Herhalen toets hfd 1 t/m 3

Deze les;  
Herhalen begrippen hoofdstuk 1 tm3
(toets morgenmiddag) max. 20 minuten.

ZELFSTANDIG OEFENTOETS MAKEN
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Deze les;  
Herhalen begrippen hoofdstuk 1 tm3
(toets morgenmiddag) max. 20 minuten.

ZELFSTANDIG OEFENTOETS MAKEN

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk vandaag = Lessonup 3.2 af.
Niet gemaakt:
Amber                                                   Ranjot
Batsieba                                               Romaisae
Joan                                                        Shaïstah
Liam                                                        Deshanti
Marouan
Melle
Na'seah (begonnen)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Hfd 2 Kranten
                       Er zijn twee verschillende soorten gedrukte media: kranten en tijdschriften. 

Kranten verschijnen elke dag! Er zijn zo'n 60 verschillende landelijke en regionale kranten in NL. 

- Landelijke dagbladen: kan je overal in NL krijgen! hierin staat veel binnen- en buitenlands nieuws over bijvoorbeeld de economie, politiek en maatschappij. Telegraaf, Volkskrant, Trouw

- Regionale dagbladen: zijn alleen te vinden in een bepaalde streek, hierin vertellen zij ook veel plaatselijk nieuws. Noord-Hollands dagblad, Purmerends Nieuwsblad.

Slide 13 - Tekstslide

Populaire krant - Kwaliteitskrant
Bij de landelijke dagbladen kan er nog een onderscheid gemaakt worden tussen: 

populaire- en  kwaliteitskranten. 


Deze kranten zijn gericht op een bepaalde doelgroep.

doelgroep  (= groep mensen met  dezelfde maatschappelijke kenmerken)


Slide 14 - Tekstslide

- Populaire kranten: geven veel aandacht aan misdaad, rampen, sport en gebeurtenissen rond BN'ers. 
Zij richten zich op een breed publiek: het taalgebruik is makkelijk en de teksten kort. 
Zij gebruiken vaak hele dik geschreven koppen en grote foto's. 
- Telegraaf, AD. 

- Kwaliteitskranten: besteden veel aandacht aan politieke, economische en maatschappelijke ontwikkelingen.
Gericht op mensen met een hogere opleiding --> artikelen lang en teksten ingewikkeld.
 De kwaliteitskrant ziet er vaak veel rustiger uit.
- Volkskrant, Trouw, NRC 

Slide 15 - Tekstslide

soorten tv- en radiozenders
1. Publieke omroep
2. Commerciële omroep
3: Regionale zenders en omroepen
4: Internationale zenders en omroepen

Slide 16 - Tekstslide

Zuilen
Publieke omroepen zijn dus ontstaan door de zuilen die er waren! Elke zuil kreeg zijn eigen omroep.

Zo kreeg de katholieke zuil als omroep: de KRO
De christenen kregen als omroep:  de NCRV

1951: eerste Nederlandse tv-uitzending. Oprichting van de NOS (Nederlandse omroepenstichting) 
 zie pagina 24 in je boek.....

Slide 17 - Tekstslide

1: Publieke omroepen
  • Zijn verenigingen met leden
  • Voldoende leden maakt dat ze kunnen blijven bestaan
  • Worden financieel gesteund door de overheid (Minister onderwijs cultuur en wetenschap)

Daarom vooral: informatieve en culturele programma's uitzenden!
(Denk aan: de wereld draait door, Jinek, het klokhuis)

Slide 18 - Tekstslide

2: Commerciële omroepen
Hun doel = winst maken
Zijn ondernemingen 

Willen geld verdienen aan hun uitzendingen

Voorbeelden: RTL 4, SBS 6
Radio: Radio538, Skyradio

Slide 19 - Tekstslide

4 Verschillen publieke en commerciële omroepen:
1: Publieke omroepen zenden uit via: Nederland 1, 2, 3, en radio 1 t/m radio 6. 
Commerciële zenders hebben eigen zenders met eigen namen.

2: Commerciële zenders zijn niet verplicht culturele of informatie programma's uit te zenden. Het gaat alleen om de kijkcijfers.

Slide 20 - Tekstslide

3: Commerciële zenders krijgen GEEN geld van de overheid. Ze moeten hun geld verdienen met reclame inkomsten.
4: Commerciële zenders richten zich niet op een maatschappelijke groep (zuil.....katholieken of christenen). 
Wél op een doelgroep. 

Commerciële zender Net5 richt zich bijvoorbeeld op vrouwen, Veronica op jongeren.

Slide 21 - Tekstslide

Functies van de massamedia voor een persoon.
Kort samengevat

Slide 22 - Tekstslide

Reclame: commercieel of ideëel?
Als je goed om je heen kijkt, zie je bijna overal reclame. In kranten en tijdschrijften staan advertenties, op websites staan banners, op stations zie je billboards.
Je hebt:
  • commerciele reclames = om je te verleiden een product of dienst te kopen.
  • ideële reclames = om meningen en/of gedrag van mensen te veranderen (bijvoorbeeld een campagne over de gevaren van vuurwerk (SIRE) of een reclame van Greenpeace).


Zonder commerciele reclame zouden de massamedia niet kunnen bestaan! Want het zijn hun belangrijkste inkomsten (daar hebben we het ook in het vorige hoofdstuk over gehad).

Slide 23 - Tekstslide

Functies combineren
De vijf functies van media zijn niet altijd duidelijk van elkaar te scheiden:
  • Informatie
  • Onderwijs
  • Meningsvorming
  • Amusement
  • Reclame
Bijvoorbeeld iets dat je gebruikt voor onderwijs kan je ook helpen bij de meningsvorming. Of een quiz kan voor amusement zijn, maar ook informatie geven. Dus... Media kan meerdere functies tegelijkertijd hebben.
Een combinatie van informatie en amusement noemen we infotainment.

Slide 24 - Tekstslide

Functies van de media voor de samenleving
Naast de functies voor de persoon (het individu) zijn de media ook belangrijk voor de samenleving.
De maatschappelijke functies van de media zijn:

1. Democratische besluitvorming
De massamedia heeft invloed op de besluiten die de politiek maakt.

2. Cultuuroverdracht
Door massamedia kan er kennis en cultuur verspreid worden.

3. Vrijetijdsbesteding
De massamedia is een manier om je vrije tijd te besteden.

Slide 25 - Tekstslide

4 manieren waarop massamedia belangrijk zijn voor politieke besluitvorming

Slide 26 - Tekstslide

Pluriformiteit van de massamedia
Naast deze 4 functies is het voor de democratie belangrijk dat er veel verschillende massamedia zijn. Dit noem je ook wel pluriformiteit (= veelvormig) van de media.

Pluriformiteit zorgt ervoor dat:
  • een probleem van veel verschillende kanten bekeken kan worden
  • verschillende politieke partijen de kans krijgen hun eigen ideeën naar voren te brengen.

Slide 27 - Tekstslide

Wat doe je nu?
Maken in je boek: 
PAGINA 44 EN 45 
HOE??
Zelfstandig! 
Zonder muziek

Klaar voordat we gaan bespreken? 
Ga leren voor de toets morgen.
timer
20:00

Slide 28 - Tekstslide

Uitdelen samenvatting hfd 1 t/m 3

Slide 29 - Tekstslide

Wat doe je nu?
Maken in je boek: 
PAGINA 86 EN 87
Examenopgaven 1 t/m 7 
+ opgave 9 pagina 88 
HOE??
Zelfstandig! 
Zonder muziek

Klaar voordat we gaan bespreken? 
Ga leren voor de toets morgen.
timer
25:00

Slide 30 - Tekstslide