V4 W19

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Zeit zum Lesen (10 Min.)

Slide 2 - Tekstslide

Programm
  • Lesen (10 Min.)
  • Abfragen L2 (5 Min.)
  • Vokabeln K4 L2 besprechen (5 Min.)
  • Aufgabe K4 L2 (10 Min.)
  • Hören K4 L2 15 (15 Min.)
Ziele
Ich erkenne die Wörter aus Lektion 6 von Kapitel 3.


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Nächstes Mal bei Deutsch...
Examentraining (leestoets toetsweek)

Slide 5 - Tekstslide

Zeit zum Lesen (10 Min.)

Slide 6 - Tekstslide

Programm
  • Lesen (10 Min.)
  • Jojo (5 Min.)
  • wederkerende werkwoorden en wederkerende voornaamwoorden K4 L2 25 (30 Min.)
Ziele
B1 Ich kann die Hauptinhalte von Fernsehsendungen zu vertrauten Themen erfassen, wenn sie relativ langsam und klar präsentiert werden.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Wederkerende werkwoorden
                      Duits

Slide 10 - Tekstslide

Een wederkerend werkwoord
heeft een wederkerend voornaamwoord,
zoals ‚zich‘ in het Nederlands.

Voorbeelden:
zich vergissen > ik vergis me
zich verheugen > hij verheugt zich

Slide 11 - Tekstslide

Wederkerende werkwoorden
'zich' wordt in het Duits:  sich
en past zich aan de persoon aan


sich freuen > er freut sich

Slide 12 - Tekstslide

Een werkwoord in de o.t.t. vervoegen
Voorbeeld: kaufen (= kopen)

Ich              kauf                        wir          kauf en
du               kauf st                      ihr            kauf t
er/sie/es  kauf                       sie/Sie    kauf en  

Slide 13 - Tekstslide

Wederkerend werkwoord 'sich beeilen" (= haasten)
ich              beeil e  mich                      ik haast me
du               beeil st dich                       jij haast je
er/sie/es  beeil   sich                       hij/zij/het haast zich     wir               beeil en uns                      wij haasten ons
ihr                beeil   euch                     jullie haasten je
sie/Sie       beeil en sich                      zij haasten zich/                                                                          u haast zich

Slide 14 - Tekstslide

Zeit zum Lesen (10 Min.)

Slide 15 - Tekstslide

Programm
  • Lesen (10 Min.)
  • Jojo (5 Min.)
  • Hören: K4 L1 5 S.150 (15 Min.)
  • Prinzen (15 Min.)
Ziele
B1 Ich kann die Hauptinhalte von Fernsehsendungen zu vertrauten Themen erfassen, wenn sie relativ langsam und klar präsentiert werden.ll

Slide 16 - Tekstslide