8.2 Wat is een ontwikkelingsland?

H8 Ontwikkelingslanden
Paragraaf 8.2 Wat is een ontwikkelingsland?
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H8 Ontwikkelingslanden
Paragraaf 8.2 Wat is een ontwikkelingsland?

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we nog/al?

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn enkele indicatoren van welvaart naast inkomen per hoofd van de bevolking?
A
Levensverwachting, opleidingsniveau, en toegang tot gezondheidszorg.
B
Aantal fastfoodrestaurants, aantal televisiezenders, en aantal kledingwinkels.
C
Aantal mobiele telefoons per inwoner, aantal sportclubs, en aantal vakantiedagen per jaar.
D
Aantal auto's per gezin, aantal bioscopen, en aantal pretparken.

Slide 3 - Quizvraag

Wat beïnvloedt de koopkracht van een land?
A
De geografische ligging
B
Hoe hoog de prijzen zijn
C
De levensverwachting
D
De bevolkingsdichtheid

Slide 4 - Quizvraag

Wat kun je in één opslag zien in een Lorenzcurve?
A
Inkomensverdeling in een land
B
Nationale welvaart
C
Gemiddeld inkomen van een land
D
Armoedecijfers van een land

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een vicieuze cirkel?
A
Een situatie waarin problemen elkaar versterken.
B
Een situatie waarin problemen geen invloed op elkaar hebben.
C
Een situatie waarin problemen elkaar oplossen.
D
Een situatie waarin problemen vanzelf verdwijnen.

Slide 6 - Quizvraag

Begrippen paragraaf 8.1 
  • Inkomen per hoofd van de bevolking
  • Vicieuze cirkel

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen 8.2
  • Je kunt kenmerken van een ontwikkelingsland noemen.
  • Je weet wat de gevolgen van een monocultuur zijn voor ontwikkelingslanden.
  • Je kunt oorzaken noemen van de economische achterstand van ontwikkelingslanden.
  • Je kunt uitleggen wanneer de ruilvoet verbetert of verslechtert.

Slide 8 - Tekstslide

Kenmerken van ontwikkelingslanden
  • Laag inkomen per inwoner
  • Ongelijke inkomensverdeling
  • Veel werkloosheid
  • Ondervoeding
  • Snelle bevolkingsgroei
  • Veel analfabetisme
  • Beperkte technische ontwikkeling
  • Een eenzijdige economische structuur. Afhankelijk van 1 product. 

Slide 9 - Tekstslide

Wat draagt bij aan de economische achterstand van ontwikkelingslanden?
A
Hoge mate van urbanisatie
B
Beperkte technische ontwikkeling
C
Lage bevolkingsdichtheid
D
Diversiteit in economische structuur

Slide 10 - Quizvraag

Monocultuur
  • In ontwikkelingslanden is er veel sprake van een monocultuur.
  • Bij een monocultuur is een land voor zijn inkomsten vaak sterk afhankelijk van slechts één of enkele producten.
  • Meestal zijn dat landbouwproducten, zoals katoen en rijst.
  • Vaak is de toegevoegde waarde van deze producten laag, hierdoor zijn de exportinkomsten laag.

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een mogelijke nadelige uitkomst van een monocultuur?
A
Diversificatie van inkomsten
B
Hoge toegevoegde waarde van producten
C
Lage exportinkomsten
D
Hoge afhankelijkheid van import

Slide 12 - Quizvraag

Waarom is een land arm?
  • Gebrek aan onderwijs en daardoor kennis.
  • De infrastructuur is slecht, waardoor vervoer en communicatie moeilijk is.
  • De bevolking groeit sneller dan de economie.
  • Landen hebben hoge schulden en daardoor hoge rentekosten.
  • Protectiemaatregelen van rijke landen zorgen voor beperkte exportmogelijkheden.
  • Er komen vaker natuurrampen en andere conflicten voor.
  • Veel regeringen en dictators zijn corrupt, waardoor de welvaart niet bij de bevolking komt. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat kan een reden zijn voor de armoede in een land?
A
Lage bevolkingsgroei
B
Goede infrastructuur voor vervoer
C
Overvloed aan onderwijs en kennis
D
Gebrek aan onderwijs en kennis

Slide 14 - Quizvraag

Ruilvoet
  • De verhouding tussen de prijs van exportproducten en de prijs van importproducten noem je de ruilvoet.
  • Voor veel ontwikkelingslanden wordt de ruilvoet slechter.
  • Om hun import te kunnen betalen, moeten zij steeds meer producten exporteren.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de ruilvoet?
A
Een indicator voor de inflatie in een land.
B
Een maatstaf voor de werkloosheidscijfers.
C
De verhouding tussen de prijs van exportproducten en de prijs van importproducten.
D
Een manier om de economische groei te meten.

Slide 16 - Quizvraag

Je kunt nu
  • Je kunt kenmerken van een ontwikkelingsland noemen.
  • Je weet wat de gevolgen van een monocultuur zijn voor ontwikkelingslanden.
  • Je kunt oorzaken noemen van de economische achterstand van ontwikkelingslanden.
  • Je kunt uitleggen wanneer de ruilvoet verbetert of verslechtert.

Slide 17 - Tekstslide

Begrippen paragraaf 8.2
  • Monocultuur
  • Ruilvoet

Slide 18 - Tekstslide

Aan het werk!
Maken opdrachten 8.2: 2, 3, 5, 8, 9 en 10 
Makken Rekenopdrachten: 6 en 8
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken herhalingsopdrachten 8.2
Veel goed? -> Maken plusopdrachten 8.2 
 

timer
25:00

Slide 19 - Tekstslide