In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS
Slide 1 - Tekstslide
DOEL
- Je kunt beoordelen of de informatie in een tekst betrouwbaar is
Betrouwbaarheid van teksten
Slide 2 - Tekstslide
Wat doe je als je een tekst kritisch leest?
A
Je bekijkt de tekst en leest de eerste alinea
B
Je leest de eerste en de laatste zin van de alinea's
C
Je leest de tekst van het begin tot aan het eind goed door
D
Je leest de tekst en beoordeelt of de informatie juist en betrouwbaar is
Slide 3 - Quizvraag
Lees (en beluister) de tekst
Slide 4 - Tekstslide
Dit artikel komt uit de serie 'NRC checkt'. Leg in je eigen woorden uit wat NRC in deze serie doet.
Slide 5 - Open vraag
Wie berichtte dat het in de VS te koud zou zijn voor ijsberen?
Slide 6 - Open vraag
Wat is de conclusie van NRC?
Slide 7 - Open vraag
Geloof jij alles wat je in de krant leest? Leg je antwoord uit.
Slide 8 - Open vraag
Doe oortjes in
en bekijk het volgende filmpje!
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Betrouwbaarheid van teksten
Informatie in teksten is niet altijd betrouwbaar.
Daarom moet je een tekst kritisch lezen.
Als je wilt controleren of een tekst betrouwbaar is, let je op
de bron, de schrijver, het doelvan de tekst.
Slide 11 - Tekstslide
De bron van een tekst
Een bron moet bij voorkeur actueel zijn en dus niet te lang geleden zijn verschenen.
Dat kun je aan de bronvermelding zien.
Een bron die zo volledig mogelijk informatie geeft, is betrouwbaarder dan een bron die dat niet doet. Dat geldt ook voor een bron die informatie juist en controleerbaar aanbiedt.
Slide 12 - Tekstslide
De schrijver van een tekst
Een schrijver is deskundig als hij zich uitgebreid in het onderwerp heeft verdiept of een ruime persoonlijke ervaring heeft met het onderwerp.
Slide 13 - Tekstslide
Het doel van een tekst
Een tekst is objectief en onpartijdig als die alleen maar
informatie geeft.
Een tekst is subjectief en partijdig als die ergens van wil overtuigen of ergens reclame voor maakt. Als een tekst bedoelt is om jou te overtuigen of tot handelen aan te zetten (aansporen iets te doen), moet je dus extra goed opletten.
Slide 14 - Tekstslide
Reclameteksten zijn meestal niet erg betrouwbaar,
omdat ze als doel hebben de lezer aan te sporen iets te kopen
Slide 15 - Tekstslide
Ook roddelbladen nemen het soms niet zo nauw met de waarheid.
Slide 16 - Tekstslide
Schoolboeken en de meeste nieuwsberichten zijn wel betrouwbaar, omdat ze als doel hebben de lezer informatie te geven.
Slide 17 - Tekstslide
Nepnieuws op internet
Weet jij welke informatie op internet betrouwbaar is?
Veel jongeren vinden het lastig om te beoordelen
of iets wat ze online tegenkomen nepnieuws
of juist betrouwbare informatie is.
In de volgende dia staat een link naar een artikel van SevenDays over dit probleem. Lees het artikel.
Slide 18 - Tekstslide
www.sevendays.nl
Slide 19 - Link
Geloof jij altijd alles wat je leest op internet?
Slide 20 - Open vraag
Hoe check jij of een tekst op internet betrouwbaar is?
Slide 21 - Open vraag
Lees (en beluister) de tekst en bekijk de afbeelding. De tekst komt van Wikipedia, een site waar iedereen informatie op kan zetten.
Slide 22 - Tekstslide
Leg uit waarom Wikipedia 'De vrije encyclopedie' heet.
Slide 23 - Open vraag
Onder aan de tekst staat 'Deze pagina is het laatst bewerkt op ... ' Wat is bewerken?
Slide 24 - Open vraag
Waarover gaat deze tekst?
Slide 25 - Open vraag
Noteer een feit uit tekst 2 dat niet meer actueel is.
Slide 26 - Open vraag
Wat is het doel van de tekst?
Slide 27 - Open vraag
Wat weet je nu over de betrouwbaarheid van de artikelen op Wikipedia?
A
De informatie in een artikel op Wikipedia is altijd betrouwbaar.
B
De informatie in een artikel op Wikipedia is nooit betrouwbaar.
C
Je weet nooit zeker of de informatie in een artikel op Wikipedia betrouwbaar is.
Slide 28 - Quizvraag
GELEERD?
- Je kunt beoordelen of de informatie in een tekst betrouwbaar is
Betrouwbaarheid van teksten
Slide 29 - Tekstslide
Schrijf één ding op wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.
Slide 30 - Open vraag
Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.