun je ook kijken op www.spreeder.com/app.php. Op deze site kun je een tekst plakken die vervolgens woord voor woord in beeld verschijnt op een zelf te bepalen tempo. Zo kun je jezelf uitdagen om te wennen aan een sneller leestempo. Als dit goed gaat kun je ook meerdere woorden per keer aanbieden. Het zal je verbazen hoeveel invloed een kwartier oefenen met spreeder op je leessnelheid kan hebben.


Verschil meten

Pak pagina 71 van je boek erbij 
en ga klaarzitten. Wacht met 
lezen tot de stopwatch start.

Slide 30 - Tekstslide

  • Laat de leerlingen pagina 71 van hun boek erbij pakken.
  • Klik door naar de volgende slide om de timer te starten. 

Noteer je 'leestijd' op pagina 71. 
stopwatch
00:00

Slide 31 - Tekstslide

  • Zet de stopwatch en laat de leerlingen de tekst lezen. 
  • Herinner de leerlingen eraan om na het lezen hun tijd op te schrijven.


Wat was je tijd?
A
Minder dan 60 seconden
B
Tussen 60 en 90 seconden
C
Tussen 90 en 120 seconden
D
Meer dan 120 seconden

Slide 32 - Quizvraag

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden. 
  • Vergelijk de antwoorden met de eerste test. 



Kijk naar je tijd bij tekst 1.
Ging tekst 2 lezen...
A
Sneller
B
Ongeveer hetzelfde
C
Langzamer

Slide 33 - Quizvraag

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden. 



Oefening baart kunst

Snellezen is een vaardigheid. Elke 
keer als je leest kun je oefenen 
met je pen. Voor je het weet ben
je een echte snelleeskampioen!

Slide 34 - Tekstslide

  • Lees de tekst op de slide voor. 
Extra informatie
Onze hersenen passen zich aan naar datgene wat wij regelmatig doen. Wanneer je iets nieuws leert wordt er een nieuwe verbinding gemaakt in de hersenen. Deze is in het begin nog niet zo sterk. Naarmate je iets vaker doet wordt de verbinding sterker. Je hersenen passen zich aan. Dit geldt ook voor snellezen, je wordt steeds beter in snellezen naarmate je het vaker doet. 


Wat wordt jouw (leer)doel?

Slide 35 - Open vraag

  • Zorg dat de leerlingen de vraag beantwoorden.


Even een check: Wat heb jij gedaan in
de les?

Slide 36 - Open vraag

  • Zorg dat de leerlingen de vraag beantwoorden.


Even een check: Wat was het resultaat
van wat je hebt gedaan?

Slide 37 - Open vraag

  • Zorg dat de leerlingen de vraag beantwoorden.


Even een check: Wat heb je geleerd?

Slide 38 - Open vraag

  • Zorg dat de leerlingen de vraag beantwoorden.
Wat vond je van
deze les?

Slide 39 - Woordweb

  • Zorg dat de leerlingen de vraag beantwoorden.
Extra informatie
Het platform LessonUp slaat de antwoorden van de leerlingen automatisch op. Zodoende gebruiken we de feedback van de leerlingen voor het continu aanscherpen van ons materiaal en het ontwikkelen van nieuwe lessen.




Wat we zojuist hebben gedaan

is reflecteren

Slide 40 - Tekstslide

  • Lees de tekst op de slide voor en klik door naar de volgende slide.
Nederlands

1. Filmpje + vragen over de sneeuwstorm
2. Hoe snel te lezen?
3. Wat is reflecteren
Hebben jullie nog
vragen?

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bladzijde 70

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Waar denk je aan bij
'reflecteren'?

Slide 44 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je wel eens eerder gereflecteerd?
Ja, op school
Ja, uit mij zelf
Nee
Nee, en ik snap nog niet wat het is

Slide 47 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het belangrijk om te reflecteren?

Slide 48 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Handige link
Voor meer informatie: 
https://ganaar.link/reflecteren1

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe reflecteert Jochem?

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Huiswerk
HUISWERK
NEDERLANDS
Oefenexamen deel 2 (zie teams)
Podcast opdrachten

BURGERSCHAP
Portfolio inleveren: n.haggenburg@novacollege.nl
Voor zondag 14 februari 

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies