2THV - Theme 5 - Grammar 13 - Past simple vs. Present perfect

Theme 5 
English

Past simple vs. Present perfect
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Theme 5 
English

Past simple vs. Present perfect

Slide 1 - Tekstslide

Hoe maak je de present perfect?

Slide 2 - Open vraag

Herhaling
Grammar 10
Present Perfect
1. Present Perfect in een zin.
2. Present Perfect in een vraagzin.
3. Ontkenningen in de Present Perfect.

Slide 3 - Tekstslide

I have/has many snacks in my fridge.
A
have
B
has

Slide 4 - Quizvraag

My brother have/has a Playstation 4.
A
Have
B
Has

Slide 5 - Quizvraag

My friends all have/has crazy hairstyles.
A
have
B
has

Slide 6 - Quizvraag

Herhaling


                       Present perfect


        have / has + voltooid deelwoord

Slide 7 - Tekstslide

zij heeft gedaan
A
she did do
B
she have done
C
she has done
D
she has did

Slide 8 - Quizvraag

wij hebben gedaan
A
we have did
B
we have done
C
we did have
D
we have do

Slide 9 - Quizvraag

Vragen maken in de present perfect
zet have/has aan het begin van de zin
vb
  • he has eaten at a restaurant
  • has he eaten at a restaurant?

Slide 10 - Tekstslide

(They to make)........ a snow angel ?

Slide 11 - Open vraag

ontkenningen maken in de present perfect
Zet not achter have/ has
VB
  • he has eaten in a restaurant
  • he has not eaten in a restaurant

Slide 12 - Tekstslide

I (not to roll).............down a mountain to catch a cheese

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Past simple

Slide 15 - Tekstslide

Present perfect

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

How many books ........
(she/write) so far??

Slide 18 - Open vraag

The Vandals ....................
(invade) Rome in the year 455.

Slide 19 - Open vraag

Hoe maak je de present perfect?

Slide 20 - Open vraag

Maak de present perfect:
They wait

Slide 21 - Open vraag

Maak de present perfect:
He listens

Slide 22 - Open vraag

Maak de present perfect:
John sees

Slide 23 - Open vraag

Hoe maak je de present perfect?

Slide 24 - Open vraag