7. Herhaling grammatica Hoofdstuk 2

Bonjour !



1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bonjour !



Slide 1 - Tekstslide

Le programme aujourd'hui 
- Terugblik SO
- Herhaling grammatica 
- Tâche mon/ma meilleur(e) ami(e)
- Domaine: SOM
- Surprise......?


Slide 2 - Tekstslide

checklist (voor passé composé)
werkwoord avoir 👊 
werkwoord être 👊 
uitgang -RE 👊
uitgang -ER 👊......surprise

Slide 3 - Tekstslide

Verbes être et avoir 
- Regel ?
Helaas....stampen

Slide 4 - Tekstslide

Au travail!
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Verbes en RE
- Regel ?
Helaas....stampen (encore)

Slide 6 - Tekstslide

De stam van de werkwoorden op -re vind je door -re eraf te halen.
(vendre - vend).
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

De ww -re
Verbind het persoonlijk voornaamwoord aan de juiste uitgang
Ensemble VENDRE

Slide 8 - Tekstslide

présent: verbes -re

je rends (ik geef terug)
tu rends
il rend
nous rendons
vous rendez                     
ils rendent
Zie je La Tour Eiffel?......pak je schrift

Slide 9 - Tekstslide

Ga naar lessonup.app

 Pak je laptop



Slide 10 - Tekstslide

répondre
attendre
entendre 
vendre
perdre
De werkwoorden op –RE :
verkopen
antwoorden
wachten op
horen
verliezen

Slide 11 - Sleepvraag

présent:
Nous (vendre) ___ des glaces.
A
vend
B
vendent
C
vends
D
vendons

Slide 12 - Quizvraag

présent:
Ils (répondre) ___à mon mail.
A
répondent
B
réponde
C
répond
D
répondez

Slide 13 - Quizvraag

présent:
Je (perdre) ___ mon portable.

Slide 14 - Open vraag

présent:
Elle (attendre) ___ le métro

Slide 15 - Open vraag

vous avez des questions?


Slide 16 - Tekstslide

Ton meilleur ami / ta meilleure amie

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Vertel de naam en woonplaats (en français)

Il/elle s'appelle...

Il/elle habite à...

Slide 19 - Tekstslide

Lieu de naissance 
Naître = geboren zijn 

Il est né à ...
Elle est née à ...

Slide 20 - Tekstslide

Famille - vertel hoe de familie eruit ziet
Il/elle a....
une mère * un père * un frère * une soeur * une belle-mère * un beau-père * un beau-frère * une belle-soeur

Deux, trois, quatre...

Slide 21 - Tekstslide

Vertel over huisdieren
Il/elle a un chien et un chat.
Il/elle n'a pas d'animaux domestiques.
Autrefois, il/elle avait ...

Slide 22 - Tekstslide

Animaux domestiques
Il/elle a....
Deux, trois, quatre...

Pas d'animaux?
Il/elle n'a pas d'animaux domestiques. Ou il/elle a eu

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Les hobbies 
Il/elle fait du/de la

  • foot, tennis, danse...

il/elle aime
  • jouer au piano, chanter...

Slide 30 - Tekstslide

"SURPRISE"

Slide 31 - Tekstslide

Blooket

Slide 32 - Tekstslide

Les devoirs

 . LEER EN BLIJF LEREN....en kijk in SOM !!!
.  LEES GOED DE OPDRACHT

Slide 33 - Tekstslide

Au revoir !

Slide 34 - Tekstslide