4.6 Patronen van migratie

4.6 Patronen van migratie
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.6 Patronen van migratie

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
V4A en V4B donderdag 5 juni
  1. Huiswerk: maken van 4.4 opdrachten 1 t/m 7, 10 en 11 en lezen par. 4.6
  2. Actualiteit: val kabinet
  3. Voor jezelf in stilte: huiswerk zelfstandig nakijken/lezen 4.6
  4. PO: hoe ver zijn jullie? Wat hebben jullie nog nodig?
  5. Uitleg 4.6 Patronen van integratie
  6. Let op: de leerstof voor TW4: H4 Pluriforme samenleving paragrafen 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.6 en 4.7 (4.5 en 4.8 zijn dus geen leerstof)

Slide 2 - Tekstslide

ACTUALITEIT

Slide 3 - Tekstslide


Welke vier partijen zaten er in het kabinet?
A
VVD, BBB, D66 en PVV
B
VVD, BBB, CDA en PVV
C
VVD, BBB, NSC en PVV
D
VVD, BBB, SP en PVV

Slide 4 - Quizvraag

Hoe kan het dat een kabinet valt?
____________________________
__
Kiezers stemmen op partijen
Bij verkiezingen kiezen de mensen wie er in de Tweede Kamer komen. Partijen die samen genoeg zetels halen, mogen samen het kabinet vormen.
🗳️
Verkiezingen
__
__
__
__
Partijen maken afspraken
De partijen die samen het kabinet vormen, noem je de coalitie. Omdat elke partij zijn eigen ideeën en plannen heeft, maken ze samen afspraken in het coalitieakkoord. In dat akkoord staan de gezamenlijke plannen en afspraken waar alle partijen het mee eens zijn en waarvoor ze beloven zich in te zetten.
🤝
Coalitieakkoord
Ruzie of meningsverschil
Ondanks het coalitieakkoord krijgen partijen in het kabinet soms toch ruzie over moeilijke onderwerpen, zoals asiel, geld of klimaat. Ze houden zich dan niet meer aan de afspraken.
⚠️
Geen samenwerking of steun meer
Als de meningsverschillen erg groot worden, kan een partij besluiten zich niet meer aan de afspraken of de gemaakte plannen te (willen) houden. Die partij stapt dan uit het kabinet. Vanaf dat moment heeft het kabinet misschien geen meerderheid meer in de Tweede Kamer. Zonder meerderheid kan het kabinet het land niet goed besturen.
Kabinet valt – nieuwe verkiezingen
Als het kabinet valt, betekent dit dat de ministers niet meer met elkaar kunnen samenwerken en het vertrouwen weg is. Het kabinet stopt met regeren.
Verkiezingen zijn nodig om een nieuw kabinet te kiezen. Tot die tijd blijft het oude kabinet 'demissionair', wat betekent dat ze alleen de dagelijkse, belangrijke dingen regelen en geen grote nieuwe beslissingen nemen.
📉
Ruzie
Uit kabinet stappen
Kabinet valt

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Voor jezelf in stilte
  1. Huiswerk 4.4  nakijken (en nog andere paragrafen?)
  2. Lezen 4.6 Patronen van integratie (blz. 182 t/m 187)
timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

4.6 Patronen van migratie

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen 4.6
In deze paragraaf leer je:
  • Wat is integratie is en waarom hier vaak felle discussies over zijn.
  • Hoe nieuwkomers en ingezetenen de veranderingen ervaren.
  • Hoe kunnen nieuwkomers en ingezetenen zich het beste tot elkaar verhouden en wat dit van elkaar vraagt.


Slide 9 - Tekstslide

Inleiding
  • Integratie is een begrip dat vaak opduikt in het politieke en maatschappelijke debat. 
  • Het gaat er dan meestal over in hoeverre migranten in de Nederlandse samenleving zouden moeten integreren. 
  • Maar wat wordt met integratie eigenlijk bedoeld?

Slide 10 - Tekstslide

Waarop was dit een reactie?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Welke gevolgen had dit filmpje voor de integratie?
1. Stigmatisering van een hele bevolkingsgroep
Wilders sprak over "Marokkanen" als geheel, zonder onderscheid te maken tussen individuen. Daarmee werden alle mensen met een Marokkaanse achtergrond over één kam geschoren, ongeacht of ze wel of niet problemen veroorzaken. Dit versterkt negatieve stereotypen.

2. Polariserend effect
De uitspraak verdeelde de samenleving: aan de ene kant mensen die zich gesteund voelden in hun negatieve beeld van Marokkanen, aan de andere kant mensen (inclusief Marokkaanse Nederlanders) die zich uitgesloten, gekrenkt of zelfs bedreigd voelden. Dit vergroot wantrouwen tussen bevolkingsgroepen en werkt integratie tegen.

Slide 13 - Tekstslide

Inburgeringscursus:
Nieuwkomers moeten de Nederlandse taal leren,
de kernwaarden van de dominante cultuur respecteren en actief meedoen.

Slide 14 - Tekstslide

Zou jij slagen voor de inburgeringscursus?

Slide 15 - Tekstslide

Welk land ligt ten oosten van Nederland?
A
België
B
Duitsland
C
Frankrijk
D
Engeland

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent Nederland?
A
Hoog land
B
Laag land
C
Droogland
D
Waterland

Slide 17 - Quizvraag

Welke stad ligt in de Randstad?
A
Eindhoven
B
Utrecht
C
Zwolle
D
Helmond

Slide 18 - Quizvraag

Van wie is dit standbeeld?
A
Willem van Oranje
B
Koning van Spanje
C
Napoleon
D
Willem Alexander

Slide 19 - Quizvraag

Hoe lang bestaat de Nederlandse staat ongeveer?
A
50 jaar
B
vijfhonderdduizend jaar
C
400 jaar
D
800 jaar

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de functie van de deze mevrouw?
A
Minister President
B
Burgemeester
C
Advocaat
D
Huisarts

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste wet in Nederland?
A
Grondwet
B
Privacy wet
C
Wapenwet
D
Drank en Horeca wet

Slide 22 - Quizvraag

Hoe lang duurde de oorlog met Spanje?
A
60
B
50
C
80
D
90 jaar

Slide 23 - Quizvraag

Als u bij iemand op bezoek gaat, maakt u dan meestal een afspraak of loopt u zomaar naar binnen?
A
Je loopt zo binnen
B
Je maakt een afspraak

Slide 24 - Quizvraag

Integratie
Vraag:
Kun je een kernwaarde noemen van Nederlandse dominante cultuur?

Slide 25 - Tekstslide

De open samenleving
Open samenleving
In een open samenleving hebben mensen veel vrijheid om naar hun eigen waarden en normen te leven.

Slide 26 - Tekstslide

Filmpje: 




Integratie met een knipoog

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Vraag: noteer het antwoord je schrift


 Hoe kan integratie de sociale cohesie in de samenleving versterken?

Slide 29 - Tekstslide

Antwoord:
Integratie is een wederzijdse aanpassing, waarbij kennis gemaakt wordt met de cultuur van beide. 
Het begrijpen van elkaars cultuur kan leiden tot onderlinge verbondenheid en het gevoel bij elkaar te horen. Dit is sociale cohesie. 
Integratie kan daarmee dus de sociale cohesie versterken.


Slide 30 - Tekstslide

Wat verwacht jij van nieuwkomers?

schrijf dit eens kort op voor jezelf 
en deel je antwoord met je buur

Slide 31 - Tekstslide

INTEGRATIE

Slide 32 - Tekstslide

ASSIMILATIE

Slide 33 - Tekstslide

SEGREGATIE

Slide 34 - Tekstslide

Waar past jouw antwoord bij?
  • INTEGRATIE
  • ASSIMILATIE
  • SEGREGATIE

Slide 35 - Tekstslide

3 reacties op verandering

Slide 36 - Tekstslide

1. Vermijding

Slide 37 - Tekstslide

Motieven voor segregatie
+
-

Slide 38 - Tekstslide

2. Conflict

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

3. Aanvaarding

Slide 41 - Tekstslide

Integratieparadox
  • De integratieparadox verwijst naar het fenomeen waarbij mensen met een migratieachtergrond, hoe beter ze geïntegreerd zijn in de samenleving, zich juist vaker gediscrimineerd of buitengesloten voelen. 
  • Dit lijkt tegenstrijdig: je zou verwachten dat mensen die beter meedoen in de samenleving ook meer acceptatie ervaren, maar het tegenovergestelde gebeurt soms.
  • Gevolg: ze keren zich af van de samenleving en het kan zelfs leiden tot radicalisering

Slide 42 - Tekstslide

Radicalisering

Slide 43 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?
In deze paragraaf leer je:
  • Wat is integratie is en waarom hier vaak felle discussies over zijn.
  • Hoe nieuwkomers en ingezetenen de veranderingen ervaren.
  • Hoe kunnen nieuwkomers en ingezetenen zich het beste tot elkaar verhouden en wat dit van elkaar vraagt.


Slide 44 - Tekstslide

Aan de slag!

  1. Opdrachten maken 4.6: opdracht 4, 5, 6, 7 en 12
  2. Nakijken 4.6
  3. Verder met de PO
  4. Volgende week: 4.7 en nog 1 les werken aan PO of foto's maken
 

Slide 45 - Tekstslide