Noteer alle zelfstandig naamwoorden (ZN), alle bijvoeglijk naamwoorden (BVN), alle lidwoorden (LW) en alle werkwoorden (WW).
De nieuwe brugklasleerlingen zijn vorige week voor de introductie op school geweest. Het warme weer zorgde ervoor dat de klassen veel naar buiten gingen. Deze week zijn de lessen begonnen en moeten de leerlingen bij Nederlands direct een lange, saaie tekst ontleden.
Slide 16 - Open vraag
Wat zijn zelfstandig naamwoorden?
A
de, het, een
B
rood, groen, geel
C
fiets, koe, paard
Slide 17 - Quizvraag
Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
Jan
B
in
C
de
D
mooie
Slide 18 - Quizvraag
Welk bijvoeglijk naamwoord is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
De lelijke kast
B
De metalen kast
C
De grijze kast
D
De oude kast
Slide 19 - Quizvraag
Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden?
A
zonnige
B
dag
C
zonnige , leren
D
leren
Slide 20 - Quizvraag
5. Welk bijvoeglijk naamwoord is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
De lelijke kast
B
De metalen kast
C
De grijze kast
D
De oude kast
Slide 21 - Quizvraag
Welk bijvoeglijk naamwoord is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
rode
B
zachte
C
gouden
D
mooie
Slide 22 - Quizvraag
Karin heeft een rode roos aan haar vriend gegeven. Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
Karin
B
rode
C
Karin, roos
D
heeft
Slide 23 - Quizvraag
Wie heeft je bijzondere tekening gezien? is een:
Bijzondere
A
zelfstandig naamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
werkwoord
D
werkwoord
Slide 24 - Quizvraag
Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
weet je wat zelfstandig naamwoorden, bijvoeglijk naamwoorden, lidwoorden en werkwoorden zijn.
kun je deze woordsoorten herkennen en uitleggen wat de kenmerken zijn.
kun je de regels voor het schrijven van het (stoffelijk) BVN toepassen.
kun je zelfstandig de woordsoorten WW, ZN, BN en LW in een tekst benoemen.
Slide 25 - Tekstslide
Schrijf op wat je deze les hebt geleerd
Slide 26 - Open vraag
Schrijf op wat je het moeilijkste vond van deze les.
Slide 27 - Open vraag
Na deze uitleg,
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen/bekijken
meer voorbeelden krijgen
bezig met mijn werk
de leerstof thuis nog even bekijken
verder gaan naar nieuwe leerstof
Slide 28 - Poll
Vlog trede 6
Maak een VLOG van minimaal 5 en maximaal 10 minuten over het boek dat jij hebt gelezen.
Slide 29 - Tekstslide
Wat komt er in je vlog?
- Titel van het boek;
- Schrijver;
- Illustrator;
- Uitgever;
- Vertel waarom je voor dit boek hebt gekozen;
- Geef een samenvatting van het boek;
- Lees een stukje voor;
Slide 30 - Tekstslide
Inleveren: week 8
Mail je vlog naar de docent, of maak een afspraak in de afsluitweek.
Slide 31 - Tekstslide
Aan de slag!
Trede 3 en/ of 4
In week 51 doen we een toets
Slide 32 - Tekstslide
AFSPRAKEN WS
Zitten op je stoel
Zachtjes praten
Let alleen op jezelf
Spelletjes = briefje halen/ ouders bellen/ 8.30 op school