GYM 3 - WOE 14-5 Middeleeuwen par. 2

Welkom!
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Middeleeuwen: theorie (herhaling + ridderromans)
  • Aan de slag!
  • Huiswerk & Taalvout

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Het literaire leven in de middeleeuwen is voor jou meer gaan leven omdat we er 'handen en voeten' aan hebben gegeven.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe zag de middeleeuwse
samenleving eruit?

Slide 4 - Woordweb

De middeleeuwse samenleving

  • Mensen waren heel gelovig
  • Hiernamaals: hemel of de hel
  • Vroom met humoristische kant
  • Humoristisch gepresenteerde vrome boodschappen (bijvoorbeeld 'Jezus als herbergier op een bruiloftsfeest')
  • Humor is een geaccepteerd middel om goddelijke boodschap te vertellen

Slide 5 - Tekstslide

In de middeleeuwen zijn er grofweg gesproken drie standen:




Standenmaatschappij

- de geestelijkheid
- de adel
- de burgerij

>>> de burgerij ontstaat later -> pas wanneer de steden ontstaan en belangrijk worden.

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer begint de geschiedenis van de Nederlandse literatuur?

Slide 7 - Tekstslide

de middeleeuwen

De Nederlandse literatuur begint rond 1100

Hebban olla vogala nestas hagunnan 
hinase hic enda thu, wat unbiddan we nu?


Dit is Oudnederlands (tussen 800 en 1150).



Slide 8 - Tekstslide

Waarom begint het allemaal rond 1100?
De mens begint zichzelf een beetje te ontdekken vanaf de 12e eeuw:

  1. Kloosters zoeken toenadering tot volk.
  2. Wereldse kennis uit Arabische wereld (natuurkunde, wiskunde, medicijnen, astrologie).
  3. Adellijke hoven manifesteren zich (ridderleer / hoofsheid).
  4. Steden winnen aan betekenis: burgerij.

Slide 9 - Tekstslide

In de 15e eeuw wordt de boekdrukkunst uitgevonden. Waarom heeft dit een grote impact op de samenleving?

Slide 10 - Open vraag

de taal

Het Latijn is in de middeleeuwen niet langer de spreektaal. Wel is het de taal van de kerk en van de geleerden. Het blijft ook lange tijd de enige taal waarin werd geschreven.

Pas vanaf 800 doken er verhalen op schrift op in de volkstaal en in Nederland moesten we wachten tot 1100. Onze volkstaal heet "Diets" en klonk ongeveer zo.

Drie literaire haarden (tot in de zestiende eeuw):
Er ontstaat meer en meer een schrijfcultuur en de hoven en steden kregen behoefte aan geschoold personeel dat kon lezen en schrijven. Dan ontstaan er dus drie literaire haarden:

  1. In de kloosters (geestelijkheid)
  2. Aan het hof (adel)
  3. In de stad (burgerij)

Slide 11 - Tekstslide

Vorm en voordracht

Slide 12 - Tekstslide

Voordracht
Verhalen waren er niet om zelf te lezen, maar om  naar te luisteren!

  • Rondreizende troubadours of 
minstrelen vertelden de verhalen. 
  • Verhalen werden dus van
generatie op generatie mondeling
overgedragen.
  • Vaak uit het hoofd.

Slide 13 - Tekstslide

Hoe komt het dat je de tekst van een liedje zo goed onthoudt dat je het vaak jaren later nog steeds weet en mee kunt zingen?

Slide 14 - Open vraag

Vorm - rijmend

Egidius, waer bestu bleven?
Mi lanct na di, gheselle mijn.
Du coors die doot, du liets mi tleven.
Dat was gheselscap goet ende fijn.
Het sceen teen moeste ghestorven sijn.
Nu bestu in den troon verheven
Claerre dan der zonnen scijn.
Alle vruecht es di ghegheven.

Uit: Egidiuslied (beroemdste middelnederlandse gedicht)

Slide 15 - Tekstslide

Vorm - proza

Ik vroeg me af waar Egidius heen was gegaan. Ik vond het gemis zwaar en ik verlangde enorm naar hem. Dat hij de dood verkoos en mij dus achterliet, vind ik onverteerbaar. Ik hield namelijk heel erg van zijn gezelschap en het doet me pijn dat hij er nu niet meer is. Waar zou hij nu zijn? Hoe zou het met hem gaan? Ik blijf het me maar afvragen.

Slide 16 - Tekstslide

Waar gingen al die verhalen over en welke genres onderscheiden we?

Slide 17 - Tekstslide

Waar gingen de verhalen in de middeleeuwen over en welke genres onderscheiden we?

Slide 18 - Open vraag

anonieme schrijvers
  • Vaak vertalingen en/of bewerkingen van bestaande legendes/volksverhalen. 
  • Volkskunst: geschreven voor de groep (eenvoudig en anoniem).
  • De schrijver wilde vermaken, maar vooral ook de lezer iets leren(didactische/moraliserende functie).
  • Op god gericht: theocentrisch.

Drie genres:
  • Religieuze literatuur, ridderverhalen en hoofse literatuur.

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag!

Maak paragraaf 2.
Link: 

Let op: theorie t/m 'Belangrijkste kenmerken'. Vanaf 'Hoofse literatuur' hoeft dus niet.

Klaar? Ga verder met paragraaf 3.



Slide 20 - Tekstslide

Over welke begrippen
heb je deze les iets geleerd?

Slide 21 - Woordweb

Huiswerk & Taalvout
Zorg ervoor dat je morgen t/m p. 8 afhebt.



Let op, dit is stof voor de toets dus verwerk het goed.

Slide 22 - Tekstslide

HOOFSE LITERATUUR

Slide 23 - Tekstslide

Waarover ging de literatuur aan het hof?
Wat waren belangrijke normen en waarden?

Slide 24 - Open vraag

Het lied in de middeleeuwen
Ridderromans

  • Karelromans
  • Arthurromans

Roman betekent 'verhaal
in het Romaans' (toen de 
volkstaal in Frankrijk).

Slide 25 - Tekstslide

Karel de Grote

  • Karel de Grote (748-814)
  • Populair genre
  • Thema is eerst de strijd tegen de heidenen, later wordt het thema de ontrouw aan de leenheer.
  • Ridders zijn ruw en wreed (altijd vechten).
  • Vrouwen spelen ondergeschikte rol.
  • Soms sprookjeselementen.
Karelromans

Slide 26 - Tekstslide

Karel de Grote

  • Karel ende Elegast
  • Roelandslied

'Een razende roeland'
Iemand die nogal wild en onbehouwen is of iemand die wild tekeergaat.
Karelromans

Slide 27 - Tekstslide

Karel de Grote

  • Koning Arthur (en de ridders van de ronde tafel).
  • Queeste, bijvoorbeeld naar de heilige graal (geen oorlog).
  • Thema is liefde, vrouw in nood.
  • Ridders zijn moedig en slim.
  • Vrouwen worden vereerd (hoofsheid).
  • Soms sprookjeselementen.
Arthurromans / hoofse ridderromans

Slide 28 - Tekstslide

hoofsheid
Hoofsheid
  • Belangrijk ideaal
  • Verspreid via literatuur
  • Beschaafde omgangsvormen
  • Respect en beheersing van driften.
  • Hoofse liefde (een ridder is hartstochtelijk verliefd op een - onbereikbare - vrouw).

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

GEESTELIJKE LITERATUUR

Slide 31 - Tekstslide

Symboliek

  • getallen
  • namen
  • kleuren
  • dieren

Slide 32 - Tekstslide

In de middeleeuwen zijn er grofweg gesproken drie standen:


  • de geestelijkheid
  • de adel
  • de boeren
  • pas veel later komen daar de burgers bij (wanneer er steden ontstaan)


Symboliek - getallen

  • twee (waarschuwing voor gevaar / goed en kwaad)
  • drie (heilig getal / Vader, Zoon en Heilige Geest / drie keer dezelfde boodschap/opdracht kwam van God)
  • vijf (verwijzing naar Maria, haar naam bestaat uit vijf letters)
  • zeven (heilig getal / God schiep de wereld in zeven dagen)

Slide 33 - Tekstslide

In de middeleeuwen zijn er grofweg gesproken drie standen:


  • de geestelijkheid
  • de adel
  • de boeren
  • pas veel later komen daar de burgers bij (wanneer er steden ontstaan)


Maria

  • Mariaverering
  • Vaak afgebeeld in blauw en wit
  • Maagdelijkheid, reinheid, vroomheid en waarheid

Slide 34 - Tekstslide

In de middeleeuwen zijn er grofweg gesproken drie standen:


  • de geestelijkheid
  • de adel
  • de boeren
  • pas veel later komen daar de burgers bij (wanneer er steden ontstaan)


Dierenepiek

  • Dierenfabels: korte verhalen met een duidelijke moraal
  • Dieren in de verhalen gedragen zich als mensen
  • Vaak satire: via dieren wordt de menselijke maatschappij belachelijk gemaakt, zoals in 'Van den Vos Reynaerde'.

Slide 35 - Tekstslide

anonieme schrijvers
Veel religieuze literatuur

Twee belangrijke genres:

  1. Marialegenden
  2. Heiligenlevens

Slide 36 - Tekstslide

anonieme schrijvers
Marialegenden

Beroemdste voorbeeld:

  • Beatrijs (eind 13e eeuw)
  • Beatrijs is non, maar gaat er met haar jeugdliefde vandoor. Ze krijgen twee kinderen maar na zeven jaar verlaat de man haar. Beatrijs houdt zich zeven jaar in leven met prostitutie, maar keert dan naar het klooster terug. Daar vindt een mirakel plaats...

Slide 37 - Tekstslide