T5 Stevigheid en beweging BS 4 Spieren

Thema 4
Stevigheid en beweging
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 4
Stevigheid en beweging

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhalen basisstof 3: beenverbindingen
  • Uitleg basisstof 4: spieren


SO Thema 4:
Hoofdstuk 4:  basisstof 1 t/3

Slide 2 - Tekstslide

In de afbeelding zijn enkele beenverbindingen getekend. Bij welke van deze beenverbindingen is de minste beweging mogelijk?
A
Bij 1
B
Bij 2
C
Bij 3

Slide 3 - Quizvraag

Hoe noem je deze beenverbinding?
A
Gewricht
B
Vergroeid
C
Kraakbeen
D
Naad

Slide 4 - Quizvraag

Soort beenverbinding?
A
koppelgewricht
B
scharniergewricht
C
kogelgewricht
D
rolgewricht

Slide 5 - Quizvraag

Wat is geen beenverbinding?
A
naad
B
vergroeid
C
kraakbeen
D
bindweefsel

Slide 6 - Quizvraag


In de afbeelding hiernaast is een beenverbinding aangegeven met Q.
Welke beenverbinding is aangegeven met Q?
A
vergroeide beenverbinding
B
naadverbinding
C
kraakbeenverbinding
D
gewricht

Slide 7 - Quizvraag

Leerdoelen basisstof 4: Spieren
  • Je moet de werking van de spieren kunnen beschrijven

Slide 8 - Tekstslide

Spierstelsel

Slide 9 - Tekstslide

Pezen
Spieren zitten vast aan botten met Pezen

De plek waar de spier aan het bot vastzit = Aanhechtingsplaats

Slide 10 - Tekstslide

Hier zie je de binnenkamt van een gebogen been. Wat is wat? 
A
B
C
D
gewricht
bot
spier
pees

Slide 11 - Sleepvraag

Sleep de de vakjes links naar de juiste plek
kort en dik
lang en dun

Een spier die samentrekt
Een spier die ontspannen is

Slide 12 - Sleepvraag

Hoe werken spieren?
Antagonisten: twee spieren die samenwerken

Slide 13 - Tekstslide

Hoe buig  je arm
Armbuigspier: Zit aan de voorkant van de bovenarm.

Armtrekspier: Zit aan de achterkant van je bovenarm


Bij het buigen is de armbuigspier samengetrokken en de armtrekspier ontspannen.

Slide 14 - Tekstslide

Kies telkens twee woorden, die passend zijn bij de zin. 
1. Als de armbuigspier gespannen is, 
    is de armtrekspier

2. Als de armbuigspier korter wordt, 
    wordt de armtrekspier

3. Als de armbuigspier ontspannen is,
    is de armtrekspier

4. Als de armbuigspier langer wordt, 
     wordt de armtrekspier 
ontspannen
gespannen
langer
korter

Slide 15 - Sleepvraag

De spieren in de afbeelding hiernaast moeten samenwerken om de beweging te kunnen maken.
De spieren zijn elkaars...
A
tegengestelden
B
antagonisten
C
progonisten
D
samenwerkers

Slide 16 - Quizvraag

Welke spieren vormen een antagonistisch paar?
Spier 1 en ....
Spier 2 en ....
1
2
3
4

Slide 17 - Sleepvraag

Sleep de namen van de spieren naar de juiste plek.
Armstrekspier
Voorste dijspier
Kuitspier

Slide 18 - Sleepvraag

Opdrachten/huiswerk
Hoofdstuk 4: stevigheid en beweging
basisstof 4: spieren
Opdrachten: 1 t/m 7 en 9.

Leren SO: Bassistof 1 + 2 + 3 van hoofdstuk 4

Slide 19 - Tekstslide