4.6 Ongelijkheid in Nederland

Aardrijkskunde   1h/v  H4
4.6 Ongelijkheid in Nederland

Je kan redenen opnoemen waarom MNO's in Nederland willen vestigen.
Je kan de ruimtelijke ongelijkheid in Nederland op verschillende schaalniveaus beschrijven.
Je begrijpt dat welke vier zaken leiden tot sociale ongelijkheid in Nederland.
Uitleg via LessonUp.

Tijdens de uitleg stel ik vragen om te kijken of je het begrijpt.
Tijdens de uitleg stel ik vragen om te kijken of je het begrijpt.
Maken opdracht 1 t/m 6
Hoe ging de les? (proces)
Wat heb je geleerd? (doel)
Afmaken van de opdrachten (indien nodig)
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Aardrijkskunde   1h/v  H4
4.6 Ongelijkheid in Nederland

Je kan redenen opnoemen waarom MNO's in Nederland willen vestigen.
Je kan de ruimtelijke ongelijkheid in Nederland op verschillende schaalniveaus beschrijven.
Je begrijpt dat welke vier zaken leiden tot sociale ongelijkheid in Nederland.
Uitleg via LessonUp.

Tijdens de uitleg stel ik vragen om te kijken of je het begrijpt.
Tijdens de uitleg stel ik vragen om te kijken of je het begrijpt.
Maken opdracht 1 t/m 6
Hoe ging de les? (proces)
Wat heb je geleerd? (doel)
Afmaken van de opdrachten (indien nodig)

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis
Je kan redenen opnoemen waarom MNO's in Nederland willen vestigen.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen van deze les
Je kan de ruimtelijke ongelijkheid in Nederland op verschillende schaalniveaus beschrijven.

Je begrijpt dat welke twee zaken leiden tot sociale ongelijkheid in Nederland.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel 1
Je kan de ruimtelijke ongelijkheid in Nederland op verschillende schaalniveaus beschrijven.

Slide 4 - Tekstslide

Relatieve armoede
Op de kaart zie je welke gebieden eruit springen als het gaat om de laagste inkomens.

Welke twee gebieden vallen op?

Slide 5 - Tekstslide

Relatieve rijkdom
Waar in Nederland dus in steden veel armoede is, is in de dorpen en steden om de grote steden juist veel rijkdom.
Het meeste geld is te vinden in de Randstad: veel werk en veel economische activiteit.

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoel 2
Je begrijpt dat welke twee zaken leiden tot sociale ongelijkheid in Nederland.

Slide 7 - Tekstslide

Relatieve armoede
Er wordt geschat dat 1/5 van de huishoudens onder de schulden heeft. Dat zorgt er vaak voor dat zij bijv. niet op schoolreis kunnen, een goede jas kunnen kopen, etc.

Dit wordt ook wel relatieve armoede genoemd.
Of iemand behoort tot deze groep, is afhankelijk van de volgende 4 redenen:

Slide 8 - Tekstslide

Inkomen, onderwijs en beroep
Als je werk hebt, heb je een hoger inkomen. Of je werk hebt is meestal afhankelijk van je opleidingsniveau.
Als je geleerd hebt voor een beroep wordt dat dus goed beloond.

Slide 9 - Tekstslide

Gezondheid
Welke conclusies kan je trekken op basis van deze bron?

Slide 10 - Tekstslide

Sociale netwerken
Vaak is het zo dat als jij een sociaal vangnet hebt (familie, vrienden, kennissen) kunnen zij je helpen om uit "de shit te komen".

Slide 11 - Tekstslide

Taal en communicatie
Of je goed kunt uitdrukken om te bereiken wat je wilt.
Als je de brieven van de belastingdienst niet kan lezen, of geen zorgtoeslag kan aanvragen, kan je het ook niet makkelijk krijgen. 

Slide 12 - Tekstslide

Vragen? :-)

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag:
LB blz 206-207

Maak nu opdracht:  1 t/m 6
Niet af? -> huiswerk

Daarna: ontspannen door lezen/tekenen/
ander vak/topo-spelletje/Donald Duck etc.

Slide 14 - Tekstslide

Lesafsluiting
Hoe ging de les? (proces)

Wat heb je geleerd? (doel)

Is er huiswerk?

Slide 15 - Tekstslide