Hoofdstuk 3 paragraaf 2

Hoofdstuk 3


paragraaf 2

Water
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3


paragraaf 2

Water

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhaling H 3.1
  • Uitleg paragraaf H 3.2
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting/Vragen H 3.2 

Slide 2 - Tekstslide

          Wat weet jij nog van            H3.1 Soorten water?

Slide 3 - Tekstslide

Zeewater
Regenwater
Grondwater
Oppervlaktewater
Soorten water

Slide 4 - Woordweb

Onthouden!
  • Zonder water kun je niet leven.
  • Je lichaam bestaat voor twee derde deel uit water.
  • Het grootste deel van de aarde is bedekt met water.
  • Het water uit de kraan is drinkwater.
  • Het waterbedrijf zorgt voor drinkwater uit de kraan.
  • Het installatie-bedrijf legt waterleiding, gas en verwarmingen aan.

Slide 5 - Tekstslide

paragraaf 2
Fasen
Theorieboek blz. 129

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de drie fasen van water benoemen.
  • Je kunt beschrijven wat waterdamp is.
  • Je kunt uitleggen wat een fase-verandering is.
  • Je kunt beschrijven wat er gebeurt als water bevriest (stolt) of smelt.
  • Je kent het smeltpunt, vriespunt en het stolpunt van water. Je kunt ook uitleggen waarom deze voor water hetzelfde zijn. 

Slide 7 - Tekstslide

in welke drie fasen kan water voorkomen?
Kun je waterdamp zien?

Slide 8 - Tekstslide

Dus de verschillende fasen van water zijn

Slide 9 - Tekstslide

smelten en stollen
Het stollen van water noem je ook wel ?

Slide 10 - Tekstslide

Smelten en stollen zijn fase veranderingen
Stollen: de stof gaat van vloeibaar naar vast
Smelten: de stof gaat van vast naar vloeibaar

Slide 11 - Tekstslide

Smelpunt en vriespunt
Tijdens het bevriezen blijft de temperatuur ..... graden celsius?
Is er een verschil tussen het smelpunt
en het vriespunt van water?

Slide 12 - Tekstslide

We gaan nu de volgende opgaven maken
1 tot en met 4
Bladzijde 139 en 141
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven wat er gebeurt als water verdampt of condenseert.
  • Je kunt beschrijven wat stoom is.
  • Je kent het kookpunt van water.
  • Je kunt de vier fase-veranderingen van water benoemen en beschrijven. 

Slide 16 - Tekstslide

Verdampen en condenseren 
Waterdamp kun je niet zien!
Toch zien we wolkjes bij de ketel
Hoe kan dat?

Slide 17 - Tekstslide

Kookpunt
Welke temperatuur heeft kokend water?
Wat zit er in de bellen van kokend water?

Slide 18 - Tekstslide

nog even kort samengevat

Slide 19 - Tekstslide

We gaan nu de volgende opgaven maken
4 tot en met 14
Bladzijde 142 t/m 147
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Onthouden!
De fase is de toestand van de stof op dat moment.
Er zijn drie fasen: vast, vloeibaar en gas.
Bij een fase-verandering verandert de fase van een stof.

De vier fase-veranderingen zijn:
  • smelten: veranderen van vast naar vloeibaar
  • stollen: veranderen van vloeibaar naar vast
  • verdampen: veranderen van vloeibaar naar gas
  • condenseren: veranderen van gas naar vloeibaar

Slide 26 - Tekstslide

Onthouden!
Het smeltpunt van water is 0 °C.
Het smeltpunt van water en het stolpunt van water zijn hetzelfde (0 °C).
Het stollen van water noem je bevriezen.
Het stolpunt van water noem je ook het vriespunt.
Het kookpunt van water is 100 °C.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide