Paragraaf 2.2 Platentektoniek

2.2 Platentektoniek en aardbevingen

H2 Endogene en Exogene processen

Domein Aarde
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.2 Platentektoniek en aardbevingen

H2 Endogene en Exogene processen

Domein Aarde

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind:
  •  Je weet op welke manieren de aardplaten ten opzichte van elkaar bewegen.
  • Je begrijpt dat natuurlijke processen zoals ze nu plaatsvinden informatie leveren over natuurlijke processen in het verleden.
  • Je begrijpt dat divergente en convergente plaatbewegingen ontstaan door een duwkracht vanuit de midoceanische rug en een trekkracht in subductiezones.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Opbouw Aarde basis
Lithosfeer
Asthenosfeer
Buitenmantel en binnenmantel
Buitenkern en binnenkern
Oceanische en continentale plaat

Geologische tijdschaal, paleomagnetisme, superpositie

Slide 5 - Tekstslide

Opbouw van de aarde
Even terug naar de vorige les

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

0

Slide 8 - Video

Hoe werkt convectie in de mantel?
Mantelconvectie vindt plaats op lange ("geologische") tijdschalen. Typische stroomsnelheden zijn enkele millimeters tot enkele centimeters per jaar. Het is in de mantel de belangrijkste wijze waarop de Aarde haar interne warmte verliest. Mantelgesteente staat bloot aan een naar boven gerichte warmtestroom vanuit de aardkern. Doordat gesteente onder de drukken en temperaturen die in de mantel heersen plastisch deformeert kan er in de mantel, in tegenstelling tot de korst, stroming van vast gesteente plaatsvinden.

Slide 9 - Tekstslide

Kenmerken
  • Heet taai vervormd mantel gesteente stijgt op
  • Snelheid enkele mm/cm p/j
  • Veroorzaakt beweging van de aardplaten  
  • Veroorzaakt 3 typen plaatbewegingen
Heet, taai en vervormd

Slide 10 - Tekstslide

Al deze platen kunnen onderverdeeld worden in twee soorten: continentale en oceanische platen.Wat is het verschil?

Continentale plaat:  deze platen zijn heel breed, ouder liggen voornamelijk boven zee maar zijn wel lichter. Gesteente: graniet, lagere dichtheid

Oceanische plaat: deze platen zijn dunner, jonger, hier ligt vooral water op maar zijn wel zwaarder.  Gesteente: basalt, hogere dichtheid

Zie hiernaast.
Oceanic crust: oceanische plaat
Continental crust: continentale plaat

Slide 11 - Tekstslide

Duwkracht en trekkracht

Slide 12 - Tekstslide

Oceaanbodem ontstaat en verdwijnt, terwijl continenten blijven drijven.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

De geologische tijdschaal
weten jullie nog?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

- Continenten passen in elkaar (platentektoniek)
- Planten en dieren migreerden tussen de verschillende gebieden, door fossielen is de geschiedenis te reconstrueren.


Maar: niemand geloofde hem!


Actualiteitsprincipe:
The present is the key to the past! 
Charles Lyll
Bewijs van Alfred Wegener:

Slide 17 - Tekstslide

Welke plaatbewegingen zijn er?

Slide 18 - Tekstslide

Platentektoniek
Platentektoniek is het bewegen van platen. Bij breuklijnen en op de randen van aardplaten treden bewegingen op, als volgt:
  1. Divergente plaatbewegingen            van elkaar af
  2. Convergente plaatbewegingen        naar elkaar toe
  3. Transforme plaatbewegingen            langs elkaar

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

        Divergent                        Convergent                           divergent
    Midoceanische rug              subductie            midoceanische rug

Slide 22 - Tekstslide

De westkant van Zuid-Amerika
Subductiezone 
Zorgt voor actief vulkanisme

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Platen (schollen), continentale en oceanische plaat
Platen (schollen), continentale
en oceanische plaat

Slide 27 - Tekstslide

Breuklijnen en gevolgen
  1. Transversaal/transform: langs elkaar --> heftige aardbevingen
  2. Divergent: uit elkaar
    2.1: 2 oceanische platen --> mid-oceanische rug
    2.2: 2 continentale platen --> slenk --> oceaan
  3. Convergent: naar elkaar toe
    3.1: 2 continentale platen --> plooiingsgebergte, (heftige) aardbevingen
    3.2: 1 oceanische en 1 continentale plaat: oceanische duikt onder continentale --> subductie, vulkanen (explosief door taai magma!), eilanden, trog, aardbevingen, tsunami
    3.3: 2 oceanische platen: oudste plaat duikt onder jongere plaat --> subductie (let op de plaat waar eilanden/land op ligt dit is de lichte, dus jongere plaat). Gevolgen: zie 3.2

Slide 28 - Tekstslide

Convergente beweging: 
Platen bewegen naar elkaar toe
3 manieren:
  1. 2 continentale platen botsen: Plooiingsgebergte
  2. Een oceanische en continentale plaat botsen: Subductie
  3. 2 oceanische platen botsen: Subductie
Plooiing
Als 2 continentale platen botsen, gaan ze plooiien (oftewel kreukelen) Er onstaat een gebergte.
Gebergten zoals de Alpen ontstaan op deze manier. Er kunnen zware aardbevingen onstaan bij deze beweging.
Subductie
Bij subductie verdwijnt de zware oceanische plaat onder de lichtere continentale plaat. De oceanische plaat smelt wanneer deze weer in de mantel komt.
Bij deze beweging onstaan gebergten zoals de Andes. Deze beweging kan zware aardbevingen veroorzaken. Een ander kenmerk is dat er vulkanen ontstaan bij deze beweging.
Diepzeetrog
Een diepzeetrog is de plek waar de oceanische korst onder de continentale korst verdwijnt. 
Dit is een hele diepe plek in de oceaan. De diepste diepzeetrog is de Marianentrog, vlakbij Japan. Die trog is ongeveer 11 kilometer diep.

Slide 29 - Tekstslide

Wegduikende platen

  • Plaatbewegingen veroorzaken niet alleen aardbevingen, maar ook vulkanen. 
  • Regel: hoe dieper in de aarde komt, hoe hoger de temperatuur wordt. Een onderduikende plaat smelt gedeeltelijk. Er ontstaat magma dat opstijgt en vulkaanuitbarstingen veroorzaakt.
  • Dit kan zowel bij twee oceanische platen, als bij een continentale plaat en een oceanische plaat. De zwaarste plaat duikt weg!

Slide 30 - Tekstslide

Plooingsgebergte
Gebergte waarvan de gesteentelagen plooien vertonen. Deze plooiingen ontstonden meestal door de werking van endogene krachten. Bijv. botsingen van twee continententale schollen.

Slide 31 - Tekstslide

Diepzeetroggen
Diepzeetroggen zijn super diepe inzinkingen van de zeebodem. Troggen bevinden zich altijd langs plaatgrenzen. Er moet sprake zijn van een convergente beweging, waarbij twee platen naar elkaar toe bewegen. Hier zal dus één plaat onder de andere duiken en afsmelten, dit noem je subductie.

Slide 32 - Tekstslide

Aantekening
Divergente beweging:
Platen bewegen uit elkaar
2 manieren:
  1. oceanische platen bewegen uit elkaar: Mid-Oceanische-Rug (MOR)
  2. continentale platen bewegen uit elkaar:
MOR
Bij een Mid-Oceanische-Rug bewegen 2 oceanische platen uit elkaar. Tussen die platen onstaat een ruimte (een spleet) Door die spleet komt magma uit de aarde. Dit is dus een soort vulkaan. (spleetvulkaan)
Wanneer de magma uit de aarde is stolt het snel omdat het onder water is en het daar koud is. 

Slide 33 - Tekstslide

Mid-oceanische rug(MOR)


Een voorbeeld van een mid-oceanische rug is de Mid-Atlantische rug in de Atlantische Oceaan. De mid-oceanische ruggen spelen een belangrijke rol in het proces van platentektoniek. Bij de ruggen bewegen verschillende tektonische platen van elkaar af. Het gevolg is dat er een ruimte ontstaat tussen de platen, deze ruimte zal worden opgevuld door magma uit de asthenosfeer (de laag in de Aarde onder de lithosfeer). De magma zal aan het oppervlak stollen, waardoor hier nieuwe oceanische lithosfeer zal worden gevormd. Dit zorgt ervoor dat op mid-oceanische ruggen veel vulkanisme voorkomt.
Spreidingszone?
Omdat de platen uit elkaar blijven bewegen, zal het proces door blijven gaan, waarbij steeds nieuwe lithosfeer worden gevormd bij de oceaanruggen. Men noemt in de platentektoniek een mid-oceanische rug daarom een spreidingszone. Het proces waarbij op spreidingszones oceanische korst wordt gevormd wordt oceanische spreiding genoemd.

Slide 34 - Tekstslide

Samenvattend: de plaatbewegingen en gevolgen voor de lithosfeer

Slide 35 - Tekstslide

0

Slide 36 - Video

Lesdoel
Aan het eind:
  •  Je weet op welke manieren de aardplaten ten opzichte van elkaar bewegen.
  • Je begrijpt dat natuurlijke processen zoals ze nu plaatsvinden informatie leveren over natuurlijke processen in het verleden.
  • Je begrijpt dat divergente en convergente plaatbewegingen ontstaan door een duwkracht vanuit de midoceanische rug en een trekkracht in subductiezones.

Slide 37 - Tekstslide

Aan de slag
1. bepaal voor jezelf of je de leerdoelen kan beantwoorden en begrijpt. Ja? Top! Nee? Kijk de presentatie nog een keer door, lees het boek goed en stel de vraag aan mij

2. Hieronder komen de opdrachten van paragraaf 2.2 Maak deze en lever in. 

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

De aarde heeft een bepaalde opbouw. Wat is, van binnen naar buiten, de juiste opbouw van de aarde?
A
Mantel - aardkorst - kern
B
Kern - aardkorst - mantel
C
Kern - mantel - aardkorst
D
Aardkorst - kern - mantel

Slide 40 - Quizvraag

Twee sferen: hoe heten deze en zijn ze vast, vloeibaar of plastisch?
A
De asthenosfeer is plastisch en de lithosfeer is vloeibaar
B
De asthenosfeer is vloeibaar en de lithosfeer is vast
C
De asthenosfeer is plastisch en de lithosfeer is vast
D
De asthenosfeer is vast en de lithosfeer is vloeibaar

Slide 41 - Quizvraag

Bekijk bron 8 en 9 uit je tekstboek. Langs de westkust van Zuid-Amerika komen veel zware aardbevingen voor. Leg uit waarom juist aarde westkust van Zuid-Amerika zware aardbevingen voorkomen. Je uitleg moet een oorzaak-gevolg relatie bevatten

Slide 42 - Open vraag

Op de plaatgrens van de Nazcaplaat en de zuidelijker gelegen Antarctische plaat komen regelmatig zware aardbevingen voor. Leg uit hoe dat kan (gebruik bron 8 en 9 tekstboek)

Slide 43 - Open vraag

Waarom komen zware aardbevingen niet voor bij divergente plaatgrenzen?

Slide 44 - Open vraag

Bekijk figuur 3 in je werkboek.
Waar is de oceaanbodem het oudst, bij X of Y. Leg je antwoord uit

Slide 45 - Open vraag

Hoe komt het dat de Nazcaplaat (figuur 3 werkboek) niet steeds groter wordt?

Slide 46 - Open vraag

Aardplaten bewegen met enkele cm per jaar. Welk gevolg heeft de platentektoniek op een tijdschaal van enkele tientallen jaren?

Slide 47 - Open vraag

Welk gevolg heeft de platentektoniek op de omvang van de Atlantische Oceaan. Leg je antwoord uit

Slide 48 - Open vraag

Teken een subductiezone
  • Schrijf de volgende begrippen erbij:
Continentale plaat, oceanische plaat, Andes, smeltend magma, trog, vulkanen
  • Zet pijlen om de bewegingsrichting van de platen aan te geven
  • Inleveren donderdag!

Slide 49 - Tekstslide