Elektriciteit herhaling
1 / 11
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Hoeveel geeft deze spanningsmeter aan?
A
13,5 V
B
6,8 V
C
13,5 mV
D
6,8 A
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
A
alleen de linker
B
alleen de middelste
C
alleen de rechter
D
geen van alle
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Teken in het stroomschema een ampèremeter en een voltmeter in om de stroomsterkte door en de spanning over L2 te kunnen meten. Plaats hieronder een foto.
Slide 7 - Open vraag
stelling 1: I totaal = I1 + I2
stelling 2: De spanning van L3 = de spanning van de spanningsbron. L1 en L2 moeten de spanning verdelen.
stelling 2: De spanning van L3 = de spanning van de spanningsbron. L1 en L2 moeten de spanning verdelen.
A
Beide stellingen zijn waar
B
stelling 1 is juist, stelling 2 niet
C
Stelling 2 is juist, stelling 1 niet
D
beide stellingen zijn onjuist.
