1..3 zuivere stoffen en mengels

1.3 zuivere stoffen en mengsels
Practicum

Vorm tweetallen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1.3 zuivere stoffen en mengsels
Practicum

Vorm tweetallen

Slide 1 - Tekstslide

1.3 zuivere stoffen en mengsels
Practicum
Repetitie scheikunde Hst. 1 28 september 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan n.a.v. een experiment vaststellen of iets een zuivere stof of een mengsel is.
  • Ik kan nauwkeurig waardes aflezen. 
  • Ik kan een grafiek maken van de onderzoeksresultaten.  

Slide 3 - Tekstslide

Zuivere stof en mengsel
(herhaling) Zuivere stof: 
  • is één stof en bestaat uit dezelfde moleculen
(herhaling) Mengsel:
  • meerdere verschillende soorten moleculen door elkaar

Slide 4 - Tekstslide

Hoe bepaal je of het een mengsel of zuivere stof is?


Laat de stof smelten, stollen of verdampen (koken)
  • als het een zuivere stof is: blijft de temperatuur hetzelfde bij de faseverandering
  • als het een mengsel is dan:  dan verandert de temperatuur tijdens de faseverandering

Slide 5 - Tekstslide

Zuivere stof


bij een zuivere stof heb je een: smeltpunt, stolpunt of kookpunt

Slide 6 - Tekstslide

Mengsel

Stoltraject
Mengsel


bij een mengsel heb je een: smelttraject, stoltraject of kooktraject
Traject

Slide 7 - Tekstslide

Onderzoeksvraag

Zijn palmitinezuur en bijenwas zuivere stoffen of mengsels?

Slide 8 - Tekstslide

Onderzoeksvraag

Zijn palmitinezuur en bijenwas zuivere stoffen of mengsels?








Wat neem je waar in het stoldiagram tijdens het stollen van palmitinezuur en bijenwas?
Welke conclusie kun je trekken uit de grafiek van palmitinezuur en die van bijenwas?

Slide 9 - Tekstslide

Waarnemingen en conclusies experiment 
Wat neem je waar in het stoldiagram tijdens het stollen van palmitinezuur en bijenwas?



Welke conclusie kun je trekken uit de grafiek van palmitinezuur en die van bijenwas?

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan n.a.v. een experiment vaststellen of iets een zuivere stof of een mengsel is.
  • Ik kan nauwkeurig waardes aflezen. 
  • Ik kan een grafiek maken van de onderzoeksresultaten.  

Slide 11 - Tekstslide


Geef aan of de stof bij grafiek a of bij grafiek b hoort:


Sinaasappelsap
(zonder pulp)
A
A
B
B

Slide 12 - Quizvraag


Geef aan of de stof bij grafiek a of bij grafiek b hoort:


Koper
A
A
B
B

Slide 13 - Quizvraag


Geef aan of de stof bij grafiek a of bij grafiek b hoort:


Benzine
A
A
B
B

Slide 14 - Quizvraag


Welke stof wordt er hier verwarmd?
Bevroren slootwater
Bevroren gedestilleerd water
A
Bevroren slootwater
B
Bevroren gedestilleerd water

Slide 15 - Quizvraag