In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Goedemorgen allemaal
Slide 1 - Tekstslide
Agenda
Nakijken
Wat weten we nog?
Uitleg
Zelf aan de slag
Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Nakijken
Les 2 opdracht 1, 2, 3, 6 en 7
Slide 3 - Tekstslide
Tekstdoel
1. Informeren
2. Beschouwen
3. Overtuigen
4. Activeren
5. Amuseren
Tekstsoort
1. informerende tekst
2.uiteenzettende/
beschouwende tekst
3. betogende tekst
4. activerende tekst
5. amuserende tekst
Voorbeelden
1. weerbericht, lesboek, nieuwsartikel
2. tijdschriftartikelen met achtergrondinformatie
3. betoog, recensie, blog, column
4. reclame, advertenties, verkiezingsteksten
5. gedicht, roman, strip, column, blog
Deze combinaties moet je uit je hoofd leren!
Slide 4 - Tekstslide
Samenwerken
Slide 5 - Tekstslide
Dan nog even dit... welk tekstdoel komt vaak voor in een krant?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
Slide 6 - Quizvraag
Stelling 1: Word nu lid en ontvang een gratis badhanddoek.
A
Amuseren
B
Activeren
C
Beschouwen
D
Overtuigen
Slide 7 - Quizvraag
Stelling 2: Treurig liep hij door het woud hier was iedereen van hout
A
Amuseren
B
Informeren
C
Beschouwen
D
Overtuigen
Slide 8 - Quizvraag
Stelling 3: Toy Story is mijn favoriete film.
A
Amuseren
B
Activeren
C
Beschouwen
D
Overtuigen
Slide 9 - Quizvraag
Stelling 4: Oliebollen zijn heerlijk, maar ook slecht voor je gezondheid.
A
Amuseren
B
Informeren
C
Beschouwen
D
Overtuigen
Slide 10 - Quizvraag
Stelling 7: Nederland behaalde op de Olympische Winterspelen in 2018 twintig medailles.
A
Overtuigen
B
Activeren
C
Beschouwen
D
Informeren
Slide 11 - Quizvraag
En nu de andere kant op
Geef nu zelf een onderwerp bij een tekstdoel.
Zoals:
Een tekst die aangeeft op welke partij je moet stemmen.
Onderwerp: Verkiezingsposter
Slide 12 - Tekstslide
Geef een voorbeeld van: Een informerende tekst die je op straat ziet aangeplakt.
Slide 13 - Open vraag
Geef een voorbeeld van: Een overtuigende e-mail die je aan het hoofd van de school stuurt.
Slide 14 - Open vraag
Geef een voorbeeld van: Een amuserende tekst die je in de krant ziet
Slide 15 - Open vraag
Geef een voorbeeld van: Een informerende tekst die je op straat ziet aangeplakt.
timer
0:40
Slide 16 - Open vraag
Leesstrategieën/ Leesmanieren
Strategie Leesdoel
Zoekend lezen Informatie opzoeken
Je gebruikt:
inhoudsopgave, register, trefwoorden
Voorbeeld > woordenboek
Slide 17 - Tekstslide
Leesstrategieën/ Leesmanieren
Strategie Leesdoel
Globaal lezen Ontdekken waar een tekst over gaat
Je gebruikt:
De eerste en laatste zinnen van elke alinea. De kernzinnen van alle alinea's in de kernzin staat meestal de hoofdzaak van de alinea.
Slide 18 - Tekstslide
Leesstrategieën/ Leesmanieren
Strategie Leesdoel
Intensief lezen Tekst helemaal begrijpen
Je gebruikt:
Aandachtig hele tekst lezen, zin voor zin. Tekst echt begrijpen.
Het onderwerp van de hele tekst? Deelonderwerpen van elke alinea? Wat wil de tekst duidelijk maken? Welke zinnen zijn moeilijk (die lees je nog een keer). Zoeken naar de betekenis van de woorden die je nog niet kent.
Slide 19 - Tekstslide
Leesstrategieën/ Leesmanieren
Strategie Leesdoel
Lerend lezen Tekst leren
Je gebruikt:
Intensief lezen met als extra doel: onthouden wat je hebt gelezen. Belangrijke zaken onderstrepen en/of aantekeningen bij maken.
Slide 20 - Tekstslide
Leesstrategieën/ Leesmanieren
Strategie Leesdoel
Kritisch lezen Tekst beoordelen; Klopt het? Compleet?
Je gebruikt:
Logisch nadenken en erachter komen of de informatie allemaal klopt. Dus andere teksten gebruiken om te vergelijken.
Slide 21 - Tekstslide
Leesstrategieën/ Leesmanieren
Strategie Leesdoel
- Zoekend lezen Informatie opzoeken
- Globaal lezen Hoofdzaken eruit halen
- Grondig en intensief lezen Helemaal begrijpen
- Studerend lezen Leren
- Kritisch lezen Beoordelen: waar/compleet
Slide 22 - Tekstslide
Zelf aan de slag
Les 3: maak opdracht 1,2,3, 6, 7 en 8 op pagina 15-17
Je krijgt de les van de tijd voor het maken van deze opdrachten.
Je mag zachtjes overleggen met je buur.
Je maakt de opdrachten in je schrift!
Let op spelling en het maken van goede zinnen!
Slide 23 - Tekstslide
Stelling 5: Je kunt beter gitaar spelen, want er zijn veel meer beroemde gitaristen dan trompettisten.
A
Overtuigen
B
Activeren
C
Beschouwen
D
Informeren
Slide 24 - Quizvraag
Stelling 6: Wees geen domme gans, steun de Dierenambulance.
A
Amuseren
B
Activeren
C
Informeren
D
Overtuigen
Slide 25 - Quizvraag
Geef een voorbeeld van: Een overtuigende e-mail die je aan het hoofd van de school stuurt.
timer
0:40
Slide 26 - Open vraag
Geef een voorbeeld van: Een activerende tekst die je in een tijdschrift leest.