Voeding fitnesstrainer A
1 / 29
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
NUTRICIA
wat is dat?
wat is dat?
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Tekstslide
Wat betekent MACRO?
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Wat betekent MICRO?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
MACRONUTRIËNTEN
welke?
welke?
Slide 10 - Woordweb
Slide 11 - Tekstslide
Wat zijn de belangrijkste brandstoffen voor het lichaam
A
Koolhydraten en Eiwit
B
Eiwit en Vetten
C
Vetten en Koolhydraten
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Zoek het"moeilijke woord" voor
1 enkelvoudige
2 tweevoudige
3 meervoudige
1 enkelvoudige
2 tweevoudige
3 meervoudige
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Welke vitamine is in vet oplosbaar?
A
B
D
C
E
D
K
Slide 22 - Quizvraag
Welke vetzuren zijn er?
Slide 23 - Open vraag
De "gezonde" vetten zijn vooral.......
A
dierlijk
B
plantaardig
C
dierlijk en plantaardig
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
aminozuren
Slide 26 - Woordweb
Slide 27 - Tekstslide
In welke voedingsproducten zitten veel eiwitten?
