3HVN - Formules

Formules en de wetenschappelijke notatie.

Rekenen met formules

Formules ombouwen

Wetenschappelijke notatie
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Formules en de wetenschappelijke notatie.

Rekenen met formules

Formules ombouwen

Wetenschappelijke notatie

Slide 1 - Tekstslide

P = U x I
U = 230V I = 12 A
P = ?
A
2560W
B
2760W
C
19,2 W
D
0,052

Slide 2 - Quizvraag

F = m x a
F = 1200N m = 250 kg
a = ?
A
300.000 m/s2
B
4,8 m/s2
C
0,2 m/s2
D
1450 m/s2

Slide 3 - Quizvraag

E = P x t
E = 20.000J P = 200W
t = ?

Slide 4 - Open vraag

Formules omschrijven
P = U x I
U = ?
I = ?

Denk aan 6 = 3 x 2

Slide 5 - Tekstslide

U = I x R
R =?
A
I / U
B
I x U
C
U / I

Slide 6 - Quizvraag

E = P x t
t =
A
E / P
B
E x P
C
P / t

Slide 7 - Quizvraag

R = U / I
I =
A
U x R
B
R x U
C
R / U
D
U / R

Slide 8 - Quizvraag

Elektriciteit
Kracht en beweging
F = m x a
Fz
v = s / t
P = U x I
F = m x a
R = U / I
Utot = U1 +U2 + U3
Transformator

Slide 9 - Sleepvraag

Een turnster heeft een massa van 52 kg.
Bereken de zwaartekracht die op de turnster werkt
Fz = m x g g = 9,81 N/kg

Slide 10 - Open vraag

P = U x I

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wetenschappelijke notatie
Licht heeft een enorme snelheid: c = 299 792,458 km/s.

Kunnen we dit makkelijker opschrijven?

Slide 14 - Tekstslide

c = 299 792,458 km/s

Schrijf dit makkelijker op.

Slide 15 - Open vraag

De wetenschappelijke notatie
Wanneer getallen heel groot of heel klein zijn, is het lastig om met deze getallen te rekenen. 

Dan kan je het getal op een andere manier noteren: de wetenschappelijke notatie.  

Slide 16 - Tekstslide

Wetenschappelijke notatie
de wetenschappelijke notatie ziet er altijd als volgt uit:
a,b*10^c
waarbij a altijd een getal tussen de 1 en de 10 is.
bijvoorbeeld
1,0*10^2
3,5*10^3

Slide 17 - Tekstslide

Oefenopgaven rekenen

Slide 18 - Tekstslide

Antwoord op de volgende dia

Slide 19 - Tekstslide

Antwoord in hele dagen

Slide 20 - Open vraag

Hoe hoog is het restaurant van het schaalmodel

Slide 21 - Tekstslide

Antwoord in meters

Slide 22 - Open vraag

Wat is de prijs van dit stuk kaas?

Slide 23 - Tekstslide


Slide 24 - Open vraag

Bovenbouw

Slide 25 - Tekstslide

Wat is het 'PTO'?

Slide 26 - Open vraag

Wat is het 'PTA'?

Slide 27 - Open vraag