Aantekeningen H4

Hoofdstuk 4
Aantekeningen die je kunt leren voor de toets
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4
Aantekeningen die je kunt leren voor de toets

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 4.1
Het ontstaan van steden

Slide 2 - Tekstslide

Tijdvak 3: Monniken en ridders
500 - 1000
Tijd van landbouw
Tijdvak 4: Steden en staten
1000 - 1500 
Tijd van opkomende handel, steden en staten

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Verbetering in de landbouw: Ploeg!

Slide 5 - Tekstslide

Van platteland naar stad

1. De ploeg wordt verbeterd, waardoor de mest beter verspreid wordt en de grond vruchtbaarder is
2. Door de vruchtbare grond is er steeds meer voedsel
3. Doordat er meer voedsel is worden de gezinnen steeds groter, tussen 1000 en 1300 verdubbeld de bevolking
4. Niet iedereen hoeft op het land te werken, dus mensen gaan het voedsel   wat ze overhebben verkopen op een markt.
  5. Rondom de markten ontstaan steden.

Slide 6 - Tekstslide

Ambachten: werk waarbij je iets met je handen maakt.

Slide 7 - Tekstslide

Handel
ambacht

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Schout/burgemeester en schepenen 
Door de stadsrechten kreeg een stad een eigen bestuur. 
Het bestuur maakte regels waar iedereen zich aan moest houden. 

Schout; Soort burgemeester en politiebaas. Hij liet misdadigers opsporen en klaagde ze aan bij de schepenen.
Schepenen; bestuurders van de stad; bepalen ook de straf voor een misdaad

Slide 11 - Tekstslide

Paragraaf 4.2
De macht van koningen

Slide 12 - Tekstslide

Machtige koningen
  • Centralisatie: een gebied wordt steeds meer bestuurd vanuit één    centrale plaats.


  • Vanaf 1300 verliezen edelen de macht, de koningen krijgen meer macht.
  • Staatsvorming: een gebied meer als eenheid besturen

Slide 13 - Tekstslide

Burgers willen inspraak
  • Burgers moesten belasting betalen.
      Daarom wilden ze ook meepraten over
      belangrijke besluiten.
  • De koning vond dit goed en gaf de burgers
      inspraak.

Welke drie groepen zijn in vergadering?
  • adel
  • geestelijken
  • burgerij
In Frankrijk heette dit de Staten-Generaal.



De Franse koning Filips VI krijgt advies (1332)

Slide 14 - Tekstslide

De machtige kerk
  • Naast de koning had de kerk veel macht.
  • Christenen geloofden in een hiernamaals.
  • Als je goed leefde kwam je in de hemel.
  • Als je slecht leefde kwam je in de hel.

Wanneer was je een goede christen?
  1. Bidden
  2. Geld geven aan de kerk

  • Niet-christenen werden vaak gestraft.





De hel
Jeroen Bosch schilderde de hel zoals mensen zich dat in de middeleeuwen voorstelden. De hel was een plaats waar mensen veel pijn moesten lijden. De hitte van het vuur was er ondragelijk. De angst om voor eeuwig te moeten branden was voor veel mensen een reden om goed te leven.
Jeroen Bosch
De schilder Jeroen Bosch leefde en schilderde rond 1500. Hij woonde in Den Bosch, vandaar zijn achternaam. Er is weinig over zijn leven bekend. Hij schilderde vaak monsterachtige personen en liet zien dat de belangrijke mensen in de kerk meer hielden van geld en rijkdom dan van hun geloof.

Duivels
Jeroen Bosch schilderde vaak duivelachtige wezens. Deze duivels martelden de mensen in de hel op de meest verschrikkelijke manieren. Zo waarschuwde Bosch de mensen dat ze op een christelijke manier moesten leven. Na de dood zou God beslissen of iemand naar de hel of naar de hemel ging. 
Zonden
Deze man had in zijn leven volgens Bosch veel zonden begaan, hij was een zondaar. Je was een zondaar als je niet leefde volgens de Bijbel. Men geloofde dat een zondaar in de hel terechtkwam. Daar kreeg een zondaar voor eeuwig straf. Je kreeg als mens dus maar één kans.

Slide 15 - Tekstslide

Kruistochten
  • Jeruzalem is voor christenen en moslims
      een belangrijke stad.
  • Gewapende christenen gingen op reis om de stad te veroveren op de moslims. 
    = kruistochten
  • Aan de kruisvaders werd de hemel beloofd.
  • Tussen 1000 en 1300 meerdere tochten.
  • Het lukte de moslims de kruisvaarders te
      verdrijven.




Kruisvaarders bij Jeruzalem, 1099

Slide 16 - Tekstslide