4.3 Valversnelling en snelheid

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Felix Baumgartner
Je zag net een filmpje van Felix Baumgartner die in 2012 een recordpoging deed om de geluidsbarriere te doorbreken. Deze poging was succesvol. 

Hij sprong hierbij van meer dan 39 km naar beneden, gemeten werd 39,045 km. In de vrije val die 4 minuten en 19 seconden duurde, behaalde hij als gevolg van de ijle lucht een recordsnelheid van 1357 km/u

Slide 3 - Tekstslide

Km/h naar m/s
1375 km/h, hoeveel meter legt Felix dan af per seconde?

Daar is een hele simpele regel voor. 

1375 km/h : 3,6 = 381,94 m/s

Slide 4 - Tekstslide

Snel
381,94 meter per seconde. 

Dus dat is in een rechte lijn vanaf hier naar de jumbo per seconde. 

Dat is snel...

Slide 5 - Tekstslide

Zwaartekracht
Een vallend voorwerp op aarde heeft altijd een valversnelling van 10 m/s2. 

Dit is de zwaartekracht die aan het voorwerp trekt. 

Slide 6 - Tekstslide

Zwaartekracht en valversnelling
Zwaartekracht = massa x valversnelling

Fz = m x g 

Fz: zwaartekracht in N
m: massa in kg
g: gravitatiekracht (engelse gravity) 10 m/s2

Slide 7 - Tekstslide

Jouw zwaartekracht?
Neem jouw gewicht in je hoofd, en doe dat keer 10. 

Op aarde heb jij dus een zwaartekracht van ...N

Stel: je weegt 65 kg= 65x10=650N

Slide 8 - Tekstslide

Zwaartekracht op de maan?
De maan is veel kleiner dan de aarde, deze trekt dus minder aan. Dat betekent dat de maan een gravitatiekracht heeft van 1,6 m/s2. 

Voorbeeld:
Stel je weegt 65 kg = 65 x 1,6 = 104 N

Slide 9 - Tekstslide

Snelheid
De gemiddelde snelheid bereken je door de afstand te delen door de tijd. 

Vgem= s/t 

s = afstand in meter
t = tijd in seconde

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de formule om gemiddelde snelheid te berekenen
A
snelheid =afstand : tijd
B
snelheid = tijd : afstand
C
tijd = snelheid x afstand

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent gemiddelde snelheid?
A
Dat het de werkelijke snelheid is op het moment zelf.
B
Dat het een snelheid is die gerekend is over een bepaalde afstand en tijd.

Slide 12 - Quizvraag

Henk fietst 40 kilometer in 2,5 uur. Wat was zijn gemiddelde snelheid?
A
16 km/h
B
20 km/h
C
18 km/h
D
14 km/h

Slide 13 - Quizvraag

Reken de duur (tijd) van de fietstocht uit:

Fietsroute: 24 kilometer lang
Gemiddelde snelheid: 12 kilometer per uur

A
2 uur
B
20 minuten
C
3 uur
D
30 minuten

Slide 14 - Quizvraag

Je fietst 7 km in 0,5 uur. Wat is je gemiddelde snelheid?
A
3,5 km / h
B
3,9 m / s
C
14 km / h
D
iets anders

Slide 15 - Quizvraag

Aan de slag
Maak paragraaf 4.2 en 4.3

Kijk na en denk om de OTO

Teken

Slide 16 - Tekstslide