5 bss 8 Eilandjes van Langerhans en bijnieren

5.8 Eilandjes van Langerhans en de bijnieren
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.8 Eilandjes van Langerhans en de bijnieren

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
herhalen 5.6 en 5.7
bespreken huiswerk
nieuwe theorie: 5.8
zelf aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

5.6 Het hormoonstelsel
het hormoonstelsel bestaat uit een aantal hormoonklieren

hormoonklieren produceren hormonen

hormonen zijn stoffen die de werking van bepaalde organen regelen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Het hormoonstelsel
Bij veel klieren worden de geproduceerde stoffen afgevoerd via afvoerbuizen. Bijv. bij de speekselklieren.

Bij hormoonklieren hebben geen afvoerbuizen. Zij geven de hormonen af aan het bloed dat door de hormoonklieren stroomt. Via het bloed komen de hormonen in het hele lichaam terecht.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Het hormoonstelsel
Een hormoon is alleen werkzaam in weefsels en organen die gevoelig zijn voor dat hormoon.

Hormonen zijn van invloed op de groei en ontwikkeling, op de stofwisseling en de voortplanting.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

5.7  hypofyse en schildklier
hypofyse:
- ligt tegen de onderzijde van de hersenen
- produceert verschillende hormonen
- produceert groeihormoon die de groei van de beenderen van het skelet regelt
- produceert hormonen die de werking van andere hormonen beïnvloed

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

hypofyse en schildklier
schildklier:
- ligt in de hals, voor het strottenhoofd tegen de luchtpijp aan
- produceert het schildklierhormoon onder invloed van hormonen uit de hypofyse
- het schildklierhormoon beïnvloedt de stofwisseling, de groei en ontwikkeling;
het stimuleert de verbranding in de cellen




Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

hypofyse en schildklier
Als je teveel schildklierhormoon produceert, dan gaat je verbranding sneller: je wordt rusteloos en vermagert

Als je te weinig schildklierhormoon produceert, dan gaat je verbranding langzamer: je krijgt het sneller koud en bent sneller moe

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

5.8 Eilandjes van Langerhans en bijnieren
Eilandjes van Langerhans
- liggen in de alvleesklier
- groepjes cellen
- produceren insuline en glucagon
- houden glucosegehalte van het bloed constant

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Tekstslide

Eilandjes van Langerhans
We hebben glucose nodig voor de verbranding in onze cellen. Deze glucose krijg je uit je voedsel en wordt in de dunne darm opgenomen in het bloed.

Door de hormonen insuline en glucagon blijft de hoeveelheid glucose in je bloed (bloedsuikerspiegel) constant: ongeveer 0,1%

Slide 27 - Tekstslide

Eilandjes van Langerhans
Insuline en glucagon hebben een tegenovergestelde werking.

Als de bloedsuikerspiegel stijgt, wordt er insuline gemaakt. Dit zorgt ervoor dat glucose wordt opgenomen in de cellen en dat de bloedsuikerspiegel daalt.

Als de bloedsuikerspiegel daalt, dan wordt er glucagon gemaakt. Dit zorgt ervoor dat er glucose vrijkomt uit de cellen en dat de bloedsuikerspiegel stijgt.


Slide 28 - Tekstslide

Glucose wordt in de lever en de spiercellen als reserve opgeslagen als glycogeen.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Eilandjes van Langerhans
diabetes (suikerziekte):
- te weinig of geen productie van insuline of
- cellen reageren niet meer op insuline

- hierdoor stijgt de bloedsuikerspiegel
- zelf insuline toedienen

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

bijnieren
bijnieren
- liggen bovenop de nieren
- produceren adrenaline

Slide 33 - Tekstslide

bijnieren
adrenaline:
- woedend/bang/schrikken
- werkt snel en kort
- zorgt voor de omzetting van glycogeen in glucose (in spieren en lever)
- glucosegehalte in het bloed stijgt
- snellere hartslag en ademhaling

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video

zelf aan de slag
opdracht 55, 57, 58, 59 maken



Slide 37 - Tekstslide