Grammatica

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Wat is een zelfstandig naamwoord?

1. Namen van mensen, dieren dingen
2. Woord dat zegt wat je doet
3. Woord waar je de - het of een voor kunt zetten
4. Woord dat zegt oe iets eruit ziet

Maak een foto van een zelfstandig naamwoord

Wat is het onderwerp?

1. Iemand die iets doet
2. Wat iemand doet
3. Een woord waar je de, het of een voor zet
4. een kleur

Wat is het onderwerp in deze zin:
mijn vader en moeder koken beiden erg graag

1. beiden
2. Mijn vader
3. koken
4. Mijn vader en moeder

Wat is een bijvoeglijk naamwoord

1. Een woord dat vertelt wat je moet doen
2. Een woord dat iets meer vertelt over het werkwoord
3. Een woord dat iets meer vertelt over het zelfstandig naamwoord
4. de het een

maak een zin waarin je 3 bijvoeglijke naamwoorden verwerkt

Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord?
Deze kat vangt SNEL muizen.

1. bijwoord
2. bijvoeglijk naamwoord

Bijwoord

Het bijwoord zegt iets meer over een 

werkwoord         --> hij loopt snel

bijvoeglijk naamwoord  --> Het enorm grote huis

Over een plaats of tijd      --> Vroeger kwam hij vaak

                                               -- > Ik vind hem nergens

Thuis oefen ik de grammatica.
Wat is het ow?

1. thuis
2. oefen
3. de grammatica
4. ik

Grammatica zinsdelen hebben veel leerlingen bij toets moeilijk gevonden.

Wat is de persoonsvorm?

1. grammatica
2. hebben
3. moeilijk gevonden
4. hebben gevonden

grammatica:
Wat is geen werkwoord?

1. ben
2. haar
3. zal
4. loop

Ik houd niet van grammatica. werkwoordelijk gezegde =...

1. ik
2. houd niet
3. houd
4. grammatica

meewerkend voorwerp

Hier kun je "AAN" of "VOOR"

voor zetten

bv: Ik geef (aan) haar bloemen

Oefening maken op studiemeter

Lijdend voorwerp

wie/wat + ww + onderwerp

Ik heb hem gezien

Wie heb jij gezien?  HEM

Oefening maken op studiemeter

Sleep de woordsoorten naar de juiste box.

persoonlijk vnw

bezittelijk vnw

voorzetsel

lidwoord

zelfstandig nw

Zij

willen

op

jouw

fiets

Sleep de woordsoorten naar de juiste box.

werkwoord

bezittelijk vnw

voorzetsel

lidwoord

zelfstandig nw

bijvoeglijk nw

De

rare

man

in

de

auto

lacht

En nu.......

Aan de slag met studiemeter

GRAMMATICA 3F