woordenschat menselijk lichaam

Woordenschat 

Ik kan de betekenis van de thema woorden uitleggen en deze gebruiken in een zin. 

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSpeciaal OnderwijsLeerroute 5Leerroute 6

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat 

Ik kan de betekenis van de thema woorden uitleggen en deze gebruiken in een zin. 

Slide 1 - Tekstslide

Menselijk lichaam

Slide 2 - Woordweb

Wat is een skelet?
A
De binnenkant van je lichaam
B
Iets wat je kunt gebruiken
C
Het bot van je hoofd
D
Alle beenderen van een mens of dier.

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor schedel?
A
Bot rondom je mond
B
Kunstarm, kunstbeen
C
De bovenkant van het hoofd
D
Beweegbare verbinding van botten

Slide 6 - Quizvraag

Mantel

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het trommelvlies
A
Een vlies wat in je buik zit.
B
Een vlies tussen de gehoorgang en het middenoor.
C
Een vlies bij je hersenen
D
Een vlies op een drumstel.

Slide 8 - Quizvraag

Geoloog

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een gewricht?
A
Bot rondom je mond
B
Een kunstarm, kunstbeen
C
De bovenkant van het hoofd
D
Beweegbare verbinding van botten

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Maak een zin met het woord:


Stijgbeugel





Slide 12 - Tekstslide

Maak een zin met het woord:


Trommelvlies





Slide 13 - Tekstslide

Maak een zin met het woord:


Gewricht





Slide 14 - Tekstslide

Wat is een vingerkootje?
A
Een botje in de hand
B
Een bot in de onderarm
C
Het dikste bot in de onderarm
D
Gebogen bot rond de borstkas

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Wat zijn ribben?
A
Een botje in de hand
B
Een bot in de onderarm
C
Het dikste bot in de onderarm
D
Gebogen bot rond de borstkas

Slide 17 - Quizvraag

In de ribben zit ook merg.

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het spaakbeen?
A
Een botje in de hand
B
Een bot in de onderarm
C
Het dikste bot in de onderarm
D
Gebogen bot rond de borstkas

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Wat is de ellepijp?
A
Een botje in de hand
B
Een bot in de onderarm
C
Het dikste bot in de onderarm
D
Gebogen bot rond de borstkas

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide


Leg uit of noem een ander woord voor:




Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide