Module 5 hoofdstuk 3 havo

Wat is het verschil tussen een opbrengstenmatrix en een beslisboom?
A
Een opbrengstenmatrix vergelijkt verschillende opties op basis van opbrengst, terwijl een beslisboom een visuele weergave is van een beslissing.
B
Er is geen verschil tussen een opbrengstenmatrix en een beslisboom.
C
Een beslisboom is een opbrengstenmatrix met minder opties.
D
Een opbrengstenmatrix is een beslisboom met minder opties.
1 / 31
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat is het verschil tussen een opbrengstenmatrix en een beslisboom?
A
Een opbrengstenmatrix vergelijkt verschillende opties op basis van opbrengst, terwijl een beslisboom een visuele weergave is van een beslissing.
B
Er is geen verschil tussen een opbrengstenmatrix en een beslisboom.
C
Een beslisboom is een opbrengstenmatrix met minder opties.
D
Een opbrengstenmatrix is een beslisboom met minder opties.

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

een gevangenendilemma
A
zijn er dominante strategiëen
B
is er een sub-optimaal Nash-evenwicht
C
beide zijn juist

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Is er sprake van een gevangenendilemma?
A
Nee, want de uitkomst is optimaal (25/20)
B
Nee want er is alleen een betere optie voor 1
C
ja, er is een betere optie voor beiden (25/20)
D
Ja, want ze hebben beide een dominante strategie

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke optie kiest Jumbo als gegeven is dat Albert Heijn bij geen enkele actie van Jumbo zou reageren met een prijsverlaging?
A
wel prijsverlaging
B
geen prijsverlaging

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onderhandelen en Nash-evenwichten in Economiespellen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je uitleggen waarom er onderhandeld moet worden bij een economiespel met meerdere Nash-evenwichten, kun je een economiespel met meerdere Nash-evenwichten oplossen, kun je toelichten hoe verzonken kosten in de vorm van een specifieke investering de uitkomsten van een economiespel kunnen beïnvloeden, kun je het berovingsprobleem uitleggen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide geeft de leerdoelen weer. Bespreek deze met de leerlingen en leg uit wat er verwacht wordt van de leerlingen aan het einde van de les.
Onderhandelen bij meerdere Nash-evenwichten
Soms hebben economiespellen meerdere Nash-evenwichten. Dit betekent dat er meerdere uitkomsten mogelijk zijn. Onderhandelen kan helpen om tot een gewenste uitkomst te komen.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat Nash-evenwichten zijn. Bespreek vervolgens wat er gebeurt als er meerdere Nash-evenwichten zijn. Leg uit waarom onderhandelen dan belangrijk kan zijn en wat het kan opleveren.
Welke nash evenwichten vinden we hier? Voor welk evenwicht zou jij kiezen? Waarom?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gezamenlijke opbrengst
Je kunt een oplossing vinden door te kijken naar de gezamenlijke opbrengst. Je gaat dan voor het evenwicht met de hoogste gezamenlijke opbrengst.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oplossen van economiespellen met meerdere Nash-evenwichten
Maar wat nu als beide gezamenlijke opbrengsten gelijk zijn? Een manier om een economiespel met meerdere Nash-evenwichten op te lossen is door het toevoegen van extra informatie. Bijvoorbeeld door het toevoegen van verzonken kosten.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit hoe extra informatie kan helpen om een economiespel met meerdere Nash-evenwichten op te lossen. Bespreek ook wat verzonken kosten zijn en hoe dit kan helpen.
Welke evenwichten hebben we hier, wat is de oplossing?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verzonken kosten en specifieke investeringen
Verzonken kosten zijn kosten die al gemaakt zijn en niet terug te draaien zijn. Specifieke investeringen zijn investeringen die alleen bruikbaar zijn voor een bepaalde activiteit. Als deze activiteit niet plaats vindt heb je er dus niets aan en ben je het geld kwijt.

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit wat verzonken kosten zijn en wat specifieke investeringen zijn. Bespreek ook wat het verschil tussen deze twee is.
verzonken kosten
De opbrengstenmatrix geeft de waardering voor een avondje uit. Jeroen heeft echter een vriendenpas van de toneelvereniging gekocht. Deze pas geeft pashouders de mogelijkheid om de acteurs te ontmoeten. Hierdoor verandert de matrix: Jeroens waardering voor toneel stijgt met 1 en zijn waardering voor film daalt met 1. Hoe zit de nieuwe matrix eruit?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkeur voor een Nash-evenwicht
Een speler kan een voorkeur hebben voor een bepaald Nash-evenwicht, bijvoorbeeld vanwege verzonken kosten.

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit waarom een speler een voorkeur kan hebben voor een bepaald Nash-evenwicht. Bespreek ook wat verzonken kosten hiermee te maken hebben.
Invloed van verzonken kosten op economiespellen
Verzonken kosten kunnen de uitkomsten van economiespellen beïnvloeden. Spelers kunnen vast blijven houden aan een bepaalde uitkomst vanwege de gemaakte verzonken kosten.

Slide 15 - Tekstslide

Leg uit hoe verzonken kosten de uitkomsten van economiespellen kunnen beïnvloeden. Bespreek ook waarom spelers vast kunnen blijven houden aan een bepaalde uitkomst vanwege de gemaakte verzonken kosten.
Het berovingsprobleem
Het berovingsprobleem gaat over de vraag hoe je iemand kunt overhalen om te investeren in een gezamenlijk project, zonder dat deze investering gestolen kan worden door anderen. Er is sprake van een berovingsprobleem als in een samenwerking tussen twee partijen, de ene partij meer investeert in de samenwerking dan de andere partij die daardoor een machtspositie heeft en daar gebruik van kan maken.

Slide 16 - Tekstslide

Leg uit wat het berovingsprobleem is. Bespreek ook waarom dit een probleem kan zijn bij gezamenlijke projecten.
uitleg berovingsprobleem
Twee partijen (A en B) werken samen
Partij A investeert (meer dan B) in de samenwerking
Er ontstaat een berovingsprobleem (hold-up) als de specifieke investering van A niet kan worden terugverdiend zonder de samenwerking. De specifieke investering kan worden beschouwd als verzonken kosten.
Partij B heeft een machtspositie en kan daar gebruik van maken
Gevolg: partij A weet dit van tevoren en gaat niet investeren in de relatie

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vermindering van de prikkel om te investeren
Het berovingsprobleem kan de prikkel om te investeren verminderen. Als een investering gestolen kan worden, wordt de kans dat iemand investeert kleiner.

Slide 19 - Tekstslide

Leg uit waarom het berovingsprobleem de prikkel om te investeren kan verminderen. Bespreek ook waarom dit een probleem kan zijn.
Oplossing: sociale normen
Sociale normen kunnen helpen om het berovingsprobleem op te lossen. Als er sociale normen zijn die het stelen van investeringen afkeuren, is de kans dat iemand investeert groter.

Slide 20 - Tekstslide

Leg uit hoe sociale normen kunnen helpen om het berovingsprobleem op te lossen. Bespreek ook waarom sociale normen hierbij kunnen helpen.
Voorbeeld: afspraken maken in een groepsproject
Een voorbeeld van afspraken maken is het opstellen van regels voor een groepsproject op school. Hierbij worden afspraken gemaakt over wie wat doet en wat er gebeurt als iemand zich niet aan de afspraken houdt. Bijvoorbeeld er moet getrakteerd worden op pizza.

Slide 21 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van afspraken maken. Bespreek ook waarom dit een goed voorbeeld is.
Samenvatting
Aan het einde van deze les heb je geleerd wanneer er onderhandeld moet worden bij een economiespel met meerdere Nash-evenwichten, hoe je een economiespel met meerdere Nash-evenwichten oplost, wat verzonken kosten en specifieke investeringen zijn, hoe verzonken kosten in de vorm een economiespel kunnen beïnvloeden, wat het berovingsprobleem is inclusief oplossingen.

Slide 22 - Tekstslide

Geef een samenvatting van de belangrijkste punten uit de les. Bespreek ook kort wat de leerlingen hebben geleerd en wat ze nog niet begrijpen.
Hoe kunnen sociale normen helpen bij het berovingsprobleem?
A
Sociale normen kunnen helpen doordat het stelen van investeringen afgekeurd wordt.
B
Sociale normen kunnen helpen door het stelen van investeringen aan te moedigen.
C
Sociale normen kunnen helpen door het investeren te ontmoedigen.
D
Sociale normen hebben geen invloed op het berovingsprobleem.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het berovingsprobleem?
A
Het probleem van hoe je investeringen kunt stelen van anderen.
B
Het probleem van hoe je iemand kunt overhalen om te investeren in een individueel project.
C
Het probleem van hoe je iemand kunt overhalen om in een gezamenlijk project te investeren, zonder dat deze investering gestolen kan worden door anderen.
D
Het probleem van hoe je iemand kunt overhalen om helemaal niet te investeren.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een Nash-evenwicht?
A
Een situatie waarin een speler altijd verliest.
B
Een situatie waarin spelers blijven afwijken.
C
Een situatie waarin een speler altijd wint.
D
Een situatie waarin geen speler zijn uitkomst kan verbeteren door eenzijdig af te wijken.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn specifieke investeringen?
A
Investeringen die alleen bruikbaar zijn voor een bepaalde activiteit.
B
Investeringen die altijd winstgevend zijn.
C
Investeringen die voor meerdere activiteiten gebruikt kunnen worden.
D
Investeringen die niet bruikbaar zijn.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn verzonken kosten?
A
Kosten die terug te draaien zijn.
B
Kosten die al gemaakt zijn en niet terug te draaien zijn.
C
Kosten die variabel zijn.
D
Kosten die nog gemaakt moeten worden.

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een berovingsprobleem ontstaat bij het bestaan van
A
een gevangenendilemma
B
een prijzenoorlog
C
meeliftgedrag
D
verzonken kosten

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 29 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 30 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 31 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.