Les - debat

Les - debat
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les - debat

Slide 1 - Tekstslide

Moet de leeftijdsgrens voor het drinken van alcohol opgetrokken worden tot 18 jaar?




klassikaal voorbeeld

Slide 2 - Tekstslide

Smartphones moeten overal worden toegelaten op school


samenwerking

Slide 3 - Tekstslide

samenwerkend schrijven + expliciete schrijfinstructie

argumentatieve tekst:
  • standpunt over optrekken minimumleeftijd
  • tegenstandpunt
  • argumenten om het standpunt te onderbouwen
  • tegenargumenten 
  • weerlegging van het tegenargument

Slide 4 - Tekstslide

aanleren van schrijfstrategieën
expliciet aanleren hoe leerlingen een tekst plannen

Slide 5 - Tekstslide

schrijfstrategie
  • plannen: belang van bronteksten grondig doorlezen
op welke manier op zoek gaan naar pro- en contra-argumenten
obv deze argumenten een standpunt innemen en nadenken over hoe tegenargumenten kunnen worden weerlegd. 
  • eerste versie schrijven
  • reviseren (structuur van de tekst, inhoudelijk: alinea's met argumenten toevoegen en oppervlakking: hoofdletters)

Slide 6 - Tekstslide

startzinnen als hulpmiddel voor brainstorm
of om argumentatieve tekst op te bouwen

Slide 7 - Tekstslide

https://www.demorgen.be/nieuws/wat-met-ons-dat-is-het-gevoel-waar-velen-mee-zitten-zo-kijkt-de-nieuwe-generatie-stemgerechtigden-naar-de-politiek~b04da884/ 

Slide 8 - Tekstslide

Retorica 
Wat is retorica? Leer van welsprekendheid = inzicht in overtuigend spreken (of schrijven)
  • Hoe vind je goede info en zorg je dat die compleet is? 
  • Hoe orden je die informatie? 
  • Welke argumentatie is passend en overtuigend, en hoe verwoord je die helder, foutloos en correct? 
  • Hoe zet je taal in "als wapen"?

Slide 9 - Tekstslide

Retorica als vak
In de oudheid werd retorica een vak (5e eeuw v.Chr.). Veel aandacht voor sprekers in de oudheid: een burger die zich verdedigt tegen een beschuldiging van overspel of diefstal had enkel zijn woord om zich te verdedigen. (taal als wapen)
Griekenland: Aristoteles
  • Ethos (karakter dat de spreker pratend opbouwt) = geloofwaardigheid van een spreker op basis van deskundigheid, betrouwbaarheid en/of betrokkenheid
  • Pathos (gevoelens die de spreker oproept) = gevoelens waardoor het publiek een ommezwaai maakt. Bv. persoonlijke ervaringen, details en verhalen
  • Logos (argumentatie) = kracht van de aangevoerde argumenten 

Slide 10 - Tekstslide

Overtuigen of manipuleren?
Inzicht in retorica kan misbruikt worden. 
Door trucs manipuleert de spreker de feiten en/of de luisteraar. Hoe je het zegt is belangrijker dan wat je zegt. 
spanningsveld tussen waarheid en techniek van overtuigen is ook in deze tijd actueel. vb. politici proberen opzettelijk onjuiste informatie te presenteren als feiten. 

Slide 11 - Tekstslide

vinden en ordenen
Vinding = onderwerp verkennen en mogelijke argumenten bedenken:
  • voor of tegen
  • welke selecteren voor het punt dat je wil maken
  • welke weerleggingen zijn er te bedenken
vb. door informatie uit verschillende bronnen aan elkaar te verbinden, hoewel ze in kwaliteit kunnen wisselen en in onderlinge tegenspraak kunnen zijn. Welke info is bruikbaar? Waar komt dat door? 

Vindplaatsen in kaart brengen: dialogen, groepsgesprekken, discussies en debatten (meekijken en beoordelen). 


Slide 12 - Tekstslide

logos
logos = de kracht door de aangevoerde argumenten: wanneer heeft iemand gelijk? Wanneer hij rationeel gelijk heeft of het publiek hem gelijk geeft? 
Probeer bij het lezen van korte teksten en dialogen met de leerlingen in dialoog te komen: welke standpunten kom je tegen? 
Welke verborgen en verzwegen standpunten zijn er? 
Ook nadat leerlingen een tekst hebben gelezen:
  • Gebruikte men logische argumentatie? 
  • Verwachtte je die? 
  • Was de argumentatie overtuigend? 
Gebruik actuele teksten, podcasts, toespraken en discussieprogramma's
Stadia + regels in een argumentatieve discussie: Vaardig met vakinhoud pg.139 -140

Slide 13 - Tekstslide

ethos
Geloofwaardigheid kan een spreker creëren op basis van deskundigheid, betrouwbaarheid en/of betrokkenheid. 
Je kan kijken naar toespraken en aandacht besteden aan hoe de spreker overkomt: eerst kijken naar uiterlijk, stem, gebaren (eerste indruk), daarna: stijl, taal, creativiteit om een specifiek beeld te geven? 
Gebruiken de sprekers stijlfiguren, gedachte- of woordfiguren waarmee ons denken over hen wordt beïnvloed? 
voorbeeld: Je bent een security agent en staat voor een groep wachtende supporters. Je wilt dat ze wat rustiger door de hekken gaan. Hoe stel je je op? Bespreek welk ethos passend is in welke situaties. De setting: wie ben ik? waar sta ik? wie is mijn publiek? wie moet ik overtuigen? 

Slide 14 - Tekstslide

ethos
retoricaopdrachten
  • Je bent 15  en je weet dat je niet een paar dagen naar een festival mag. Je wilt graag en trekt op vrijdagavond je stoutste schoenen aan. Je publiek bestaat uit je ouders en je zusje. Je stelling is: "Laat me naar het festival gaan voor een paar dagen." Hoe bereik je dat doel? Welk ethos is het best? 

Slide 15 - Tekstslide

De vier stijldeugden
  1. Foutloos spreken: zelf uitdagende teksten laten schrijven en stijlfotuen herkennen. 
  2. Helder spreken: voorbeelden tonen + observaties doen in allerlei situaties (vb. laat ze de ontbijttafel beschrijven, zet een willekeurige streamserie ergens stil en beschrijf wat er gebeurt: laat een leerling beschrijven en vraag aan de klas: is het duidelijk?)
  3. Passend spreken: woordkeus, gedrag, stijl, houding (alles in balans met onderwerp, publiek, doel en omstandigheden). je kan recente opnames bekijken van sprekers die wel of niet passend spreken. 
  4. Fraai spreken: columnisten, woordkunstenaars, rappers, sprekers of dichters. Laat leerlignen zinnen verfraaien + uitleg geven over behapbare stijlfiguren en beeldspraken. 

Slide 16 - Tekstslide

pathos 
De gevoelens die een spreker weet op te roepen bij zijn publiek. Een spreker kan zij publiek, ontroeren, boos maken, woedend maken of medelijden geven. Laat genoeg voorbeelden zien van toespraken en geschreven teksten waarin dit gebeurt (chatgesprekken, tafelgesprekken, klassengesprekken)

Hoe roept de spreker deze emotie op? 
Gevoed door ethos - de stijl van spreken, pauzes, tekstuele finesses, stemgebruik ...

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht
vaardig met vakinhoud pg.144

Slide 18 - Tekstslide