Artikel

SE Gedocumenteerd Schrijven
Artikel
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

SE Gedocumenteerd Schrijven
Artikel

Slide 1 - Tekstslide

DOELEN
Aan het einde van de les

- weet je hoe je een artikel moet schrijven voor je SE Gedocumenteerd schrijven
- kun je een artikel schrijven

Slide 2 - Tekstslide

Een artikel schrijven
  • In een informatief artikel geef je   de lezer informatie 
     over een bepaald onderwerp.
  • Soms wordt er gevraagd om je eigen mening te geven. 

Slide 3 - Tekstslide

Waar lees je artikelen?

Slide 4 - Woordweb

Bekijk het 
filmpje over 
een artikel schrijven

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Een artikel heeft een bepaalde opbouw

Slide 7 - Tekstslide

Opbouw artikel
Een artikel is opgebouwd uit drie delen: 
Het artikel begint met een titel. 
  1. Inleiding: vaak de aanleiding voor het schrijven van het artikel. 
  2. Middenstuk: vaak het geven van je mening met argumenten. 
  3. Slot: vaak vragen om een reactie, een advies geven, een waarschuwing geven of een conclusie. 
  4. Vermeld altijd je voornaam en achternaam (soms ook klas) onderaan het artikel!

Slide 8 - Tekstslide

Inhoud 50-60% van je eindcijfer
-bestudeer de opdracht
-markeer wat je in je artikel moet beschrijven
-wanneer je informatie uit andere artikelen moet halen, noteer ze
-controleer of je alle informatie-elementen hebt beschreven 
-zet ze in een logische volgorde 

Slide 9 - Tekstslide

uiterlijk van een schrijfopdracht
10-15% van je cijfer
  • Bij het schrijven van een artikel gelden een aantal regels.
  • Bij het eindexamen krijg je aftrek als je je niet aan deze regels houdt.
  • gebruik je geen alinea's, maak je geen titel en noteer je je naam niet onder het schrijfwerk dan gaan er 3 punten af 

Slide 10 - Tekstslide

Spelling 25-35% van je eindcijfer
interpunctie
spelfouten
formuleringsfouten

Slide 11 - Tekstslide

Goed lezen is goed schrijven 
Lees eerst de opdracht en dan de teksten
Markeer waar nodig

Slide 12 - Tekstslide

Uit hoeveel alinea's bestaat een artikel minimaal?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quizvraag

wanneer een nieuwe alinea?

Slide 14 - Woordweb

Hoe bedenk je een titel?

Slide 15 - Woordweb

Tussen een alinea komt een witregel.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Een artikel is als volgt opgeb
< Titel
< Inleiding (alinea 1)
< Bron
< Slot (laatste alinea)
< Middenstuk >
<Tussenkopje
De opbouw van een artikel.

Slide 17 - Tekstslide

Artikel

Slide 18 - Tekstslide

Een artikel heeft altijd een titel.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Uiterlijk van een artikel?

Slide 20 - Woordweb

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Waar schrijf je het?
Middenstuk
Slot
Inleiding
Gisteren hadden wij een discussie in de klas......
Daar ben ik het niet mee eens, want.....
mijn conclusie is...

Slide 24 - Sleepvraag

Conventies (regels)
  • Bij het schrijven van een artikel gelden een aantal regels.
  • Bij het eindexamen krijg je aftrek als je je niet aan deze regels houdt.
  • Je krijgt maximaal 3 punten.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Wat zet je onderaan je artikel?
A
Naam, Klas
B
Naam
C
Naam, klas, school
D
Naam, school

Slide 31 - Quizvraag

Wat betekent minimaal 100 woorden?
A
Je mag niet meer dan 100 woorden gebruiken.
B
Je mag niet minder dan 100 woorden gebruiken.
C
Je moet ongeveer 100 woorden gebruiken.
D
Je moet precies 100 woorden gebruiken.

Slide 32 - Quizvraag

Uit hoeveel alinea's bestaat een artikel minimaal?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 33 - Quizvraag

Een artikel heeft altijd een titel.
A
waar
B
niet waar

Slide 34 - Quizvraag

Tussen een alinea komt een witregel.
A
waar
B
niet waar

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Waarom moet je de opdrachten nummeren?
A
zodat je geen onderdelen vergeet
B
zodat je weet welke volgorde je moet aanhouden
C
omdat de docent dat wil

Slide 43 - Quizvraag

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Waarom groepeer je de onderdelen?

Slide 48 - Open vraag

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Hoeveel punten kun je krijgen voor de regels?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 51 - Quizvraag

Je begint je artikel met:
'Hallo, ik ben ......."

(meerdere antwoorden mogelijk)
A
NEEEEEEEEEEEEEEEE!
B
ja
C
nee
D
nee, natuurlijk niet!

Slide 52 - Quizvraag

To do!
Schrijven artikel + inleveren bij docent.

Opgelet: volgende les leesboek bij!

Slide 53 - Tekstslide