Werkwoordspelling

Nederlands Werkwoorspelling 
JvO jaar 1
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands Werkwoorspelling 
JvO jaar 1

Slide 1 - Tekstslide

Startvraag:

'verwend' is een
A
PV
B
VD
C
allebei

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de eerste stap die je neemt om te kijken of een werkwoord op een d of t eindigt?
A
Ik kijk in welke tijd het staat
B
Ik zoek de persoonsvorm op
C
Ik doe het op gevoel
D
Ik doe maar wat

Slide 3 - Quizvraag

Neem dit schema over in je schrift
PV teg. tijd
PV verl. tijd
Ik  ...  jij?
stam
stam + te / de
Hij / zij/ u/ jij / het
stam + t
stam + te / de
wij/ zij/ jullie
infinitief
stam + ten / den

Slide 4 - Tekstslide

verwend is géén PV, want:
PV tegenwoordige tijd
PV verleden tijd
verwen (stam)
verwende (stam + de)
verwent (stam + t)
verwende (stam + de)
verwennen (infinitief)
verwenden (stam + den)

Slide 5 - Tekstslide

De stappen 
  1. Is het geen pv?
  2. Dan is het een:
- voltooid deelwoord (VD) > ik heb verwend.
- infinitief (INF), ofwel hele werkwoord) > ik ga verwennen.
- bijvoeglijk naamwoord (BN)  > de verwende jongen.

- onvoltooid deelwoord (OD) > giechelend liep ik naar huis.

Slide 6 - Tekstslide

't ex-kofschip: bij PV VT / VD

Slide 7 - Tekstslide

Even oefenen...

Slide 8 - Tekstslide

verwacht
A
PV
B
VD
C
allebei
D
geen van beide

Slide 9 - Quizvraag

gebeurt
A
PV
B
VD
C
allebei
D
geen van beide

Slide 10 - Quizvraag

verteld
A
PV
B
VD
C
allebei
D
geen van beide

Slide 11 - Quizvraag

Gisteren ... (missen) ik de laatste trein.
A
mistte
B
miste
C
mist
D
mis

Slide 12 - Quizvraag

De misdadiger ... (bekennen) de overval.
A
bekend
B
bekent
C
kan allebei

Slide 13 - Quizvraag

Het is saai als er nooit iets ... (gebeuren)
A
gebeurt
B
gebeurd
C
kan allebei

Slide 14 - Quizvraag

Hij was blij dat hij eindelijk die muur had ... (verven)
A
geverft
B
geverfd
C
kan allebei

Slide 15 - Quizvraag

Weektaak
syllabus Taalverzorging 1

- Lees de theorie op blz. 28 en 29
- Maak de oefening 1 t/m 7
- Controleer je huiswerk: de antwoorden liggen klaar

extra oefening en theorie op www.cambiumned.nl 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

VD / INF / BN
VD: Als je werkwoord een voltooid deelwoord is, dan gebruik je 
't exkofschip 

infinitief: Dat is het hele werkwoord

bijvoeglijk naamwoord: dat zegt iets over het znw en schijf je zo kort mogelijk. 

Slide 20 - Tekstslide

Even oefenen in je schrift.
(schrijf de zin over en onderstreep als eerst de pv)

1. Hij ........ (vertellen) een verhaal. 

2. Hij heeft een verhaal ....... (vertellen). 

3. Marije ....(vinden) de les leuk


Slide 21 - Tekstslide

De antwoorden
1. Hij vertelt een verhaal.
(pv, tt, stam/stam +t) 

2. Hij heeft een verhaal verteld.
(vtdw, 't exkofschip)

3. Marije vindt de les leuk
(pv, tt, stam/stam +t)

Slide 22 - Tekstslide

Wie zijn lessen goed ....... (voorbereiden), zal er veel van opsteken.
A
Voorbereidt
B
Voorbereid
C
Voorbereit
D
Voorbereidde

Slide 23 - Quizvraag

Wat vond ik van de uitleg?

Slide 24 - Open vraag

En nu zelf oefenen!! 
1 t/m 20 moet af zijn. 

Antwoorden in de volgende les.

Als dit niet goed leesbaar is, ga je naar het document in de studiewijzer  

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide