H7: De sociale partners - 7.1 werkgevers- en werknemersorganisaties

Hoofdstuk 7 - De sociale partners
De betekenis van werk
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 7 - De sociale partners
De betekenis van werk

Slide 1 - Tekstslide

Als je ergens werkt ben je een ........

Slide 2 - Open vraag

7.1 Vakbonden

VAKBOND: Komen op voor de belangen van werknemers
VAKCENTRALES: (verzameling vakbonden) FNV, CNV 

  • Voor iedere bedrijfstak (= bedrijven die ongeveer hetzelfde werk doen): de bouw, de horeca, onderwijs, enz.
  • Voor iedere beroepsgroep (= groep personen met hetzelfde beroep) dokters, ramenwassers, journalisten enz.

Als je lid bent van een vakbond, dan helpen ze je als:
je het niet eens  bent met je ontslag, ruzie hebt over je salaris met je baas, je het niet eens bent met een overplaatsing.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

7.1 Vakbonden
Een organisatie die opkomt voor de belangen van werknemers noemen we een vakbond.  Een vakbond werkt op 4 niveaus:
  • persoonlijk (hulp bij ontslag of een conflict met je baas)
  • bedrijfsniveau (onderhandelen over loon en arbeidsomstandigheden binnen een bedrijf)
  • bedrijfstakniveau (onderhandelen over CAO's)
  • landelijk niveau (praten met ministers)

Slide 5 - Tekstslide

7.1 Vakcentrales
De meeste vakbonden horen bij een vakcentrale.
Er zijn drie grote vakcentrales in Nederland: 
  • de FNV
(Federatie Nederlandse Vakbeweging, 15 aangesloten vakbonden, ruim 1 miljoen leden)
  • het CNV
(Christelijk Nationaal Vakverbond, met 8 aangesloten vakbonden, 260.000 leden)
  • de VCP
(Vakcentrale voor Professionals, met 50 aangesloten vakbonden, 270.000 leden)

Slide 6 - Tekstslide

7.1 Werkgeversorganisaties
Als reactie op het werk van de vakbonden zijn er ook werkgeversorganisaties
Werkgeversorganisaties adviseren werkgevers bij conflicten met werknemers en als ze veel werknemers moeten ontslaan, of bv. rechtsbijstand om een staking te verbieden onder andere:
1= grote bedrijven (VNO Verbond van `Nederlandse ondernemingen)
2= kleinere bedrijven (MKB, Koninklijke vereniging Midden en Klein Bedrijf)
3= voor boeren (LTO land en tuinbouw organisatie) 
p. 67 in je boek


Slide 7 - Tekstslide

Een groep van personen met ongeveer hetzelfde beroep noem je:
A
Een bedrijfstak
B
Een beroepsgroep
C
Een vakbond

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel grote werkgeversorganisaties kent Nederland?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quizvraag

7.2 De belangen van werkgevers en werknemers
Werkgevers en werknemers hebben tegengestelde belangen en gemeenschappelijke belangen.

  • Tegengestelde belangen: de werkdruk.
  • Gemeenschappelijke belangen: een succesvol bedrijf, goede producten maken en een fijne werksfeer.

Slide 10 - Tekstslide

7.2 De belangen van werkgevers en werknemers
Belangen van werknemers:
  • Werkgelegenheid.
  • Goede arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden.
  • Mogelijkheden om hogerop te komen.
  • Medezeggenschap.
  • Een goede uitkering bij ziekte, arbeidsongeschikt en werkloosheid.

Slide 11 - Tekstslide

7.2 De belangen van werkgevers en werknemers
Belangen van werkgevers:
  • Lage kosten.
  • Weinig concurrentie.
  • IJverige en goed opgeleide werknemers.
  • Zo min mogelijk regels van de overheid.

Slide 12 - Tekstslide

7.2 De belangen van werkgevers en werknemers
Werkgeversorganisatie en vakbonden onderhandelen met elkaar over Cao's

  • CAO: collectieve arbeidsovereenkomst, standaardcontract met afspraken voor een hele bedrijfstak. 
  • Cao's moeten goedgekeurd worden door minister van Sociale Zaken. Als hij de CAO bindend verklaart, geldt de cao voor alle bedrijven in die bedrijfstak.

Slide 13 - Tekstslide

7.2 De belangen van werkgevers en werknemers
  • Cao-onderhandeling verloopt niet altijd eenvoudig.
  • Vakbonden nemen dan contact op met de media of met politici.

Als er dan nog geen akkoord komt, heeft de vakbond nog meer opties:
  • Stiptheidsacties houden.
  • Naar de rechter stappen.
  • Staken.
Maar uiteindelijk willen beide partijen altijd een akkoord sluiten.

Slide 14 - Tekstslide

Als werknemers en werkgevers verschillende belangen hebben dan noem je dat:
A
Gemeenschappelijke belangen
B
Tegengestelde belangen

Slide 15 - Quizvraag

Deze organisatie komt op voor de belangen van werknemers.
A
De vakbond
B
Het UWV
C
Elke organisatie doet dat.

Slide 16 - Quizvraag

NU
Opdrachten maken H7

Slide 17 - Tekstslide