Methodiek semester 3, les 2 week 3 Participatie: Sociaal netwerk

Participatie: Sociaal Netwerk
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Participatie: Sociaal Netwerk

Slide 1 - Tekstslide

Leervragen
- Wat is de definitie van sociaal netwerk?
- Kun je 3 relaties noemen (van de binnenste cirkel naar de buitenste)?
-  Wat is jouw taak als mmz bij het netwerkgericht werken?
- Wat zijn de 4 stappen van Netwerkgericht Werken?
- Wat is een ecogram en wanneer gebruik je deze?
- Wat is het verschil tussen een ecogram en een genogram?
- Hoe maak je een ecogram?



Slide 2 - Tekstslide

Een sociaal netwerk is...

Slide 3 - Open vraag

Sociaal netwerk
- Een sociaal netwerk = een verzameling mensen met hun 
   onderlinge relaties. 

   

Slide 4 - Tekstslide

Geef 3 voorbeelden van personen binnen jouw sociale netwerk

Slide 5 - Open vraag

Relaties in je sociale netwerk
- het netwerk van familie, 
- vrienden, 
- mensen die je kent uit de buurt, van een kaartclub of 
   sportclub. 

Slide 6 - Tekstslide

Netwerkgericht werken 3
Het netwerkgericht werken is een werkwijze die past binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO). 

Omdat de overheid een stap terug doet en zich minder met de burgers wil bemoeien, wordt het sociale netwerk van een cliënt steeds belangrijker.

Slide 7 - Tekstslide

Jouw rol
 Een van je taken als persoonlijk begeleider is het versterken, 
   uitbreiden en activeren van het sociale netwerk van de cliënt

Slide 8 - Tekstslide

Welke 4 stappen zijn er binnen het netwerkgericht werken?

Slide 9 - Open vraag

Netwerkgericht werken in de praktijk
Cliënten met een hulp- of ondersteuningsvraag kunnen vaak op professionele ondersteuning rekenen, maar moeten ook hun eigen netwerk inzetten. Maar hoe gaat dat in zijn werk? Netwerkgericht werken bestaat uit de volgende vier stappen:




1. netwerk onderzoeken
3. netwerk activeren;
2. netwerk uitbreiden
4. nieuwe activiteiten stimuleren.

Slide 10 - Tekstslide

Relaties in je sociale netwerk
Stap 1 = het netwerk van de cliënt in kaart te brengen. 
- Je kijkt daarbij welke contacten een cliënt heeft, 
- hoe vaak hij contact met anderen heeft en 
- welke vorm van steun hij krijgt. 

Slide 11 - Tekstslide

Stap 1 Netwerk onderzoeken 
Er zijn verschillende (digitale) instrumenten om het netwerk van de cliënt in kaart te brengen, maar in principe heb je niet veel meer nodig dan potlood en papier. 

Laat de cliënt vertellen wie hij allemaal kent binnen zijn sociaal netwerk.

Slide 12 - Tekstslide

Stap 1 Netwerk onderzoeken 
Dit kun je doen door het stellen van de volgende vragen:

- ‘Aan wie vertelt u dat u iets leuks heeft meegemaakt?’
- ‘Wie biedt welke ondersteuning?’
- ‘Wie heeft u deze week allemaal gesproken?’
- Wanneer je de namen die de cliënt spontaan noemt opschrijft, 
   heb je binnen enkele minuten een aardige lijst. 
Je kunt dan met de lijst een ecogram of genogram maken.



Slide 13 - Tekstslide

Stap 1 Netwerk onderzoeken : Ecogram
Een ecogram wordt ook wel netwerkcirkel genoemd. 
In een schema kan de cliënt invullen wie hij tot zijn sociale omgeving rekent.
Dat kan gaan om mensen die zeer dichtbij staan, maar ook om mensen die wat verder weg van de cliënt staan. 

Slide 14 - Tekstslide

Stap 1 Netwerk onderzoeken: 
Ecogram 2
De buitenste kring bestaat uit mensen met wie de cliënt weinig contact heeft. 
De tweede kring bestaat uit mensen met wie de cliënt vaak al intensiever contact heeft, zoals vrienden en kennissen. 
De binnenste kring bevat de personen met wie de cliënt het meest contact heeft. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Ga aan de slag
  1. Maak tweetallen en ga tegenover elkaar zitten
  2. Pak pen/potlood en papier
  3. Stel eerst vragen
  4. Schrijf de namen op
  5. Neem dit over op papier en let er goed op in welke cirkel de namen geschreven moeten worden.
  6. Wissel om
  7. beantwoord de vragen met elkaar: 
  •  Hoe vond ik het om een ecogram te maken? 
  • Wat vond de geïnterviewde ervan? 
  • wat zijn aandachtspunten bij het maken van een ecogram?

Slide 17 - Tekstslide

Afronding
  • Blik op de leerdoelen
  • Maken: PBSD Thema 2.6 - werken in een netwerk   opdrachten 1-6b  (PBSD 2.6  opdrachten 1-5b)

Slide 18 - Tekstslide